Besluit van 13 november 2019, houdende wijziging van het Besluit paspoortgelden in verband met de aanpassing van de tarieven per 1 januari 2020

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 oktober 2019, nr. 2019-0000510372, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Gelet op artikel 7, eerste en derde lid, van de Paspoortwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 30 oktober 2019 No. W04.19.0306/I/K);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 8 november 2019, nr. 2019-0000587884, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit paspoortgelden wordt als volgt gewijzigd:

In de in de kolommen A tot en met E van onderstaande tabel aangeduide bepaling wordt de in kolom F opgenomen tekst telkens vervangen door de in kolom G opgenomen tekst.

A

B

C

D

E

F

G

Nr.

artikel

lid

onderdeel

onder

huidige tekst

nieuwe tekst

1.

6

1

a

1

40,00

41,04

         

USD

45,39

USD

45,84

         

ANG

81,00

ANG

82,00

         

AWG

81,00

AWG

82,00

2.

6

1

a

2

22,60

23,19

         

USD

25,64

USD

25,90

         

ANG

46,00

ANG

46,00

         

AWG

46,00

AWG

46,00

3.

6

1

b

 

22,60

23,19

         

USD

25,64

USD

25,90

         

ANG

46,00

ANG

46,00

         

AWG

46,00

AWG

46,00

4.

6

1

c

1

32,59

33,44

5.

6

1

c

2

5,71

5,86

6.

6

1

d

 

48,60

49,86

7.

6

2

a

1

71,37

73,23

         

USD

117,35

USD

120,24

8.

6

2

a

2

53,97

55,37

         

USD

97,58

USD

100,28

9.

6

2

b

 

53,97

55,37

         

USD

97,58

USD

100,28

10.

6

2

c

1

56,83

58,31

11.

6

2

c

2

29,95

30,73

12.

6

2

d

 

48,60

49,86

13.

6

2

e

 

15,33

15,73

USD

17,06

USD

17,64

14.

6

3

a

1

107,60

110,40

15.

6

3

a

2

90,18

92,55

16.

6

3

b

 

90,18

92,55

17.

6

3

c

1

96,11

98,61

18.

6

3

c

2

69,22

71,03

19.

6

3

d

25,55

26,21

20.

12

1

a

1

81,75

83,88

         

ANG

165,00

ANG

168,00

         

AWG

165,00

AWG

168,00

21.

12

1

a

2

64,35

66,02

         

ANG

129,00

ANG

132,00

         

AWG

129,00

AWG

132,00

20.

12

1

b

 

64,35

66,02

         

ANG

129,00

ANG

132,00

         

AWG

129,00

AWG

132,00

21.

12

1

c

 

48,55

49,81

         

USD

54,37

USD

55,64

         

ANG

97,00

ANG

100,00

         

AWG

97,00

AWG

100,00

22.

12

2

a

1

136,16

139,70

23.

12

2

a

2

118,76

121,85

24.

12

2

b

 

118,76

121,85

25.

12

2

c

1

123,00

126,20

26.

12

2

c

2

96,12

98,60

27.

12

2

d

 

48,55

49,80

28.

12

2

f

 

10,00

10,25

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 november 2019

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Uitgegeven de achtentwintigste november 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

De onderhavige wijziging van het Besluit paspoortgelden betreft een aanpassing van de op basis van artikel 7 van de Paspoortwet vast te stellen tarieven voor reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten. Het gaat daarbij om:

  • a. de in artikel 7, eerste lid, onder a, van die wet bedoelde kosten die een gemeente, de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dan wel de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten aan het Rijk zijn verschuldigd voor de productie van het document (artikel 6, eerste lid, van het Besluit paspoortgelden);

  • b. de in artikel 7, eerste lid, onder b, van die wet genoemde rechten die een aanvrager aan het Rijk moet voldoen als de aanvraag voor het document wordt gedaan bij een andere dan de onder a genoemde instantie (bijvoorbeeld Koninklijke marechaussee of buitenlandse post) (artikel 12, eerste en tweede lid, van het Besluit paspoortgelden); en

  • c. de maximumtarieven die een gemeente of openbaar lichaam ingevolge artikel 7, derde lid, van de Paspoortwet ten hoogste aan een aanvrager van een document in rekening mag brengen (artikel 6, tweede en derde lid, van het Besluit paspoortgelden).

De op grond van dit besluit vastgestelde bedragen gelden met ingang van 1 januari 2020.

2. Toelichting op tariefswijzigingen

Op grond van dit besluit worden de in het Besluit paspoortgelden opgenomen tarieven gewijzigd. De tarieven worden geïndexeerd op grond van een inflatiecorrectie. Hiernaast worden de tarieven in andere valuta dan de Euro (tevens) gewijzigd in verband met de gehanteerde administratiekoersen, gecombineerd met een afrondingsmaatregel voor de tarieven in ANG en AWG. In deze toelichting wordt hier nader op ingegaan.

a. Opbouw tarieven

Het bedrag van de (maximum) tarieven die bij een aanvrager in rekening mogen worden gebracht op grond van artikel 7, eerste lid, onder a, Paspoortwet bestaat uit twee delen. Het eerste deel bestaat uit de aan het Rijk verschuldigde kosten voor de productie van reisdocumenten. Deze kosten staan in het Besluit paspoortgelden weergegeven in artikel 6, eerste lid. De aan het Rijk verschuldigde kosten zijn samengesteld uit de kosten die gemaakt worden voor de productie, personalisatie en distributie van de reisdocumenten, de apparaatskosten van het onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dat met de zorg voor de reisdocumentenketen is belast, en een jaarlijkse opslag om grote schommelingen in de tarieven te voorkomen. Dit laatste onderdeel van de tarieven is in 2014 ingevoerd en betreft een opslag ten behoeve van de egalisatierekening die gevuld wordt om vanaf 2019 een deel van de kosten die het Rijk ten behoeve van de reisdocumenten maakt te dekken. Deze egalisatierekening maakt het mogelijk om gedurende tien jaar een stabiel prijsniveau te hanteren. Zonder deze maatregel zouden de tarieven elke vijf jaar sterk gaan schommelen als gevolg van de invoering van de tienjarige geldigheidsduur van de documenten in 2014 en de daardoor veroorzaakte pieken en dalen in het aantal aanvragen.

Het tweede deel van de tarieven bestaat uit de leges die uitgevende instanties mogen heffen om de uitgifte van de reisdocumenten en bijbehorende dienstverlening te bekostigen. Deze (maximum) tarieven worden op basis van kosten en baten berekend, dusdanig dat deze in evenwicht zijn met elkaar. Deze tarieven zijn opgenomen in artikel 6, tweede en derde lid, en in artikel 12, eerste en tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.

b. Indexatie

Alle tarieven worden geïndexeerd. De tarieven voor de onder artikel 6, eerste lid af te dragen kosten aan het Rijk en de te heffen (maximum)tarieven door gemeenten, de commandanten van de Koninklijke Marechaussee en de Gouverneurs op Sint Maarten, Aruba en Curaçao worden geïndexeerd met het indexcijfer voor de prijsmutatie van de overheidsconsumptie. De prijsmutatie van de overheidsconsumptie wordt jaarlijks door het Centraal Planbureau (CPB) geïndexeerd en is voor 2019 vastgesteld op 2,6%. Tarieven in andere valuta kunnen vanwege de wisselkoersen en de afrondingsmaatregel afwijken van dit percentage.

Het CPB stelt geen indexcijfer vast voor de prijsmutatie van de overheidsconsumptie op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Voor de in Caribisch Nederland uitgegeven reisdocumenten wordt daarom uitgegaan van de consumentenprijsindex zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Voor elk van de openbare lichamen publiceert het CBS een indexcijfer. Omdat het maximaal te heffen rechten zijn, wordt voor alle drie de openbare lichamen uitgegaan van het hoogste van de drie indexcijfers over 2018. Volgens het CBS bedraagt het hoogste indexcijfer 3,4%.

c. Afronding tarieven

Vanwege de beperkte beschikbaarheid van muntgeld van de Antilliaanse Gulden (ANG) op Sint Maarten worden de tarieven in deze valuta afgerond. Omdat de tarieven in ANG en Arubaanse florin (AWG) tot op heden gelijk aan elkaar waren, is net als in voorgaande jaren besloten om ook de tarieven in AWG op gelijke wijze af te ronden. Hiermee blijven de tarieven bij de gouverneurs op deze eilanden aan elkaar gelijk. Deze maatregel wordt jaarlijks geëvalueerd.

Bij consultatie heeft de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) onder de aandacht gebracht dat het instellen van afgeronde tarieven (op vijf eurocent) geprefereerd wordt door veel van de gemeenten (artikel 6, tweede en derde lid). Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft daarnaast een verzoek ingediend om de tarieven voor aanvragen buiten het koninkrijk (artikel 12, tweede lid) op 5 eurocent naar beneden af te ronden. Gemeenten hebben een eigen beleidsvrijheid om het tarief voor een paspoort of identiteitskaart in hun eigen legesverordening naar beneden af te ronden naar de hoogte die zij zelf willen. Uitgangspunt is dat de tarieven niet hoger zijn dan het maximumbedrag dat in dit besluit wordt vastgesteld. Daarom worden de maximumtarieven voor alle gemeenten in de artikelen 6, tweede en derde lid niet afgerond. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft deze beleidsvrijheid niet, het gaat in artikel 12, tweede lid om een «vast» tarief in plaats van een maximumtarief. Daarom worden de tarieven in dat artikel zoals verzocht naar beneden afgerond op 5 eurocent.

d. Gehanteerde wisselkoersen

Om de tarieven tussen de Caribische landen niet van elkaar te laten afwijken is in overleg met de landen er in 2017 voor gekozen om de tarieven tot stand te laten komen via de dollarkoers. Het hanteren van rechtstreekse wisselkoersen zou leiden tot kleine verschillen in de tarieven voor de Caribische landen. Alle bedragen in euro’s zijn, waar van toepassing, omgerekend naar de Amerikaanse dollar (USD) gebaseerd op de wisselkoers van 31 mei 2019. Deze datum is gehanteerd omdat op die dag de tarieven werden omgerekend en betreffende koersen werden geraadpleegd. Van daaruit zijn de bedragen omgerekend naar Antilliaanse gulden (ANG) en Arubaanse florin (AWG) volgens de verhouding 1 USD = 1,79 AWG/ANG. ANG en AWG zijn gekoppeld aan de USD waarbij een koers van 1,79 wordt gehanteerd. De gehanteerde wisselkoersen bedroegen:

 

1 EUR =

1 USD =

USD

1,1169

1,00

AWG

1,79

ANG

1,79

3. Tarieven

Voor een goed overzicht zijn in onderstaande tabellen per documentsoort de voor 2020 op grond van onderhavig besluit geldende tarieven opgenomen. Daarbij is ook het tarief voor 2019 aangegeven en het percentage waarmee dat tarief is gewijzigd. Boven elke tabel zijn de tarieven aangegeven die het betreft.

Artikel 6, eerste lid: Het rijksdeel van de tarieven:

Document

Valuta

Tarieven 2019

Tarieven 2020

Paspoort (18 jaar en ouder)

EUR

40,00

41,04

 

USD

45,39

45,84

 

ANG

81,00

82,00

 

AWG

81,00

82,00

Paspoort (< 18 jaar)

EUR

22,60

23,19

 

USD

25,64

25,90

 

ANG

46,00

46,00

 

AWG

46,00

46,00

Vreemdelingendocument

EUR

22,60

23,19

 

USD

25,64

25,90

 

ANG

46,00

46,00

 

AWG

46,00

46,00

Nederlandse identiteitskaart

(18 jaar en ouder)

EUR

32,59

33,44

Nederlandse identiteitskaart

(<18 jaar)

EUR

5,71

5,86

Spoedlevering

EUR

48,60

49,86

Deze tabel toont de kosten die de uitgevende instanties aan het Rijk afdragen. Deze tarieven zijn geïndexeerd met 2,6%. Afwijkingen zijn zichtbaar bij de andere valuta dan de euro en worden veroorzaakt door de gehanteerde administratiekoersen en de afrondingsmaatregel op de ANG en AWG.

Artikel 6, tweede lid: De maximumtarieven die een gemeente of openbaar lichaam mag heffen:

Document

Valuta

Tarieven 2019

Tarieven 2020

Paspoort (18 jaar en ouder)

EUR

71,37

73,23

 

USD

117,35

120,24

Paspoort (< 18 jaar)

EUR

53,97

55,37

 

USD

97,58

100,28

Vreemdelingendocument

EUR

53,97

55,37

 

USD

97,58

100,28

Nederlandse identiteitskaart

(18 jaar en ouder)

EUR

56,83

58,31

Nederlandse identiteitskaart

(<18 jaar)

EUR

29,95

30,73

Spoedlevering

EUR

48,60

49,86

Thuisbezorgen

EUR

15,33

15,73

 

USD

17,06

17,64

Bovenstaande tabel toont de maximumtarieven die gemeenten of openbare lichamen mogen heffen. Deze tarieven bestaan uit het rijksdeel zoals vastgesteld in artikel 6, onder het eerste lid, van het Besluit paspoortgelden met aanvullend de leges die uitgevende instanties mogen heffen om de uitgifte van het reisdocument en bijbehorende dienstverlening te bekostigen. De maximumtarieven in EUR zijn gewijzigd conform de indexatie van 2,6%. Bedragen in USD hebben betrekking op Caribisch Nederland en kennen een indexatie van 3,4% op het dienstverleningsdeel. Vanwege de wisselkoersen en de hogere indexatie valt deze wijziging procentueel anders uit ten opzichte van de bedragen in Euro’s.

Artikel 6, derde lid: De maximumtarieven die een grensgemeente mag heffen wanneer de aanvrager niet als ingezetene in de basisregistratie persoonsgegevens is ingeschreven:

Document

Valuta

Tarieven 2019

Tarieven 2020

Paspoort (18 jaar en ouder)

EUR

107,60

110,40

Paspoort (< 18 jaar)

EUR

90,18

92,55

Vreemdelingendocument

EUR

90,18

92,55

Nederlandse identiteitskaart

(18 jaar en ouder)

EUR

96,11

98,61

Nederlandse identiteitskaart

(<18 jaar)

EUR

69,22

71,03

Thuisbezorgen

EUR

25,55

26,21

Bovenstaande tabel toont de rechten die gemeenten mogen heffen aan personen die niet als ingezetene in de basisregistratie persoonsgegevens (BRP) staan ingeschreven. Hier gaat het om personen met de Nederlandse nationaliteit maar die niet in Nederland woonachtig zijn en daarom niet als ingezetene staan ingeschreven in de BRP. Alle tarieven zijn verhoogd in overeenstemming met de indexatie van 2,6%.

De VNG en NVVB hebben verzocht de afronding voor de tarieven genoemd onder A, nummers 15, 16 en 18 in het ontwerpbesluit te bezien. Het betreft hier de tarieven voor paspoorten en identiteitskaarten voor personen onder de 18 jaar en de vreemdelingendocumenten. Na directe afronding zouden deze tarieven tot 2 cent lager uitvallen. Bij de indexatie dit jaar is door het ministerie van BZK geconstateerd dat er als gevolg van afrondingen in de indexaties er een verschil is ontstaan binnen de dienstverleningsleges voor deze genoemde documenten. Dat verschil is bij de indexatie voor 2020 gecorrigeerd; wat het verschil van 2 cent veroorzaakt ten opzichte van een directe doorberekening.

Artikel 12, eerste lid: De tarieven die binnen het Koninkrijk geheven worden voor een aanvraag bij de door de minister daarvoor aangewezen autoriteiten anders dan gemeenten (Koninklijke Marechaussee, consulaire posten en de Gouverneurs van de Caribische landen in het Koninkrijk).

Document

Valuta

Tarieven 2019

Tarieven 2020

Paspoort (18 jaar en ouder)

EUR

81,75

83,88

 

ANG

165,00

168,00

 

AWG

165,00

168,00

Paspoort (< 18 jaar)

EUR

64,35

66,02

 

ANG

129,00

132,00

 

AWG

129,00

132,00

Vreemdelingendocument

EUR

64,35

66,02

 

ANG

129,00

132,00

 

AWG

129,00

132,00

Noodpaspoort

EUR

48,55

49,81

 

USD

54,37

55,64

 

ANG

97,00

100,00

 

AWG

97,00

100,00

Bovenstaande tabel toont de tarieven die binnen het Koninkrijk, zijnde Nederland, Caribisch Nederland en de Caribische landen door de daar bevoegde uitgevende instanties, anders dan gemeenten, geheven mogen worden. Deze tarieven zijn gewijzigd volgens de indexatie van 2,6%. De procentuele wijziging van tarieven kan afwijken vanwege de gehanteerde wisselkoersen voor andere valuta ten opzichte van de Euro.

Artikel 12, tweede lid: De tarieven die buiten het Koninkrijk geheven worden voor een aanvraag bij de door de minister daarvoor aangewezen autoriteiten anders dan gemeenten (Consulaire posten):

Document

Valuta

Tarieven 2019

Tarieven 2020

Paspoort (18 jaar en ouder)

EUR

136,16

139,70

Paspoort (< 18 jaar)

EUR

118,76

121,85

Vreemdelingendocument

EUR

118,76

121,85

Nederlandse identiteitskaart

(18 jaar en ouder)

EUR

123,00

126,20

Nederlandse identiteitskaart

(<18 jaar)

EUR

96,12

98,60

Noodpaspoort

EUR

48,55

49,80

Spoedaanvraag toeslag

EUR

10,00

10,25

Bovenstaande tabel toont de tarieven die uitgevende instanties buiten het Koninkrijk mogen heffen. Deze tarieven zijn gewijzigd volgens de indexatie van 2,6%.

Het ministerie van Buitenlandse zaken heeft verzocht de tarieven onder artikel 12, tweede lid op 5 cent naar beneden af te ronden. Hiermee komen de tarieven in het besluit paspoortgelden overeen met de tarieven die gehanteerd worden aan de balie.

4. Administratieve lasten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en voor burgers.

5. Consultatie

Het ontwerpbesluit is van 27 juni 2019 tot en met 1 augustus 2019 ter consultatie voorgelegd aan vertegenwoordigers van de uitgevende instanties: VNG, NVVB, aan de openbare lichamen, de uitgevende instanties en de huizen van Aruba, Sint Maarten en Curaçao, het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Koninklijke Marechaussee. Hierop zijn reacties ontvangen van de VNG, NVVB, uitvoerende instanties van Aruba en Curaçao en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze reacties hebben ertoe geleid dat het besluit op een onderdeel is aangepast. Op de onderwerpen waarop een inhoudelijke reactie is ontvangen wordt daar in de toelichting bij het betreffende onderwerp nader op ingegaan.

Artikelgewijs

Artikel I Zie voor een toelichting op de indexatie van de tarieven de paragrafen 2 en 3 van het algemeen deel van deze nota van toelichting.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven