Besluit van 1 april 2019, houdende wijziging van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart en het Besluit luchtvaartuigen 2008 in verband met nadere regels ten aanzien van bewijzen van bevoegdheid voor gyrokopters

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 21 januari 2019, nr. IenW/BSK-2018/283861, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gelet op de artikelen 1.2, tweede lid, 2.2, derde lid, en 2.4, derde lid, onderdeel a, van de Wet Luchtvaart;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 januari 2019, nr. W17.19.0017/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 27 maart 2019, nr. IENW/BSK-2019/43060, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, tweede lid, onderdeel a, wordt na «luchtschepen (AS)» ingevoegd «, gyrokopters (GC)».

B

In artikel 8, tweede lid, onderdeel b, wordt na «Micro Light Aeroplanes,» ingevoegd «Micro Light Helicopters, lichte gyrokopters,».

ARTIKEL II

Het Besluit luchtvaartuigen 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het begrip gyroplane vervalt.

2. In de alfabetische rangschikking van begripsomschrijvingen worden twee begripsomschrijvingen ingevoegd, luidende:

gyrokopter:

gemotoriseerd luchtvaartuig met rotorbladen, zwaarder dan lucht, dat hoofdzakelijk in de lucht kan worden gehouden door aerodynamische reactiekrachten op zijn rotorbladen, waarvan de rotorbladen niet door de motor worden aangedreven;

lichte gyrokopter:

gyrokopter met een maximum startmassa van niet meer dan 600 kg, een- of tweezitter;

3. In de begripsomschrijving voor MLH vervalt «of 560 kg voor een gyroplane, een- of tweezitter;» en wordt na «330 kg voor een amfibie- of waterhelikopter, eenzitter;» ingevoegd «of».

B

Aan artikel 2, derde lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. lichte gyrokopter.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 1 april 2019

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Uitgegeven de drieëntwintigste april 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

Inleiding

Het doel van dit Besluit is drieledig: ten eerste dient het ertoe de verhoogde gewichtsgrens waarbij Europese regelgeving op gyrokopters van toepassing is te implementeren, ten tweede te anticiperen op de komst van een Europees gyrokopterbrevet en ten derde wordt van dit wijzigingsbesluit tevens gebruik gemaakt om in verband met een technische reparatie met betrekking tot Micro Light Helicopters artikel 8 van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart (hierna: Bbvbl) te wijzigen.

Onder de oude basisverordening, Verordening (EG) nr. 216/20081, vielen gyrokopters tot en met 560 kilogram startgewicht onder de nationale regelgeving, en gyrokopters zwaarder dan 560 kilogram onder de Europese regelgeving. In de nieuwe basisverordening, Verordening (EU) nr. 2018/11392, is deze grens opgehoogd naar 600 kilogram. In verband daarmee wordt het Besluit luchtvaartuigen 2008 (hierna: Bl) aangepast.

Inhoud wijzigingen

De wijzigingen van het Bbvbl betreffen het instellen van een apart bewijs van bevoegdheid RPL(GC), alsmede van de daarvoor vereiste medische verklaring. In het Besluit luchtvaartuigen 2008 wordt onder meer een definiëring van de gyrokopter aangepast en in lijn met de nieuwe basisverordening gebracht.

Toezicht en handhaving

De onderhavige wijzigingen zijn voor een Handhaafbaarheid, Uitvoerbaarheid en Fraudebestendigheid-toets (HUF-toets) aan de ILT voorgelegd. De ILT acht het voorstel uitvoerbaar en handhaafbaar en het heeft geen gevolgen voor de inzet van de inspectie.

Administratieve lasten en nalevingskosten

Administratieve lasten en nalevingskosten sluiten aan bij de huidige praktijk voor het recreatief brevet voor vliegtuigen en helikopters. De administratieve lasten voor het aanvragen van een bewijs van bevoegdheid en het overleggen van de daarvoor benodigde documentatie blijven dus hetzelfde. Er is overeengekomen met het Adviescollege Toetsing Regeldruk om de onderliggende wijzigingsregeling tot wijziging van drie regelingen aan ATR ter toetsing voor te leggen.

Internetconsultatie

Er is geen internetconsultatie verricht omdat de gevolgen van deze wijzigingen zeer beperkt zijn, in die zin dat het een activiteit betreft die slechts op zeer kleine schaal wordt uitgevoerd en niet wezenlijk verschilt van reeds bestaande vergelijkbare activiteiten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

Door het opnemen van gyrokopters (GC) in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van het Bbvbl kan een bewijs van bevoegdheid recreatief vlieger van een gyrokopter worden afgegeven.

Onderdeel B

Met deze wijziging wordt de medische verklaring vastgesteld die nodig is voor het verkrijgen van een bewijs van bevoegdheid om te kunnen vliegen met een gyrokopter. Tegelijkertijd wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om de categorie Micro Light Helicopters in artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van het Bbvbl op te nemen. De medische verklaring voor de Micro Light Helicopter was nog niet geregeld.

Artikel II

Onderdelen A en B

Bepaalde categorieën luchtvaartuigen vallen onder het toepassingsbereik van de Europese luchtvaartveiligheidsregels. Deze regels vonden hun basis in Verordening (EG) nr. 216/2008, die recentelijk is vervangen door Verordening (EU) nr 2018/1139. In Bijlage II bij de oude basisverordening wordt een aantal categorieën luchtvaartuigen uitgezonderd van de werking van die verordening. Deze luchtvaartuigen zijn daarom nationaal gereguleerd. Onder meer lichte gyrokopters met onder de oude basisverordening een maximum startmassa, dat wil zeggen de massa die een luchtvaartuig mag hebben wanneer het zich van het aardoppervlak verheft, van 560 kg vallen buiten de werking van de basisverordening. Onder de nieuwe basisverordening wordt deze grens gesteld op 600 kg.

Gezien de ontwikkelingen zoals in het algemene deel is toegelicht, is de noodzaak ontstaan om de nationale brevettering aan te passen aan de Europese brevetteringsregels en dient de huidige koppeling met de helikopter losgelaten te worden. In verband met deze categoriewijziging van de gyrokopter wordt met name de definiëring van dit type luchtvaartuigen in het Bl aangepast. Deze wijziging in de definitie heeft verder geen inhoudelijke consequenties voor het Bl en de onderliggende regelgeving.

Artikel III

Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten in die zin dat een vroegere inwerkingtredingsdatum dan het eerstvolgende vaste verandermoment wordt beoogd. De grond hiervoor is Ar. 4.17, vijfde lid, onderdeel a. De direct belanghebbende partijen hebben baat bij een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding en zouden economisch nadeel ondervinden wanneer inwerkingtreding pas op het eerstvolgende vaste verandermoment plaatsvindt. Met de vervroegde inwerkingtreding wordt het voor de gyrokopteropleidingscentra mogelijk de verwachte kostenbesparingen onmiddellijk te realiseren, zonder een verplichte wachttijd.

Ook voor andere betrokken partijen zoals de ILT en het KIWA is een eerdere inwerkingtredingsdatum niet nadelig.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PbEU 2008, L 79).

X Noot
2

Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PbEU 2018, L 212).

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven