Besluit van 14 mei 2019 tot vaststelling van de tijdstippen, bedoeld in de artikelen 12.24, 12.25 en 12.26 van de Wet studiefinanciering 2000 en 9.4 van de Wet studiefinanciering BES

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 mei 2019, nr. WJZ/7929411(7231), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 12.24, 12.25 en 12.26 van de Wet studiefinanciering 2000 en 9.4 van de Wet studiefinanciering BES;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. Het tijdstip, bedoeld in de artikelen 12.24 en 12.25 van de Wet studiefinanciering 2000 en 9.4 van de Wet studiefinanciering BES wordt vastgesteld op 1 juni 2019.

  • 2. Het tijdstip, bedoeld in artikel 12.26 van de Wet studiefinanciering 2000 wordt vastgesteld op 1 september 2019.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 mei 2019

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de eenendertigste mei 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

De artikelen 12.24, 12.25 en 12.26 van de Wet studiefinanciering 2000 (hierna: WSF 2000) en artikel 9.4 van de Wet studiefinanciering BES zijn overgangsbepalingen die waren opgenomen in de Wet invoering associate degree-opleidingen (Stb. 2017, 390) en de Wet verlaagd wettelijk collegegeld (Stb. 2018, 225).

Artikel 12.24 WSF 2000 en artikel 9.4 Wet studiefinanciering BES

In artikel 12.24 WSF 2000 en artikel 9.4 van de Wet studiefinanciering BES is geregeld dat voor een associate degree-gediplomeerde de omzetting van de prestatiebeurs in een gift tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, alleen op aanvraag kan en niet automatisch. In dit besluit wordt geregeld dat de diploma’s die behaald zijn in 2019 of later automatisch – dus zonder aanvraag – zullen leiden tot omzetting van de prestatiebeurs in een gift. De associate degree-gediplomeerde krijgt daarover dus vanzelf bericht.1 Vanaf nu hoeven dus geen aanvragen meer te worden ingediend, tenzij het diploma is behaald in 2018 of eerder. Ook diploma’s die behaald zijn in de periode januari tot en met mei 2019 en waarvoor nog geen aanvraag is gedaan, zullen automatisch worden omgezet. Reeds ingediende aanvragen zullen uiteraard ook worden toegekend.

Artikel 12.25 WSF 2000

Associate degree-studenten kunnen op grond van artikel 5.2b, tweede lid, WSF 2000 een half jaar extra prestatiebeurs ontvangen wanneer zij als gevolg van een handicap of chronische ziekte langer dan nominaal over hun associate degree-opleiding doen.2 In artikel 6.2a, derde lid, WSF 2000 is geregeld dat studenten een kwijtschelding kunnen krijgen van een bepaald bedrag van de studielening (€ 1.270,93 naar de maatstaf van 1 januari 2019). Vervolgens is in artikel 12.25 WSF 2000 omwille van de uitvoerbaarheid bepaald dat die kwijtschelding opgeschort zou worden tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Inmiddels is de kwijtschelding uitvoerbaar en per 1 juni 2019 is de opschorting dus beëindigd. Aanvragen die al waren ingediend en (handmatig) waren behandeld, kunnen nu dus ook geëffectueerd worden per omzettingsdatum 1 januari 2020.

Artikel 12.26 WSF 2000

Bij de invoering van het verlaagd wettelijk collegegeld werd in artikel 12.26 bij wijze van overgangsbepaling geregeld dat studenten tijdelijk – tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip – het volledige leenmaximum voor collegegeldkrediet en levenlanglerenkrediet kunnen benutten, ook als zij voor het betreffende collegejaar slechts de helft van het wettelijk collegegeld verschuldigd zijn. Met ingang van studiejaar 2019–2020, dus per 1 september 2019, is een gehalveerd leenmaximum uitvoerbaar. Door vaststelling van dat tijdstip, kunnen studenten met ingang van het aanstaande studiejaar dus conform de bedoeling van de Wet verlaagd wettelijk collegegeld ten hoogste 50% van het van toepassing zijnde wettelijk collegegeld lenen als collegegeldkrediet of levenlanglerenkrediet.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Artikel 5.9, eerste lid, WSF 2000 en artikel 3.2, zevende lid, WSF BES bepalen dat de omzetting in een gift effectief wordt op 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin het diploma is behaald. Voor de eerste automatische omzettingen op basis van diploma’s uit 2019 is dat dus per 1 januari 2020.

X Noot
2

Die mogelijkheid is per 1 januari 2019 geëffectueerd (artikel 12.22 WSF 2000).

Naar boven