Besluit van 11 september 2019 tot toekenning van het vaandelopschrift «Sangin 2007» aan het Garderegiment Grenadiers en Jagers

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 4 september 2019, nr. BS2019016391, directie juridische zaken, cluster wet- en regelgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Aan de opschriften in het vaandel van het Garderegiment Grenadiers en Jagers wordt toegevoegd het opschrift «Sangin 2007» in verband met zijn bijdrage als reservecompagnie van het zuidelijke regionale commando van ISAF bij de inname van Sangin.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2019.

Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 september 2019

Willem-Alexander

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de eenentwintigste oktober 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

De vaandels en standaarden van de Nederlandse krijgsmacht gaan terug tot de beginjaren van het Koninkrijk. Oorspronkelijk een veldteken en verzamelpunt in de strijd te land, is een vaandel of standaard heden ten dage vooral een symbool van saamhorigheid en van trouw van de eenheid aan de vorst. Een vaandel- of standaardopschrift kan worden toegekend indien de eenheid met ere heeft deelgenomen aan krijgsverrichtingen en zich op enig moment en/of op enige locatie heeft onderscheiden ten opzichte van andere eenheden. Bij de beoordeling worden in beschouwing genomen de aard en de wijze van het optreden, de samenstelling van het verband en de feiten en omstandigheden waaronder de strijd werd gevoerd. Hierbij wordt getoetst aan de criteria voor moedig, beleidvol en dapper optreden en aan de wettelijke grenzen van het optreden.

In het vaandel van het Garderegiment Grenadiers en Jagers staan thans de wapenfeiten: «Tiendaagse Veldtocht 1831», «Ypenburg en Ockenburg 1940», «West-Java 1946-1949» en «Oost-Java 1947-1949».

De gewapende aanval op de Verenigde Staten op 11 september 2001 was voor Nederland aanleiding om in het kader van collectieve zelfverdediging deel te nemen aan Operation Enduring Freedom (OEF). Vanaf januari 2002 nam Nederland deel aan International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan, die vanaf augustus 2003 werd geleid door de NAVO. Het Bonn-akkoord uit 2001 en de Resoluties 1386 en volgende van de VN-Veiligheidsraad verschaften ISAF het mandaat om in Afghanistan «by all necessary means» veiligheid te brengen, de stabiliteit te bevorderen en de steun voor de Taliban en aanverwante groeperingen te verminderen. In 2006 besloot de Nederlandse regering tot een civiel-militaire bijdrage in de zuidelijke sector van ISAF. Hierbij werd nadrukkelijk de aandacht gevestigd op het opbouwkarakter van de missie. Dit bleek echter al vrij snel na aanvang een onderschatting te zijn. Geconfronteerd met tegenstanders die als zodanig vaak onherkenbaar waren, zich bevonden tussen de bevolking en bij uitblijvende successen in het reguliere gevecht in toenemende mate gebruik maakten van Improvised Explosive Devices (IED’s), veranderde het operationele concept van de Nederlandse bijdrage in de loop van de operatie.

De Nederlandse troepen traden op in samengestelde verbanden van gevechtseenheden, gevechtssteuneenheden en logistieke eenheden. De aard, omvang en intensiteit alsmede de wijze van optreden van de Nederlandse troepen waren in deze combinatie niet eerder voorgekomen. Dit betekent dat bij de meeste onderscheidende acties verschillende vaandel- of standaardvoerende eenheden betrokken waren.

In de periode 2003–2010 maakten militairen van het Garderegiment Grenadiers en Jagers deel uit van ISAF, onder meer als onderdeel van de Nederlands-Australische Task Force Uruzgan (TFU) in de provincie Uruzgan. Van augustus tot november 2008 leidde het regiment de Battle Group van de TFU.

In 2007 en 2008 werden verschillende compagnieën van het regiment bij de Battle Group in het verantwoordelijkheidsgebied van de TFU ingezet. Er werden samengestelde patrouilles en operaties uitgevoerd in een gebied met vijanddreiging, op grote afstand van eigen eenheden en soms buiten het bereik van grondgebonden vuursteun. In de tweede helft van 2008 nam het aantal aanslagen met IED’s en gevechtscontacten toe. De gevechten waren van wisselende intensiteit en duur.

Op individuele basis maakten militairen van het regiment deel uit van een Operational Mentoring and Liaison Team (OMLT) bij eenheden van het Afghaanse Nationale Leger (ANA). Deze teams verzorgden niet alleen de training van eenheden van het ANA, maar namen ook samen met deze bondgenoten deel aan gevechtsacties. In 2007 namen drie militairen van het regiment in OMLT-verband deel aan gevechten in de Chora-vallei en Baluchi-vallei.

In 2006 en 2007 waren twee compagnieën van het regiment ingedeeld als strategische reserve van de commandant van de zuidelijke ISAF-regio, Regional Command South (RC-S). Ze voerden operaties uit in Zuid-Afghanistan, voornamelijk in de provincies Helmand en Kandahar.

Onderscheidend was het optreden van de licht uitgeruste luchtmobiele militairen van de reservecompagnie in de provincie Helmand in 2007. De compagnie voerde als onderdeel van de internationale Task Force One Fury een air assault operatie uit waarbij zij bijdroeg aan de inname van het vijandelijke bolwerk Sangin door coalitiegenoten.

Korporaal Cor Strik sneuvelde in Sangin. Sergeant Bart van Boxtel liet het leven buiten gevechtsomstandigheden. Aan zes grenadiers en jagers is het Draaginsigne Gewonden toegekend. Aan een militair van het Garderegiment Grenadiers en Jagers is de Bronzen Leeuw verleend.

Gelet op het positieve advies van de Traditiecommissie Krijgsmacht wordt aan de opschriften in het vaandel van het Garderegiment Grenadiers en Jagers toegevoegd het opschrift «Sangin 2007» in verband met zijn bijdrage als reservecompagnie van het zuidelijke regionale commando van ISAF bij de inname van Sangin.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven