Besluit van 22 mei 2019, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 10 april 2019 tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES en de Wet bestrijding maritieme ongevallen in verband met de schrapping van de beperking van aansprakelijkheid voor vorderingen inzake wrakopruiming (Stb. 2019, 174)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 9 mei 2019, nr. IenW/BSK-2019/95322, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VI van wet van 10 april 2019 tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES en de Wet bestrijding maritieme ongevallen in verband met de schrapping van de beperking van aansprakelijkheid voor vorderingen inzake wrakopruiming (Stb. 2019, 174);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 10 april 2019 tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES en de Wet bestrijding maritieme ongevallen in verband met de schrapping van de beperking van aansprakelijkheid voor vorderingen inzake wrakopruiming (Stb. 2019, 174) treedt in werking met ingang van 1 juli 2019.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 mei 2019

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Uitgegeven de zesde juni 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven