Besluit van 19 december 2018 tot inwerkingtreding van artikel IX, onderdelen A tot en met Ia van het Belastingplan 2018

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 18 december 2018, nr. 2018-0000216402, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Internationale Zaken en Verbruiksbelastingen;

Gelet op artikel XV, tweede lid, van het Belastingplan 2018;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. Artikel IX, onderdelen A tot en met Ia, van het Belastingplan 2018 treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

  • 2. Tot 1 januari 2022 wordt artikel IX, onderdelen A tot en met I, van het Belastingplan 2018 niet toegepast ten aanzien van de overbrenging van afvalstoffen uit Nederland met toepassing van een ingevolge Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU 2006, L 190) bij beschikking verleende toestemming tot overbrenging van afvalstoffen uit Nederland die is verleend vóór 25 oktober 2018.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 19 december 2018

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel

Uitgegeven de achtentwintigste december 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van artikel IX, onderdelen A tot en met Ia van het Belastingplan 2018.

Artikel IX, onderdelen A tot en met I en Ia van het Belastingplan 2018, zoals gewijzigd bij artikel XVI van Overige fiscale maatregelen 2019 treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Deze onderdelen wijzigen de Wet belastingen op milieugrondslag waarbij de heffing van afvalstoffenbelasting bij verwijdering buiten Nederland van in Nederland ontstane afvalstoffen wordt geregeld. Deze heffing sluit aan bij de kennisgevingsprocedure die in het kader van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (EVOA) geldt.1 De belasting wordt geheven van de kennisgever, bedoeld in artikel 2, vijftiende lid, EVOA, aan wie de toestemming tot overbrenging van de betreffende afvalstoffen uit Nederland is verleend.

Voorts wordt bepaald dat de belasting tot 1 januari 2022 niet van toepassing is ten aanzien van de overbrenging van afvalstoffen met toepassing van een EVOA-vergunning die is verleend vóór 25 oktober 2018. Wellicht ten overvloede wordt vermeld dat artikel XV, tweede lid, van het Belastingplan 2018 zoals dat artikel is gewijzigd bij artikel XVIA van Overige fiscale maatregelen 2019 alleen ruimte biedt om een overgangsregeling te treffen voor EVOA-vergunningen die vóór genoemde datum zijn afgegeven. Doel van de overgangsbepaling is om kennisgevers met lopende EVOA-vergunningen niet te overvallen met verplichtingen in het kader van de heffing van afvalstoffenbelasting.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
1

Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU 2006, L 190).

Naar boven