Besluit van 20 december 2018 tot wijziging van het Besluit adviescommissie afgesloten strafzaken in verband met een wijziging van de benoeming van commissieleden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 26 november 2018, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2427125;

Gelet op artikel 462, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 december 2018, nr. W.16.18.0376/II);

Gezien het nader rapport van de Minister voor Rechtsbescherming van 18 december 2018, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2448882;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 5 van het Besluit adviescommissie afgesloten strafzaken wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie geschiedt voor een periode van ten minste vier en ten hoogste zes jaar. Zij kunnen eenmaal voor een gelijke periode worden herbenoemd.

2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vijfde en zesde lid, worden na het tweede lid twee leden ingevoegd, luidende:

  • 3. Leden en plaatsvervangende leden kunnen voor een periode van ten minste vier en ten hoogste zes jaar worden benoemd tot plaatsvervangend lid respectievelijk lid. Zij kunnen eenmaal voor een gelijke periode worden herbenoemd.

  • 4. Het lidmaatschap eindigt door:

    • a. het aflopen van de periode van benoeming of herbenoeming;

    • b. ontslag; of

    • c. het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 20 december 2018

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de achtentwintigste december 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

Dit besluit bevat een technische wijziging van de wijze waarop leden en plaatsvervangende leden van de adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS) worden benoemd. Deze onafhankelijke commissie heeft tot taak het adviseren van de procureur-generaal bij de Hoge Raad over de wenselijkheid van nader onderzoek naar de aanwezigheid van een herzieningsgrond in afgesloten strafzaken (vgl. artikel 461 Wetboek van Strafvordering). De ACAS adviseert in dikwijls complexe zaken en is van grote maatschappelijke waarde. Het is dan ook van belang dat de in de ACAS aanwezige kennis en ervaring worden geborgd. De huidige regels omtrent de benoeming van (plaatsvervangende) leden vormen hiervoor een belemmering.

In artikel 5 van het Besluit adviescommissie afgesloten strafzaken is bepaald dat (plaatsvervangende) leden voor een periode van tussen de vier en zes jaar worden benoemd, met de mogelijkheid tot herbenoeming voor eenzelfde periode. Een groot deel van de (plaatsvervangende) leden is in 2012 voor vier jaar benoemd (Jaarverslag ACAS 2017, p. 14). Deze benoeming is in 2016 met vier jaar verlengd. Hieruit volgt dat in 2020 een groot deel van de ACAS moet worden vervangen, waardoor veel van de opgedane kennis en ervaring verloren dreigt te gaan. Ter voorkoming hiervan is het wenselijk dat de door- en uitstroom van leden van het ACAS meer geleidelijk plaatsvindt. Ook het WODC merkt in het evaluatierapport van de Wet hervorming herziening ten voordele op dat een betere doorstroming van commissieleden wenselijk is (WODC, Evaluatie Wet hervorming herziening ten voordele, p. 161).

Dit besluit maakt mogelijk dat plaatsvervangende commissieleden kunnen worden benoemd tot regulier commissielid en vice versa. Hierdoor wordt een meer geleidelijke doorstroming binnen de ACAS bevorderd, waardoor opgedane kennis en ervaring beter worden overgedragen en niet verloren gaan.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Deze wijziging van het Besluit adviescommissie afgesloten strafzaken maakt mogelijk dat plaatsvervangende commissieleden tijdens hun benoeming (en eventuele herbenoeming), kunnen worden benoemd tot regulier commissielid. Omgekeerd kunnen reguliere commissieleden tijdens hun benoeming (en eventuele herbenoeming) worden benoemd tot plaatsvervangend commissielid.

De benoeming tot plaatsvervangend lid of regulier lid is op grond van het derde lid (nieuw) enkel mogelijk wanneer de persoon in kwestie niet in een eerder stadium is benoemd tot plaatsvervangend lid respectievelijk regulier lid. Hiermee wordt voorkomen dat commissieleden meerdere malen in dezelfde functie kunnen worden benoemd en – in theorie – oneindig lang deel kunnen uitmaken van de ACAS. Als wordt uitgegaan van de maximale benoemingsduur en toepassing van de herbenoemingsmogelijkheid, kan een persoon op grond van dit besluit maximaal twaalf jaar lang (benoeming voor zes jaar plus verlenging van zes jaar) als regulier commissielid en twaalf jaar lang als plaatsvervangend commissielid (eveneens benoeming voor zes jaar plus verlenging van zes jaar) deel uitmaken van de commissie. De mogelijke lange benoemingsduur is wenselijk gezien de benodigde bijzondere expertise in de ACAS. Evenwel merk ik op dat toekomstige leden van de ACAS niet automatisch voor de maximale duur (inclusief herbenoeming) worden benoemd, maar dat per benoeming wordt bezien welke benoemingsduur gewenst is.

Daarnaast merk ik op dat waar voor een benoeming de termijn uiteen kan lopen van vier tot zes jaar, dit ook geldt voor de herbenoemingstermijn. Deze laatste kan dus korter of langer duren dan in de eerste periode, uiteraard binnen het gestelde minimum c.q. maximum.

In het nieuwe vierde lid zijn de reeds bestaande mogelijkheden waarop het lidmaatschap van de commissie kan eindigen, samengevoegd. Dit lid is zowel van toepassing op benoemingen van nieuwe leden op grond van het tweede lid als op benoemingen van bestaande leden op grond van het derde lid (nieuw).

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019. Hierdoor is het mogelijk dat in het kalenderjaar 2019 benoemingen op grond van de gewijzigde regels plaatsvinden, waardoor wordt voorkomen dat in 2020 een groot deel van de leden van de ACAS moet worden vervangen.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven