Wet van 2 oktober 2019 tot wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814 (PbEU L 76)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet milieubeheer te wijzigen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814 (PbEU L 76);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling Advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het begrip «Verordening monitoring en rapportage emissiehandel» en de daarbij behorende begripsomschrijving wordt vervangen door «Verordening monitoring en rapportage emissiehandel: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2018/2066 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie (PbEU 2018, L334);».

2. Het begrip «Verordening verificatie en accreditatie emissiehandel» en de daarbij behorende begripsomschrijving wordt vervangen door «Verordening verificatie en accreditatie emissiehandel: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2018/2067 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de verificatie van gegevens en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2018, L334);».

3. In de alfabetische rangschikking wordt het volgende begrip en de daarbij behorende begripsomschrijving ingevoegd:

Verordening kosteloze toewijzing van emissierechten:

Gedelegeerde verordening (EU) nr. 2019/331 van de Commissie van 19 december 2018 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2019, L59);.

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 2.2, tweede lid, onderdeel d, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. de uitvoering van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen die de Europese Commissie op grond van artikel 10bis, eerste en eenentwintigste lid, onderscheidenlijk artikel 28 quater van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld.

C

In de artikelen 2.2, tweede lid, onderdeel d, 2.3, tweede lid, 2.7, eerste lid, 16.4, 16.6, derde lid, 16.24, eerste lid, 16.31, eerste lid, 16.32, eerste en vijfde lid, 16.34a, 16.43, vierde lid, 16.45 en 16.46b, tweede, vierde, vijfde, achtste en negende lid, wordt «Onze Minister» vervangen door «Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat».

D

In de artikelen 2.16, eerste lid, 2.16a en 16.8, eerste lid, wordt «Onze Minister van Economische Zaken» vervangen door «Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat».

E

In de artikelen 2.16, eerste lid, 2.16a, eerste en tweede lid, 16.2b, derde en vierde lid, 16.8, eerste lid, 16.9, 16.10, 16.15, 16.20c, eerste lid, 16.30a, tweede lid, onderdeel b, 16.34c, derde lid en 16.35, tweede lid, wordt «inrichting» telkens vervangen door «broeikasgasinstallatie».

F

In de artikelen 16.2a, tweede lid, 16.11, eerste lid, 16.34, eerste lid, 16.35, eerste lid, 16.35c, eerste en derde lid, 16.37, eerste lid en 16.39, wordt «degene die de inrichting drijft» telkens vervangen door «de exploitant van de broeikasgasinstallatie» en in artikel 16.32, eerste lid, wordt «Degene die een inrichting drijft» vervangen door «De exploitant van de broeikasgasinstallatie».

G

In de artikelen 16.2b, eerste lid, 16.21, eerste lid, 16.30a, tweede lid, onderdeel c, wordt «inrichtingen» telkens vervangen door «broeikasgasinstallaties».

H

In artikel 16.1, eerste lid, vervalt «onder 6,» en «onder 10,».

I

Het opschrift van afdeling 16.2.1 komt te luiden:

AFDELING 16.2.1. BROEIKASGASINSTALLATIES

J

Artikel 16.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «inrichtingen waarin zich een of meer broeikasgasinstallaties bevinden» vervangen door «broeikasgasinstallaties».

2. Het derde lid vervalt.

K

Artikel 16.2b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 27, eerste lid» vervangen door «artikel 27, eerste lid of artikel 27bis, eerste lid».

2. In het derde lid wordt «artikel 27, derde lid» vervangen door «artikel 27, derde lid of artikel 27bis, tweede lid».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien een broeikasgasinstallatie op grond van artikel 27, derde lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten weer is opgenomen in het systeem van handel in broeikasgasemissierechten blijft de broeikasgasinstallatie in het systeem van handel in broeikasgasemissierechten gedurende de rest van de in artikel 11, eerste lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten bedoelde periode waarin ze werd ingevoerd.

L

Artikel 16.3 komt te luiden:

Artikel 16.3

Onder broeikasgasinstallaties worden mede begrepen broeikasgasinstallaties binnen de Nederlandse exclusieve economische zone.

M

Artikel 16.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.

2. De zinsnede «inrichting in werking te hebben» wordt vervangen door «broeikasgasinstallatie te exploiteren».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Een aanvraag om een vergunning kan naar keuze van de aanvrager betrekking hebben op één of meer broeikasgasinstallaties die worden geëxploiteerd op dezelfde locatie.

N

Artikel 16.13a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «worden ter uitvoering» vervangen door «kunnen ter uitvoering».

2. In onderdeel a, komt de zinsnede «geheel, gedeeltelijk of tijdelijk» te vervallen.

3. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. het niveau van in bedrijf zijn van een broeikasgasinstallatie.

4. Onderdeel c vervalt.

O

In artikel 16.15 wordt «zendt het betrokken andere bestuursorgaan» vervangen door «zendt op verzoek het betrokken andere bestuursorgaan».

P

Aan artikel 16.17 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, een zinsnede toegevoegd: tenzij de ambtshalve vaststelling plaatsvindt conform de door de exploitant van de broeikasgasinstallatie aangeleverde gegevens.

Q

Artikel 16.19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een inrichting» vervangen door «een broeikasgasinstallatie» en wordt «de inrichting drijft» vervangen door «de broeikasgasinstallatie exploiteert».

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De vergunninghouder meldt aan het bestuur van de emissieautoriteit een verandering van exploitant van de broeikasgasinstallatie en een verandering van naam of adres van de vergunninghouder of, indien dit een ander is, van de exploitant van de broeikasgasinstallatie.

R

In artikel 16.20, tweede lid, wordt «artikelen 16.7, 16.8 en 16.9» vervangen door «artikelen 16.7, 16.8, 16.9 en 16.11».

S

Artikel 16.20a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Met betrekking tot de beslissing ter zake, met uitzondering van het besluit tot intrekking van de emissievergunning, zijn de artikelen 16.6 tot en met 16.12 van overeenkomstige toepassing. Op het besluit tot intrekking van de emissievergunning zijn de artikelen 16.6, 16.7 en 16.9 tot en met 16.12 van overeenkomstige toepassing.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De verplichting tot het indienen van een emissieverslag als bedoeld in artikel 67, eerste lid, van de Verordening monitoring en rapportage emissiehandel blijft, voor wat betreft het kalenderjaar waarin de beschikking tot intrekking van de vergunning van kracht is geworden, na intrekking van de vergunning op de laatste houder daarvan rusten, totdat aan die verplichting is voldaan, tenzij in het gehele jaar van intrekking geen broeikasgasinstallatie aanwezig is.

T

Artikel 16.20b vervalt.

U

Artikel 16.20c, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Met betrekking tot de beslissing ter zake is artikel 16.20a, derde lid, van overeenkomstige toepassing.

V

Artikel 16.24 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot het tweede en derde lid.

2. In het tweede lid (nieuw), onderdeel b, wordt «als bedoeld in artikel 3, onder i ...van die richtlijn» vervangen door «, zoals gedefinieerd in richtlijn nr. 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB L 315), voor een economisch aantoonbare vraag als bedoeld in artikel 2, onder 31, van die richtlijn.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen, ter implementatie van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten, nadere regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud en de totstandkoming van het nationale toewijzingsbesluit.

W

Artikel 16.27 komt te luiden:

Artikel 16.27

  • 1. In geval een bedrijfstak of een deeltak die overeenkomstig artikel 10ter, eerste lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten geacht wordt te zijn blootgesteld aan een significant weglekrisico wordt voor de handelsperiode die aanvangt op 1 januari 2021 van de voor dat geval berekende aantallen broeikasgasemissierechten 100% kosteloos toegewezen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt van de aantallen broeikasgasemissierechten die voor een handelsperiode zijn berekend voor broeikasgasinstallaties als bedoeld in artikel 16.2b, eerste lid, 0% kosteloos toegewezen.

  • 3. Andere bedrijfstakken en deeltakken krijgen tot 2026 kosteloze emissierechten toegewezen ten belope van 30% van de hoeveelheid die op grond van artikel 10bis van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten is bepaald. Na 2026 worden kosteloze toewijzingen met gelijke hoeveelheden verminderd om in 2030 een hoeveelheid kosteloze toewijzing van 0% te bereiken.

X

Aan artikel 16.29 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. de uitvoering van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen die de Europese Commissie op grond van artikel 10bis, eerste en eenentwintigste lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld.

Y

Artikel 16.30, derde lid, komt te luiden:

  • 3. In afwijking van artikel 3:18 van de Algemene wet bestuursrecht wordt het nationale toewijzingsbesluit uiterlijk 9 maanden na de dag waarop de aanvraag uiterlijk moet worden ingediend vastgesteld.

Z

Artikel 16.30a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «en 27, eerste en tweede lid» vervangen door «27, eerste en tweede lid, en 27 bis».

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Indien het nationale toewijzingsbesluit naar aanleiding van de in het eerste lid bedoelde beoordeling, dan wel op basis van overige aanwijzingen of aanvullingen van de Europese Commissie, geheel of gedeeltelijk moet worden gewijzigd, stelt Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat het nationale toewijzingsbesluit opnieuw vast.

AA

Artikel 16.32 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt «dat artikellid» vervangen door «artikel 10bis, eerste lid,».

2. In het tweede lid wordt «16.24, derde lid» vervangen door «16.24, tweede lid».

3. In het derde lid vervalt de tweede volzin.

4. Het vierde en het vijfde lid vervallen, onder vernummering van het zesde tot het vierde lid.

BB

Artikel 16.33 vervalt.

CC

Artikel 16.34a komt te luiden:

Artikel 16.34a

Indien de Europese Commissie op grond van artikel 10ter van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten de groep bedrijfstakken en deeltakken die geacht worden een koolstofweglekrisico te lopen, aanpast, en het bedrijfstakken of deeltakken betreft die in Nederland zijn gevestigd, wijzigt Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat een overeenkomstig deze afdeling genomen besluit houdende kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten overeenkomstig de uitvoeringsmaatregelen die de Europese Commissie op grond van artikel 10ter van die richtlijn heeft vastgesteld. De artikelen 16.24, tweede lid, en 16.25 tot en met 16.29 zijn van overeenkomstige toepassing.

DD

Artikel 16.34b komt te luiden:

Artikel 16.34b

  • 1. Een overeenkomstig deze afdeling genomen besluit houdende kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten kan overeenkomstig de gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen die de Europese Commissie op grond van artikel 10bis, eerste en eenentwintigste lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld, worden gewijzigd of ingetrokken:

    • a. indien de werking van een broeikasgasinstallatie wordt beëindigd, tenzij de vergunninghouder ten genoegen van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat aantoont dat de productie binnen een concrete en redelijke termijn zal worden hervat, of

    • b. indien het niveau van in bedrijf zijn van de broeikasgasinstallatie wordt verminderd of verhoogd in de zin van artikel 10bis, twintigste lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten.

  • 2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.

  • 3. De artikelen 16.25 tot en met 16.29 zijn van overeenkomstige toepassing.

EE

In artikel 16.35, eerste lid, vervalt «artikel 53 van» en wordt «de betrokken inrichting» vervangen door «de betrokken broeikasgasinstallatie».

FF

De artikel 16.35a en 16.35b vervallen.

GG

In artikel 16.35c, eerste lid, wordt «degene die de betrokken inrichting drijft» vervangen door «de exploitant van de broeikasgasinstallatie».

HH

Artikel 16.36 komt te luiden:

  • 1. Een broeikasgasemissierecht dat met ingang van 1 januari 2013 is verleend, is voor onbepaalde tijd geldig.

  • 2. Een broeikasgasemissierecht dat met ingang van 1 januari 2021 is verleend, bevat een aanduiding waaruit blijkt in welke periode van tien jaar te rekenen vanaf 1 januari 2021 het is verstrekt en is geldig voor emissies met ingang van het eerste jaar van die periode.

  • 3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.

II

In artikel 16.39 wordt «de inrichting» vervangen door «de broeikasgasinstallatie».

JJ

Artikel 16.39sa vervalt.

KK

Artikel 18.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «56 en 67» vervangen door «52, 57 en 68».

2. In het tweede lid wordt «tot en met 49, 52, 53, 54, 57 tot en met 66» vervangen door «tot en met 50, 53, 54, 55, 58 tot en met 67».

LL

Na artikel 18.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 18.5a

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de volgende bepalingen van de Verordening kosteloze toewijzing van emissierechten: de artikelen 4, tweede lid, onderdeel a, 5, tweede lid, en 6 tot en met 9.

  • 2. Het is voorts verboden te handelen in strijd met de volgende bepalingen van de Verordening kosteloze toewijzing van emissierechten: artikelen 10, 11, 12, 23 en 25.

MM

In artikel 18.6, eerste lid, wordt «artikel 43» vervangen door «de artikelen 35 en 44».

NN

In de artikelen 18.6a en 18.16a, eerste lid, wordt «artikelen 18.5 en 18.6» vervangen door «18.5, 18.5a en 18.6».

OO

In artikel 20.1, derde lid, vervalt de tweede volzin.

ARTIKEL II

In Bijlage 2, artikel 1, van de Algemene wet bestuursrecht komt onderdeel d, met betrekking tot de Wet milieubeheer, te luiden:

  • d. artikel 16.24, eerste lid, met uitzondering van een besluit houdende toewijzing van broeikasgasemissierechten voor een afzonderlijke broeikasgasinstallatie.

ARTIKEL III

In artikel 1a, onderdeel 1°, van de Wet economische delicten, wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet milieubeheer «18.5, eerste lid» vervangen door «18.5, eerste lid, 18.5a, eerste lid».

ARTIKEL IV

Het recht zoals dat luidde op de dag vóór de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P, Q, R, S, T, U, V, W, X, Y, Z, AA, BB, CC, DD, EE, FF, GG, HH, II, JJ, KK, LL, MM, NN en OO, blijft van toepassing op emissies van broeikasgassen in de periode tot 1 januari 2021 en op broeikasgasemissierechten als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer die zijn toegewezen en verleend of geveild voor de periode tot 1 januari 2021.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

’s-Gravenhage, 2 oktober 2019

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Uitgegeven de zestiende oktober 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 190

Naar boven