Besluit van 10 oktober 2019 tot wijziging van de Vergoedingenregeling Commissie van deskundigen gerechtsdeurwaarders, de Vergoedingenregeling Commissie van deskundigen notariaat, de Vergoedingenregeling Hof van Discipline 2002 en de Vergoedingenregeling raad voor rechtsbijstand in verband met de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 7 oktober 2019, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2710388;

Gelet op artikel 4 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 8 van de Vergoedingenregeling Commissie van deskundigen gerechtsdeurwaarders komt te luiden:

Artikel 8

De voorzitter en de leden hebben recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten in het binnenland en buitenland overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

ARTIKEL II

Artikel 8 van de Vergoedingenregeling Commissie van deskundigen notariaat komt te luiden:

Artikel 8

De voorzitter en de leden hebben recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten in het binnenland en buitenland overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

ARTIKEL III

Artikel 6 van de Vergoedingenregeling Hof van Discipline 2002 komt te luiden:

Artikel 6

De genoemden in de artikelen 2 en 3 hebben recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten in het binnenland en buitenland overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

ARTIKEL IV

De Vergoedingenregeling raad voor rechtsbijstand wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 en 3 wordt «van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984» vervangen door «zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn«.

B

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

De voorzitter en de leden van de raad van advies en de onder het bestuur ressorterende commissies hebben recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten in het binnenland en buitenland overeenkomstig hetgeen daarover is overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn.

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Aanpassingswet Wnra in werking treedt.

Onze Minister voor Rechtsbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 oktober 2019

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de drieëntwintigste oktober 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit wijzigt de Vergoedingenregeling Commissie van deskundigen gerechtsdeurwaarders, de Vergoedingenregeling Commissie van deskundigen notariaat, de Vergoedingenregeling Hof van Discipline 2002 en de Vergoedingenregeling raad voor rechtsbijstand in verband met de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (hierna: Wnra). De Wnra heeft als doel de rechtspositie van ambtenaren zoveel mogelijk gelijk te stellen aan die van werknemers in de private sector. Ten behoeve van de invoering daarvan is invoerings- en aanpassingsregelgeving nodig. Het onderhavige besluit wijzigt daartoe bovengenoemde viertal besluiten.

In deze besluiten werd verwezen naar rechtspositieregelingen van ambtenaren die met ingang van inwerkingtreding van de Wnra onder het private arbeidsrecht vallen. De desbetreffende regelingen zijn van rechtswege vervallen met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wnra krachtens artikel 17, eerste lid, Ambtenarenwet 2017.

De rechtspositieregelingen waarnaar werd verwezen betroffen het Reisbesluit binnenland, het Reisbesluit buitenland en het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Met de invoering van de Wnra zijn deze rechtspositionele afspraken opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn. De bepalingen zijn dienovereenkomstig aangepast.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven