Besluit van 2 juli 2019, tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Klimaatwet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 1 juli 2019, nr. WJZ / 19151651;

Gelet op artikel 9 van de Klimaatwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Klimaatwet treedt in werking met ingang van 1 september 2019, met uitzondering van artikel 7, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2020.

Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 juli 2019

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Uitgegeven de tiende juli 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit koninklijk besluit regelt de inwerkingtreding van de Klimaatwet. Op artikel 7 na treden alle artikelen op 1 september 2019 in werking. Hiermee wordt afgeweken van het beleid van vaste verandermomenten. Zoals in het wetsvoorstel is bepaald wordt het eerste klimaatplan uitgebracht in 2019. Om dit mogelijk te maken moet het wetsvoorstel voor het einde van 2019 in werking treden en is een afwijking van de vaste verandermomenten noodzakelijk. Aangezien de wet alleen de Rijksoverheid raakt en deze reeds heeft geanticipeerd op inwerkingtreding in dit jaar, is deze afwijking niet bezwaarlijk.

Artikel 7 treedt in werking op 1 januari 2020. Dit artikel schrijft voor dat jaarlijks op de vierde donderdag van oktober de Minister van Economische Zaken en Klimaat een klimaatnota aan de beide kamers der Staten-Generaal stuurt. De klimaatnota reflecteert op de voortgang van het klimaatbeleid ten opzichte van het klimaatplan. Het eerste klimaatplan wordt eind 2019 vastgesteld. Er is dus de derde donderdag van oktober 2019 nog geen klimaatplan, althans geen voortgang, om op te reflecteren in de klimaatnota. De eerste klimaatnota wordt daarom uitgebracht in 2020.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven