Besluit van 11 september 2019, tot toekenning van het vaandelopschrift «Sar Regin 2008» aan het Regiment Infanterie Oranje Gelderland

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 4 september 2019, nr. BS2019016432, directie juridische zaken, cluster wet- en regelgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Aan de opschriften in het vaandel van het Regiment Infanterie Oranje Gelderland wordt toegevoegd het opschrift «Sar Regin 2008» in verband met de gevechten in de omgeving van Sar Regin in de Mirabad-vallei.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2019.

Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 september 2019

Willem-Alexander

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de eenentwintigste oktober 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

De vaandels en standaarden van de Nederlandse krijgsmacht gaan terug tot de beginjaren van het Koninkrijk. Oorspronkelijk een veldteken en verzamelpunt in de strijd te land, is een vaandel of standaard heden ten dage vooral een symbool van saamhorigheid en van trouw van de eenheid aan de vorst. Een vaandel- of standaardopschrift kan worden toegekend indien de eenheid met ere heeft deelgenomen aan krijgsverrichtingen en zich op enig moment en/of op enige locatie heeft onderscheiden ten opzichte van andere eenheden. Bij de beoordeling worden in beschouwing genomen de aard en de wijze van het optreden, de samenstelling van het verband en de feiten en omstandigheden waaronder de strijd werd gevoerd. Hierbij wordt getoetst aan de criteria voor moedig, beleidvol en dapper optreden en aan de wettelijke grenzen van het optreden.

In het vaandel van het Regiment Infanterie Oranje Gelderland staan thans de wapenfeiten: «Quatre-Bras en Waterloo 1815», «Citadel van Antwerpen 1832», «Grebbeberg 1940», «Java 1946-1949», «West-Java 1946-1949» en «Nieuw-Guinea 1962».

De gewapende aanval op de Verenigde Staten op 11 september 2001 was voor Nederland aanleiding om in het kader van collectieve zelfverdediging deel te nemen aan Operation Enduring Freedom (OEF). Vanaf januari 2002 nam Nederland deel aan International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan, die vanaf augustus 2003 werd geleid door de NAVO. Het Bonn-akkoord uit 2001 en de Resoluties 1386 en volgende van de VN-Veiligheidsraad verschaften ISAF het mandaat om in Afghanistan «by all necessary means» veiligheid te brengen, de stabiliteit te bevorderen en de steun voor de Taliban en aanverwante groeperingen te verminderen. In 2006 besloot de Nederlandse regering tot een civiel-militaire bijdrage in de zuidelijke sector van ISAF. Hierbij werd nadrukkelijk de aandacht gevestigd op het opbouwkarakter van de missie. Dit bleek echter al vrij snel na aanvang een onderschatting te zijn. Geconfronteerd met tegenstanders die als zodanig vaak onherkenbaar waren, zich bevonden tussen de bevolking en bij uitblijvende successen in het reguliere gevecht in toenemende mate gebruik maakten van Improvised Explosive Devices (IED’s), veranderde het operationele concept van de Nederlandse bijdrage in de loop van de operatie.

De Nederlandse troepen traden op in samengestelde verbanden van gevechtseenheden, gevechtssteuneenheden en logistieke eenheden. De aard, omvang en intensiteit alsmede de wijze van optreden van de Nederlandse troepen waren in deze combinatie niet eerder voorgekomen. Dit betekent dat bij de meeste onderscheidende acties verschillende vaandel- of standaardvoerende eenheden betrokken waren.

In de periode 2008–2010 maakten militairen van het Regiment Infanterie Oranje Gelderland deel uit van ISAF, onder meer als onderdeel van de Nederlands-Australische Task Force Uruzgan (TFU) in de provincie Uruzgan.

Het regiment leverde bijdragen op bataljons-, compagnies- of pelotonsniveau aan de Battle Group in het verantwoordelijkheidsgebied van de TFU. In de periode van maart tot augustus 2008 leidde het regiment de Battle Group. Gevechtseenheden van het regiment waren betrokken bij meerdere vijandcontacten tijdens geplande operaties (van wisselende samenstelling, omvang, intensiteit en duur), of vanwege zelfmoordaanslagen, hinderlagen en – in toenemende mate – aanslagen met IED’s.

Militairen van het regiment onderscheidden zich in september 2008 bij een langdurig gevecht met opstandelingen tijdens operatie «Chatway» in de omgeving van de politiepost bij Sar Regin in de Mirabad-vallei.

Soldaat der eerste klasse Mark Schouwink en eerste-luitenant Dennis van Uhm sneuvelden. Aan vijftien militairen van het Regiment Infanterie Oranje Gelderland is het Draaginsigne Gewonden toegekend. Aan twee militairen van het regiment zijn dapperheidsonderscheidingen verleend: een Bronzen Kruis en een Kruis van Verdienste.

Gelet op het positieve advies van de Traditiecommissie Krijgsmacht wordt aan de opschriften in het vaandel van het Regiment Infanterie Oranje Gelderland toegevoegd het opschrift «Sar Regin 2008» in verband met de gevechten in de omgeving van Sar Regin in de Mirabad-vallei.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven