Besluit van 18 juli 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet tot implementatie van de richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PbEU 2017, L 198) (Stb. 2019, 257)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 11 juli 2019, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2644291;

Gelet op artikel II van de Wet tot implementatie van de richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PbEU 2017, L 198) (Stb. 2019, 257);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet tot implementatie van de richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PbEU 2017, L 198) (Stb. 2019, 257) treedt in werking met ingang van 1 augustus 2019.

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 juli 2019

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de dertigste juli 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Nu het gaat om de implementatie van Europese regelgeving, kan met de inwerkingtreding van deze wet worden afgeweken van de vaste verandermomenten.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven