Besluit van 22 februari 2019, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 22 februari 2017 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal (Stb. 2017, 85)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 20 februari 2019, nr. 1430473(6692), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VII van de Wet van 22 februari 2017 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal (Stb. 2017, 85);

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Met ingang van 15 maart 2019 treden de volgende onderdelen van artikelen van de Wet van 22 februari 2017 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal (Stb. 2017, 85) in werking:

  • 1. artikel I, onderdeel F, voor wat betreft artikel 38h, derde lid, van de Wet op het primair onderwijs;

  • 2. artikel II, onderdeel F, voor wat betreft artikel 38h, derde lid, van de Wet op de expertisecentra;

  • 3. artikel III, onderdeel E, voor wat betreft artikel 41g, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • 4. artikel IV, onderdeel E, voor wat betreft artikel 4.4.7, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

ARTIKEL II

Met ingang van 15 maart 2019 treden de volgende onderdelen van artikelen van het Besluit van 7 juni 2017 tot wijziging van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, het Besluit informatievoorziening WVO en het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met de gegevenslevering voor en de gegevensverstrekking uit het lerarenregister en het registervoorportaal in werking:

  • 1. Artikel II, de laatste alinea van paragraaf 2.4 van bijlage 2.

  • 2. Artikel III, de laatste alinea van paragraaf 3 van bijlage 4.

Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 februari 2019

Willem-Alexander

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Uitgegeven de elfde maart 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van artikel 38h, derde lid, WPO en WEC, artikel 41g, derde lid, WVO en artikel 4.4.7, derde lid, WEB is het mogelijk dat leraren die zonder te zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming zich registreren in het portfolio van het lerarenregister. De bepalingen uit de zogenoemde «Wet beroep leraar» die dat regelen waren nog niet opengesteld omdat het technisch nog niet mogelijk was deze gegevens te verwerken. Thans is dat wel mogelijk. Ook deze leraren kunnen derhalve vanaf 15 maart 2019 van de portfoliotool gebruik maken.

In dat geval is er geen bevoegd gezag die verantwoordelijkheid draagt voor het leveren van de basisgegevens, maar levert de leraar deze basisgegevens zelf. In verband daarmee treden tevens twee passages in werking in respectievelijk Bijlage 2, behorende bij artikel 4d van het Besluit informatievoorziening WVO, en bijlage 4, behorende bij hoofdstuk 5 van het Uitvoeringsbesluit WEB, uit het zogenoemde «Besluit gegevenslevering». In deze passages is bepaald dat de leraar het bewijsstuk, waarmee hij dient aan te tonen dat hij aan de bekwaamheidseisen voldoet, zoals dat op grond van de bovengenoemde wetsbepalingen is vereist, digitaal moet aanleveren in de vorm van een gewaarmerkte kopie. Wat betreft leraren werkzaam in het primair onderwijs en het speciaal onderwijs is dit op gelijke wijze geregeld in de Regeling informatievoorziening WPO/WEC.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven