Wet van 19 december 2018 tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld, dat artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016 bepaalt welke begrotingen tot de rijksbegroting behoren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het jaar 2019 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake de agentschappen voor het jaar 2019 wordt vastgesteld.

Artikel 3

De vaststelling van de begrotingsstaten geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 19 december 2018

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Uitgegeven de vijfentwintigste januari 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019 (Bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

9.524.800

9.618.660

19.378

         
 

Beleidsartikelen

     
         

11

Integraal waterbeleid

30.755

45.362

0

13

Ruimtelijke ontwikkeling

26.820

41.436

4.450

14

Wegen en verkeersveiligheid

76.987

93.317

6.782

16

Openbaar vervoer en Spoor

11.497

13.157

0

17

Luchtvaart

40.424

27.329

1.365

18

Scheepvaart en havens

6.070

38.555

0

19

Uitvoering milieubeleid en internationaal

44.302

46.164

0

20

Lucht en geluid

24.825

27.603

0

21

Duurzaamheid

50.173

49.962

0

22

Omgevingsveiligheid en milieurisico’s

29.349

33.802

250

23

Meteorologie, seismologie en aardobservatie

53.728

52.786

0

24

Handhaving en toezicht

108.072

108.072

0

25

Brede doeluitkering

898.544

899.965

0

26

Bijdrage investeringsfondsen

7.795.954

7.795.954

0

         
 

Niet-beleidsartikelen

     
         

97

Algemeen departement

50.214

62.073

1.101

98

Apparaatsuitgaven kerndepartement

293.059

299.115

5.430

99

Nominaal en onvoorzien

– 15.973

– 15.992

0

Vastgestelde begrotingsstaat inzake de agentschappen voor het jaar 2019 (Bedragen x € 1.000)

Naam

Baten

Lasten

Saldo van baten en lasten

Rijkswaterstaat

2.457.832

2.448.832

9.000

Inspectie Leefomgeving en Transport

145.629

145.629

0

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

83.042

83.042

0

Naam

Totaal kapitaaluitgaven

Totaal kapitaalontvangsten

Rijkswaterstaat

127.796

79.981

Inspectie Leefomgeving en Transport

200

0

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

4.402

2.673


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 000 XII

Naar boven