Besluit van 7 oktober 2019, houdende wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 in verband met aanpassing van de salarissen en de eindejaarsuitkering van de schoonmakers in dienst bij de Rijksschoonmaakorganisatie voor 2019

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 september 2019, nr 2019-0000483895;

Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 september 2019, no W04.19.0291/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 oktober 2019, nr 2019-0000512250;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 25b wordt «2,2%» vervangen door «2,85%».

B

Bijlage C van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 wordt vervangen door:

Bijlage C. van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, bevattende een aantal functies en het daaraan verbonden salaris (salaris per maand in euro) per 1 januari 2019

Groep

Functies

Leeftijd of diensttijd

1-1-2019

1.

Medewerker algemeen schoonmaakonderhoud I

Medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen I

Schoonmaakmedewerker keuken/catering I

≤ 17 jaar

610,25

18 jaar

770,84

19 jaar

928,44

20 jaar

1.095,25

21 jaar

1.264,14

≥ 22 jaar:

 

0 dienstjaren

1.527,37

1 dienstjaar

1.586,11

2 dienstjaren

1.646,28

3 dienstjaren

1.697,94

≥ 4 dienstjaren

1.753,72

2.

Medewerker algemeen schoonmaakonderhoud II

Medewerker schoonmaakonderhoud en services I

Medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen II

Medewerker schoonmaakonderhoud vloeren I

Schoonmaakmedewerker keuken/catering II

≤ 17 jaar

642,39

18 jaar

812,46

19 jaar

982,28

20 jaar

1.159,04

21 jaar

1.398,72

≥ 22 jaar:

 

0 dienstjaren

1.608,60

1 dienstjaar

1.670,03

2 dienstjaren

1.730,21

3 dienstjaren

1.786,55

≥ 4 dienstjaren

1.850,51

3.

Medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen III

Medewerker schoonmaakonderhoud en services II

Medewerker schoonmaakonderhoud vloeren II

Meewerkend voorman/-vrouw algemeen schoonmaakonderhoud I

≤ 17 jaar

655,64

18 jaar

855,52

19 jaar

1.036,46

20 jaar

1.220,95

21 jaar

1.417,83

≥ 22 jaar:

 

0 dienstjaren

1.689,44

1 dienstjaar

1.749,81

2 dienstjaren

1.817,49

3 dienstjaren

1.880,87

≥ 4 dienstjaren

1.947,16

4.

Medewerker schoonmaakonderhoud en services III

Medewerker schoonmaakonderhoud vloeren III

Meewerkend voorman/-vrouw algemeen schoonmaakonderhoud II

≤ 17 jaar

710,07

18 jaar

903,49

19 jaar

1.096,80

20 jaar

1.291,70

21 jaar

1.497,48

≥ 22 jaar:

 

0 dienstjaren

1.776,65

1 dienstjaar

1.844,51

2 dienstjaren

1.913,79

3 dienstjaren

1.983,50

≥ 4 dienstjaren

2.051,37

5.

(Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud I

≤ 17 jaar

753,53

18 jaar

943,82

19 jaar

1.144,92

20 jaar

1.411,45

21 jaar

1.559,16

≥ 22 jaar:

 

0 dienstjaren

1.850,51

1 dienstjaar

1.923,19

2 dienstjaren

1.992,13

3 dienstjaren

2.066,24

≥ 4 dienstjaren

2.135,61

6.

(Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud II

(Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud III

≤ 17 jaar

796,81

18 jaar

999,63

19 jaar

1.211,82

20 jaar

1.438,24

21 jaar

1.641,41

≥ 22 jaar:

 

0 dienstjaren

1.951,74

1 dienstjaar

2.028,92

2 dienstjaren

2.102,75

3 dienstjaren

2.175,01

C

Bijlage C van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 wordt vervangen door:

Bijlage C. van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, bevattende een aantal functies en het daaraan verbonden salaris (salaris per maand in euro) per 1 juli 2019

Groep

Functies

Leeftijd of diensttijd

1-7-2019

1.

Medewerker algemeen schoonmaakonderhoud I

Medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen I

Schoonmaakmedewerker keuken/catering I

≤ 17 jaar

616,35

18 jaar

776,17

19 jaar

936,00

20 jaar

1.105,96

≥ 21 jaar:

 

0 dienstjaren

1.542,52

1 dienstjaar

1.600,90

2 dienstjaren

1.661,79

3 dienstjaren

1.709,34

≥ 4 dienstjaren

1.772,00

2.

Medewerker algemeen schoonmaakonderhoud II

Medewerker schoonmaakonderhoud en services I

Medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen II

Medewerker schoonmaakonderhoud vloeren I

Schoonmaakmedewerker keuken/catering II

≤ 17 jaar

648,81

18 jaar

817,72

19 jaar

990,25

20 jaar

1.168,16

≥ 21 jaar:

 

0 dienstjaren

1.623,31

1 dienstjaar

1.685,65

2 dienstjaren

1.744,64

3 dienstjaren

1.804,57

≥ 4 dienstjaren

1.868,27

3.

Medewerker schoonmaakonderhoud transportmiddelen III

Medewerker schoonmaakonderhoud en services II

Medewerker schoonmaakonderhoud vloeren II

Meewerkend voorman/-vrouw algemeen schoonmaakonderhoud I

≤ 17 jaar

660,59

18 jaar

862,63

19 jaar

1.045,97

20 jaar

1.231,61

≥ 21 jaar:

 

0 dienstjaren

1.700,20

1 dienstjaar

1.764,07

2 dienstjaren

1.835,35

3 dienstjaren

1.896,64

≥ 4 dienstjaren

1.964,47

4.

Medewerker schoonmaakonderhoud en services III

Medewerker schoonmaakonderhoud vloeren III

Meewerkend voorman/-vrouw algemeen schoonmaakonderhoud II

≤17 jaar

716,47

18 jaar

911,38

19 jaar

1.107,97

20 jaar

1.369,19

≥ 21 jaar:

 

0 dienstjaren

1.794,34

1 dienstjaar

1.860,21

2 dienstjaren

1.931,55

3 dienstjaren

2.000,76

≥ 4 dienstjaren

2.070,62

5.

(Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud I

≤ 17 jaar

758,57

18 jaar

952,91

19 jaar

1.155,82

20 jaar

1.425,56

≥ 21 jaar:

 

0 dienstjaren

1.868,27

1 dienstjaar

1.941,03

2 dienstjaren

2.011,33

3 dienstjaren

2.087,50

≥ 4 dienstjaren

2.156,46

6.

(Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud II

(Ambulant) objectleider algemeen schoonmaakonderhoud III

≤ 17 jaar

802,08

18 jaar

1.008,62

19 jaar

1.222,29

20 jaar

1.451,92

≥ 21 jaar:

 

0 dienstjaren

1.968,97

1 dienstjaar

2.046,16

2 dienstjaren

2.121,56

3 dienstjaren

2.198,61

≥ 4 dienstjaren

2.269,27

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat:

  • a. artikel I, onderdelen A en B, terugwerken tot en met 1 januari 2019;

  • b. artikel I, onderdeel C, terugwerkt tot en met 1 juli 2019.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 7 oktober 2019

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Uitgegeven de vierentwintigste oktober 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

De Rijksoverheid is in 2016 de schoonmaakwerkzaamheden bij het Rijk in eigen beheer gaan uitvoeren. Daartoe is de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) opgericht. Op 6 februari 2015 is de Overeenkomst Arbeidsvoorwaarden Rijksschoonmaakorganisatie (verder: de Overeenkomst) gesloten over de arbeidsvoorwaarden van schoonmakers die vanuit de marktsector overkomen naar de RSO. Uitgangspunt van de Overeenkomst is dat de betrokken schoonmakers er voor wat betreft de hoogte van het salaris niet op achteruit zullen gaan bij de overgang naar het Rijk.

In de CAO Schoonmaak-Glazenwassersbedrijf 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2021 is een loonsverhoging per 1 januari 2019 (2%) en per 1 juli 2019 (1%) afgesproken, alsmede een verhoging van de eindejaarsuitkering (van 2,20% naar 2,85% in 2019). Daarnaast is met ingang van 1 juli 2019 de vakvolwassen leeftijd verlaagd van 22 naar 21 jaar. Dit in navolging van de wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag vanwege de verlaging van de leeftijd voor het volwassenenminimumloon (Stb. 2017, 24).

Vanwege het uitgangspunt in de Overeenkomst dat schoonmakers er voor wat betreft de hoogte van het salaris niet op achteruit zullen gaan bij de overgang naar het Rijk, werken deze afspraken door in de salarissen en eindejaarsuitkering voor de schoonmakers in dienst van de RSO.

De wijzigingen per 1 januari 2019 die nu met terugwerkende kracht zijn geformaliseerd, zijn door P-Direkt en de RSO reeds toegepast op basis van de circulaire wijziging financiële arbeidsvoorwaarden schoonmakers in dienst bij de Rijksschoonmaakorganisatie (Stcrt. 2019, 35447).

2. Indexering salarissen schoonmakers

De salaristabellen voor de schoonmakers in dienst van de Rijksschoonmaakorganisatie zijn vastgelegd in bijlage C van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA 1984). Hun eindejaarsuitkering is geregeld in artikel 25b van het BBRA 1984.

Voor het bepalen van de nieuwe bruto salarisbedragen per 1 januari 2019 en per 1 juli 2019 zijn berekeningen netto op jaarbasis gemaakt, rekening houdend met de effecten die op het netto-inkomen van toepassing zijn. Bij deze berekeningen is uitgegaan van de vaste inkomenscomponenten salaris, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering.

3. Gevolgen voor regeldruk

Deze regeling ziet uitsluitend op ambtenaren en brengt derhalve geen regeldrukeffecten met zich mee.

4. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Staatsblad. Hiermee is afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten bij invoering of wijziging van wet- en regelgeving. Tevens is afgeweken van de daarbij gebruikelijk gehanteerde minimale invoeringstermijn van twee maanden. Dit is in dit geval gerechtvaardigd omdat de doelgroep bekend is met de wijziging en deze begunstigende wijziging in de praktijk al is doorgevoerd.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Dit artikel regelt de verhoging van de eindejaarsuitkering van 2,2% naar 2,85%.

Artikel I, onderdelen B en C

In de onderdelen B, respectievelijk C, is de bijlage C betreffende de salarissen die gelden voor de schoonmakers aangepast aan de salarissen die gelden met ingang van 1 januari, respectievelijk 1 juli 2019.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na uitgifte van het Staatsblad waarin zij is geplaatst. Aan de inwerkingtreding van de wijzigingen van de aangepaste bijlagen C is terugwerkende kracht verleend tot 1 januari 2019 en 1 juli 2019 respectievelijk. Aangezien de wijzigingen begunstigend zijn is dit gerechtvaardigd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven