Besluit van 5 november 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren (Stb. 2019, 409)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 oktober 2019, nr.2019-0000148570;

Gelet op artikel II van de Wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren (Stb. 2019, 409);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren (Stb. 2019, 409) treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 november 2019

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Uitgegeven de veertiende november 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt de inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren (Stb. 2019, 409) geregeld. In artikel II van de Wet tot wijziging van de Wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren is geregeld dat die wet op hetzelfde tijdstip in werking treedt.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Naar boven