Besluit van 12 november 2019, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 24 oktober 2019 tot Implementatie van het Verdrag betreffende werk in de Visserijsector (Trb. 2011, 152) en van Richtlijn (EU) 2017/159 van de Raad van 19 december 2016 tot uitvoering van de op 21 mei 2012 door het Algemeen Comité van de landbouwcoöperaties van de Europese Unie (COGECA), de Europese Federatie van vervoerswerknemers (EFT) en de Vereniging van de nationale organisaties van visserijondernemingen in de Europese Unie (Europêche) gesloten Overeenkomst betreffende de uitvoering van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie uit 2007 (PbEU 2016, L 25) (Stb. 2019, 416)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 november 2019, nr. 2019-0000163633,

Gelet op artikel VI van de Wet van 24 oktober 2019 tot Implementatie van het Verdrag betreffende werk in de Visserijsector (Trb. 2011, 152) en van Richtlijn (EU) 2017/159 van de Raad van 19 december 2016 tot uitvoering van de op 21 mei 2012 door het Algemeen Comité van de landbouwcoöperaties van de Europese Unie (COGECA), de Europese Federatie van vervoerswerknemers (EFT) en de Vereniging van de nationale organisaties van visserijondernemingen in de Europese Unie (Europêche) gesloten Overeenkomst betreffende de uitvoering van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie uit 2007 (PbEU 2016, L 25) (Stb. 2019, 416);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De artikelen I, II, III, IV, met uitzondering van onderdeel M, en artikel V van de Wet van 24 oktober 2019 tot Implementatie van het Verdrag betreffende werk in de Visserijsector (Trb. 2011, 152) en van Richtlijn (EU) 2017/159 van de Raad van 19 december 2016 tot uitvoering van de op 21 mei 2012 door het Algemeen Comité van de landbouwcoöperaties van de Europese Unie (COGECA), de Europese Federatie van vervoerswerknemers (EFT) en de Vereniging van de nationale organisaties van visserijondernemingen in de Europese Unie (Europêche) gesloten Overeenkomst betreffende de uitvoering van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie uit 2007 (PbEU 2016, L 25) (Stb. 2019, 416) treedt in werking met ingang van 15 november 2019.

  • 2. Artikel IV, onderdeel M, treedt in werking met ingang van 15 november 2020.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 november 2019

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Uitgegeven de veertiende november 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt dat bijna alle artikelen van de Implementatiewet van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector (Trb. 2011, 152) en van de Europese richtlijn 2017/159 tot uitvoering van de Overeenkomst betreffende de uitvoering van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie uit 2007 (PbEU 2016, L 25) met ingang van 15 november 2019 in werking treden.

Artikel IV, onderdeel M, dat voortvloeit uit het verdrag en regelt dat het verboden is met een vissersvaartuig als bedoeld in artikel 48f, eerste lid, van de Wet zeevarenden te varen indien het vaartuig niet is voorzien van een geldig visserij-arbeidscertificaat treedt met ingang van 15 november 2020 in werking. Wel zal al met de certificering worden gestart vanaf 15 november 2019.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven