Besluit van 18 juni 2019 tot wijziging van het Reïntegratiebesluit in verband met het centraliseren van de tolkvoorzieningen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 april 2019, nr. 2019-0000042864;

Gelet op de artikelen 73a van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en 10g, derde lid, van de Participatiewet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 mei 2019 no. W12.19.0085/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 juni 2019, nr. 2019-0000075277;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I WIJZIGING REÏNTEGRATIEBESLUIT

Het Reïntegratiebesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1a wordt na «Dit besluit berust op» ingevoegd «artikel 10g van de Participatiewet,».

B

In artikel 7, tweede lid, wordt «dienstbetrekking verricht» vervangen door «in dienstbetrekking werkzaam is of van de tijd dat de persoon deelneemt aan re-integratieactiviteiten».

C

Na artikel 7 worden in paragraaf 2 twee artikelen ingevoegd, luidende:

7a. Tolkvoorziening in de Participatiewet

  • 1. De tolkvoorziening, bedoeld in artikel 10g, tweede lid, van de Participatiewet, wordt toegekend voor ten hoogste 15% van het aantal uren dat de persoon met een auditieve beperking per kalenderjaar in dienstbetrekking werkzaam is of als zelfstandige arbeid verricht of van de tijd dat de persoon deelneemt aan re-integratieactiviteiten.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan het UWV voor een hoger percentage toekennen indien de persoon met een auditieve beperking daartoe een onderbouwd verzoek doet.

  • 3. De tolkvoorziening wordt toegekend indien de persoon een verklaring heeft van de huisarts of behandelend medisch specialist waaruit blijkt dat deze persoon op tolkvoorzieningen is aangewezen. Deze verklaring wordt eenmalig door het UWV gevraagd.

  • 4. Bij de uitvoering van artikel 10g van de Participatiewet kan het UWV gebruik maken van de verklaringen omtrent de auditieve handicap van de persoon, die het UWV heeft verkregen voor de uitvoering van de aanspraken op tolkvoorzieningen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Wet overige OCW-subsidies, of voor de verlening van een intermediaire activiteit ten behoeve van die persoon op grond van artikel 7 of 14.

7b. Kwaliteitseis van de tolk

De activiteiten van tolken kunnen alleen als tolkvoorziening als bedoeld in artikelen 7, 7a en 14 worden toegekend als de tolken staan ingeschreven in het openbaar register van de Stichting Register Tolken Gebarentaal en Schrijftolken.

D

In artikel 14, tweede lid, wordt «eerste lid» vervangen door «tweede en derde lid».

ARTIKEL II INWERKINGTREDINGBEPALING

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2019.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 18 juni 2019

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Uitgegeven de achtentwintigste juni 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van de Wet centraliseren tolkvoorziening auditief beperkten leef- en werkdomein, luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd is de Participatiewet gewijzigd in verband met het centraliseren van de tolkvoorzieningen ten behoeve van de ondersteuning bij de arbeidsinschakeling van personen met een auditieve beperking. Deze tolkvoorziening wordt niet zoals andere voorzieningen in het kader van de Participatiewet door het college uitgevoerd maar door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: het UWV). Met genoemde wet wordt met een uitvoering door het UWV een centralisatie bereikt in de uitvoering en in de inhoud van alle tolkvoorzieningen voor auditief beperkten, op het terrein van werk-, onderwijs- en het leefdomein. Dit besluit is samen met de wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 ten behoeve van de toekenning van de kwaliteit van tolkvoorzieningen voor auditief beperkten voor het leefdomein tot stand gekomen. De aangekondigde harmonisatie van regels omtrent de tolkvoorziening zal na 1 juli 2019 plaatsvinden.

In dit besluit worden op grond van artikel 10g Participatiewet regels gesteld over de omvang van de aanspraak, de voorwaarde waaronder de voorzieningen worden verleend. Tevens wordt er een kwaliteitseis opgenomen voor de tolk.

Het centraliseren van de tolkvoorziening bij het UWV draagt bij aan de ontlasting van de burger door een uniforme en eenvoudige aanspraak vanuit de drie domeinen mogelijk te maken. De aanvraag wordt middels een aanvraagformulier ingediend. Eén aanvraag kan volstaan voor het recht op de voorziening in van alle domeinen. De omvang van de kostenvergoeding voor de tolkvoorziening in het werkdomein is op grond van dit besluit bepaald op ten hoogste 15% van de dienstbetrekking, het aantal gewerkte uren als zelfstandige dan wel de omvang van het re-integratietraject. Van een re-integratietraject is sprake als een persoon een opleiding of scholing volgt die leidt naar arbeid. Met dit percentage is aangesloten bij de regelgeving in de arbeidsongeschiktheidswetten. Dit percentage kan verhoogd worden als in een individueel geval meer uren nodig zijn. Betrokkene moet dit onderbouwd met argumenten aanvragen. Het UWV stelt hiertoe beleidsregels op. In het geval iemand een cursus volgt in het kader van een re-integratietraject zal hij normaliter recht hebben op de tolkvoorziening gedurende alle cursusuren. Een dergelijke cursus is immers eerder te vergelijken met een onderwijssituatie. Betrokkene kan dit aangeven bij de aanvraag.

Voorwaarde voor het verkrijgen van de voorziening is dat betrokkene een auditieve beperking heeft. Hij moet dit één keer aantonen door middel van een medische verklaring van de huisarts of de specialist.

Een verklaring van de huisarts of behandelend medisch specialist waaruit blijkt dat de persoon op dienstverlening is aangewezen valt onder de categorie bijzondere persoonsgegevens van artikel 9 van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG). Het is niet wenselijk dat de auditief beperkten meerdere keren de verklaring moet afgeven, ook omdat de verklaring niet verandert. Het UWV gebruikt een verklaring die de auditief beperkte aan het UWV heeft geleverd voor een voorziening op grond van artikel 3a.1.1. van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 2:22, tweede lid, onderdeel b, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, artikel 35, tweede lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en artikel 19a van de Wet overige OCW-subsidies, ook voor de Participatiewet. Andersom gebruikt het UWV een verklaring afgegeven voor de Participatiewet zo nodig ook voor de andere wetten. De verwerking van gezondheidsgegevens door het UWV als bestuursorgaan is toegestaan op grond van artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, omdat het doel van de verwerking de re-integratie en begeleiding betreft van werknemers of uitkeringsgerechtigden in verband met arbeidsongeschiktheid.

Artikel 73a, eerste lid, van de Wet SUWI staat het toe dat het UWV zo gegevens die zijn verkregen voor de uitvoering van een wettelijke taak kan verwerken voor de uitvoering van een andere wettelijke taak en dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke gegevens door het UWV zo kunnen worden gebruikt. Artikel 7a, vierde lid, van het Reïntegratiebesluit geeft hier een nadere invulling aan en bepaalt dat het gaat om het gegeven dat de persoon auditief beperkt is.

Het UWV heeft op grond van de Archiefwet en de regeling Archiefbeheer UWV een selectielijst waarin regels zijn gesteld over de bewaartermijn voor de verklaring. De verklaring wordt, bij het verlopen van de vastgestelde termijn, niet langer bewaard dan op grond van de uitvoering van de taak noodzakelijk is. De maximale bewaartermijn is voor de drie domeinen hetzelfde. Inzake het bewaren en vernietigen van bescheiden sluit het UWV zoveel mogelijk aan bij de bepalingen inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst, in het bijzonder de artikelen 7:454, derde lid, en 7:455 Burgerlijk Wetboek.

Het begrip «tolk» dekt verschillende soorten tolken: tolken gebarentaal (te onderscheiden in onder andere tolken Nederlandse gebarentaal, tolken Nederlands met Gebaren, tactiele tolken voor personen die auditief en visueel beperkt zijn) en schrijftolken. Schrijftolken zijn tolken die een tekstuele weergave van gesproken taal verzorgen. Een tolk kan werken op dezelfde locatie als de auditief beperkte of vanuit een andere locatie; dan is sprake van een tolk op afstand.

De kwaliteit van het werk van de tolken wordt gegarandeerd omdat zij ingeschreven moeten staan in het openbaar register van de Stichting Register Tolken Gebarentaal en Schrijftolken. Een tolk kan hier alleen worden ingeschreven als hij de betreffende Hbo-opleiding aan de Hogeschool van Utrecht heeft afgerond en aan de nascholingseisen van dit register voldoet.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbij behorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven