Besluit van 20 november 2018 tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte in verband met indexering van de boetebedragen 2019

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 9 oktober 2018, nr. 2382635, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 154b, zesde lid, van de Gemeentewet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 oktober 2018, nr. W16.18.0316/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 14 november 2018, nr. 2406094, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De bijlage van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 20 november 2018

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de vierde december 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Bijlage bij de wijziging van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte in verband met indexering van de boetebedragen 2019

Bijlage als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte

A. Voorschrift uit de plaatselijke verordening

Boete in euro’s

A.1

 

Op door het college aangewezen openbare plaatsen gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek verspreiden dan wel openlijk aanbieden

140

   

A.2

 

Zonder vergunning op een openbare plaats als dienstverlener optreden of zijn diensten als zodanig aanbieden

190

   

A.3

 

Als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids ten behoeve van publiek optreden op een door de burgemeester aangewezen openbare plaats, waar dit niet is toegestaan

190

   

A.4

 

De weg of een weggedeelte anders gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, waardoor

 

– aan de weg schade wordt toegebracht of kan worden toegebracht

240

– de bruikbaarheid van de weg wordt belemmerd of kan worden belemmerd

240

– het beheer of onderhoud van de weg wordt belemmerd of kan worden belemmerd

240

   

A.5

 

Zonder vergunning of anders dan de daarin gestelde voorwaarden de weg of een weggedeelte gebruiken anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan (bijv. terrasverbod, reclameborden)

240

   

A.6

 

Zich met een winkelwagentje op of aan de weg bevinden op meer dan de toegestane afstand van het bedrijf dat het winkelwagentje ter beschikking heeft gesteld

95

   

A.7

 

Als houder van een openbare inrichting na sluitingstijd

 

– die inrichting voor bezoekers geopend hebben

280

– in die inrichting bezoekers laten verblijven

280

   

A.8

 

Zich als bezoeker in een openbare inrichting bevinden

 

– na sluitingstijd

95

– gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn

95

   

A.9

 

Een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is bekrassen of bekladden

140

   

A.10

 

Op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding dan wel met enigerlei stof enige afbeelding, letter, cijfer of teken aanplakken of op andere wijze aanbrengen

140

   

A.11

 

Aanplakborden gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame

140

   

A.12

 

Als houder van een schriftelijke toestemming niet voldoen aan de verplichting om op eerste vordering van een opsporingsambtenaar de schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats/dat gedeelte van een onroerende zaak ter inzage af te geven

95

   

A.13

 

Op de weg of openbaar water enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur- of verfstof of verfgereedschap vervoeren of bij zich hebben

140

   

A.14

 

Op een openbare plaats klimmen of zich bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hek, heining of andere afsluiting, verkeersmeubilair of daarvoor niet bestemd straatmeubilair

95

   

A.15

 

Op een openbare plaats zich zodanig ophouden dat voor andere gebruikers of bewoners van nabij die plaats gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt

140

   

A.16

 

Zonder redelijk doel zich in een portiek of poort ophouden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of liggen

95

   

A.17

 

Zonder redelijk doel zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van dat gebouw

95

   

A.18

 

(In of op) een portaal, telefooncel, wachtlokaal voor openbaar vervoer, parkeergarage, rijwielstalling of een andere voor het publiek toegankelijke ruimte

 

– zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden

140

– verontreinigen

140

– voor een ander doel gebruiken dan waarvoor die ruimte bestemd is

95

   

A.19

 

Als persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied alcoholhoudende drank nuttigen

95

   

A.20

 

Als persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben

95

   

A.21

 

Op uren en/of plaatsen die door het college of de burgemeester zijn aangewezen zich met een fiets of bromfiets bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt

45

   

A.22

 

Als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen op

 

– een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd

95

– een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats

140

– een weg zonder dat de hond is voorzien van een halsband die of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennen

95

– een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan de met het toezicht belaste ambtenaar

95

– een door het College aangewezen plaats buiten de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd

95

   

A.23

 

Als degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft, niet voldoen aan de verplichting ervoor te zorgen dat de uitwerpselen van die hond onmiddellijk worden verwijderd van die openbare plaats

140

   

A.24

 

Als eigenaar of houder van een hond deze laten verblijven of laten lopen op een openbare plaats of op een terrein van een ander

 

– terwijl na aanzegging van de burgemeester of het college deze hond niet kort is aangelijnd

240

– terwijl na aanzegging van de burgemeester of het college deze hond niet kort is aangelijnd en gemuilkorfd

240

– zonder dat deze hond is voorzien van een afleesbare microchip met uniek identificatienummer dat in verband met het gedrag van de hond is verstrekt

240

   

A.25

 

Als degene die buiten een inrichting de zorg heeft voor een dier, niet voorkomen dat dit dier voor de omgeving (geluid)hinder veroorzaakt

140

   

A.26

 

Als rechthebbende op herkauwende dieren, eenhoevige dieren of varkens die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, niet voldoen aan de verplichting om zodanige maatregelen te treffen dat dit vee die weg niet kan bereiken

140

   

A.27

 

Consumentenvuurwerk gebruiken op een door het college aangewezen plaats waar dit gebruik verboden is

100

   

A.28

 

Op een openbare plaats consumentenvuurwerk gebruiken terwijl dat gevaar, schade of overlast kan veroorzaken

100

   

A.29

 

Binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte doen buiten een daarvoor bestemde plaats

140

   

A.30

 

Buiten een daartoe bestemd kampeerterrein kampeermiddelen plaatsen of geplaatst houden ten behoeve van recreatief nachtverblijf

140

   

A.31

 

De weg als slaapplaats gebruiken

140

   

A.32

 

Met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een door het college aangewezen gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan

 

a. voor gezagvoerders/schippers

95

b. voor een ieder

95

   

A.33

 

Als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden

140

   

A.34

 

Zich zonder redelijk doel aan een vaartuig in openbaar water vasthouden, daarop klimmen of zich daarop of daarin begeven of bevinden

95

   

A.35

 

Rijden of zich bevinden met een motorvoertuig/(brom)fiets of een paard binnen een voor publiek toegankelijk natuurgebied, park, plantsoen of voor recreatief gebruik beschikbaar terrein

 

a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen

140

b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen

140

c. voor bromfietsers en snorfietsers

95

d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor

55

e. voor overige weggebruikers

55

   

A.36

 

Zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op bij de gemeente in onderhoud zijnde parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken

45

   

A.37

 

Met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook

 

a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen

140

b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen

140

c. voor bromfietsers en snorfietsers

95

d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor

55

e. voor overige weggebruikers

55

   

A.38

 

Een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied anders dan tot doel van dagrecreatie

140

   

A.39

 

Een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied door zich als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in een vastgestelde periode te bevinden buiten een aangewezen gebied, waar het verblijf van de hond is toegestaan

95

   

A.40

 

Op een openbare plaats, al dan niet binnen een door het College aangewezen gebied, softdrugs gebruiken

95

   

A.41

 

Door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten bewegen, uitnodigen of aanlokken tot het gebruik maken van diensten van een prostituee buiten de door het college aangewezen wegen of gebieden

240

   

A.42

 

Zonder vergunning een openbare inzameling van geld of goederen houden of daartoe een intekenlijst aanbieden

140

   

A.43

 

Venten op door het college aangewezen (verboden) openbare plaatsen

140

   

A.44

 

Venten op door het college aangewezen (verboden) dagen of uren

140

   

A.45

 

Zonder vergunning op of aan de weg of openbaar water dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats een standplaats innemen of hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren, dan wel diensten aan te bieden

140

B. Voorschrift uit de plaatselijke verordening (milieu)

Boete in euro’s

B.1

 

Als particulier buiten een inrichting toestellen of geluidsapparaten in werking hebben of handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt

140

   

B.2

 

In/op een bos, heide, veengrond, duingebied dan wel binnen een afstand van dertig meter daarvan

 

– roken gedurende een door het college aangewezen periode

140

– in de open lucht brandende dan wel smeulende voorwerpen wegwerpen/laten vallen of liggen

280

   

B.3

 

In de open lucht vuur aanleggen, stoken of hebben

280

C. Voorschrift uit de afvalstoffenverordening, voor zover betrekking hebbend op:

Boete in euro’s

C.1

 

Het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

140

   

C.2

 

Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

95

   

C.3

 

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen

95

   

C.4

 

Buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, een stof of voorwerp in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu

380

   

C.5

 

Het achterlaten van straatafval in de openbare ruimte

140

   

C.6

 

Het doorzoeken of verspreiden van afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan

140

   

C.7

 

Het achterlaten van zwerfafval bij vervoeren, laden of lossen van afvalstoffen

140

   

C.8

 

Het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen

240

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van artikel 154b van de Gemeentewet zijn gemeenten bevoegd om een bestuurlijke boete op te leggen voor overtreding van plaatselijke voorschriften betreffende gedragingen die kunnen leiden tot overlast in de openbare ruimte. Het bestuursrechtelijk optreden door gemeenten tegen dit soort overlastfeiten is nader uitgewerkt in het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (hierna: Bboor). De bijlage bij het Bboor bevat voor een aantal bestuurlijk beboetbare overlastfeiten een vast boetebedrag. Deze boetebedragen worden sinds eind 2016 jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI). Dit wijzigingsbesluit indexeert de tarieven met 1,7%. Dit percentage is gebaseerd op de ontwikkeling van de CPI in de periode van 1 juni 2017 tot 1 juni 2018. Na afronding leidt de indexering alleen tot verhoging van het boetebedrag voor de feiten met een huidig boetebedrag van € 230. Het boetebedrag voor die feiten wordt € 240.

De boetebedragen uit de bijlage zijn, zoals gebruikelijk in de systematiek van het Bboor,1 afgestemd op de boetebedragen die het Openbaar Ministerie hanteert in strafbeschikkingen voor dezelfde feiten, om rechtsongelijkheid te voorkomen tussen de bestuursrechtelijke en de strafrechtelijke handhaving van overlastfeiten in de openbare ruimte. Deze wijziging is gebaseerd op de 23e uitgave van de «Tekstenbundel voor misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen», waarin het Openbaar Ministerie jaarlijks landelijk de tarieven vaststelt. Ook de formulering van de overlastfeiten is gebaseerd op de 23e uitgave van de OM-Tekstenbundel en daarnaast op bijlage I bij het Besluit OM-afdoening zoals dat komt te luiden met ingang van 1 januari 2019. De formulering sluit nauw aan bij de model-algemene plaatselijke verordening (model-APV) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

In de delen A en C van de bijlage zijn enkele overlastfeiten geschrapt omdat er in de OM-Tekstenbundel geen vast boetebedrag meer is vastgesteld voor de strafrechtelijke handhaving van die feiten. De reden van dat laatste is in de meeste gevallen dat die feiten niet (meer) opgenomen staan in de model-APV. Het gaat om de volgende feiten:

  • het na gebruik onbeheerd achterlaten van een winkelwagentje op een openbare plaats (A.6 oud);

  • zonder een vergunning of in afwijking van een vergunning een evenement organiseren (A.8 oud);

  • op (of aan) een openbare plaats een (brom)fiets plaatsen of laten staan tegen een raam, raamkozijn, deur of gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek in strijd met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiek of waardoor die ingang wordt versperd (A.23 oud);

  • een (brom)fiets op een door het college aangewezen plaats onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen laten staan (A.24 oud);

  • zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip ophouden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een zich daarin bevindende persoon te bespieden (A.26 oud);

  • een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker of ander optisch instrument bespieden (A.27 oud);

  • door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten bewegen, uitnodigen of aanlokken tot het gebruik maken van diensten van een prostituee buiten de door het college vastgestelde tijden (A.47 oud, tweede streepje);

  • het zich ontdoen van een autowrak, afkomstig uit een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken (C.9 oud).

Het schrappen van deze feiten uit de bijlage heeft geen gevolgen voor hun bestuurlijke beboetbaarheid. Een feit is bestuurlijk beboetbaar als dat volgt uit artikel 154b van de Gemeentewet, in samenhang met de artikelen 2 en 3 Bboor. De bijlage bij het Bboor vermeldt alleen bestuurlijk beboetbare feiten als daaraan een vast boetebedrag is toegekend in de OM-Tekstenbundel. Verder bevat de bijlage bij het Bboor alleen het boetebedrag voor overtredingen door natuurlijke personen. Voor niet in de bijlage opgenomen overlastfeiten en voor overtredingen begaan door rechtspersonen stelt de gemeenteraad de hoogte van de boete vast bij verordening (zie artikel 154b, zesde lid, tweede volzin, Gemeentewet).

De bestuurlijke boete kan voor natuurlijke personen per gedraging niet hoger zijn dan het bedrag van de geldboete van de eerste categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, Wetboek van Strafrecht (in 2019: € 415), en voor rechtspersonen per gedraging niet hoger dan € 2.250 (artikel 154b, zesde lid, derde volzin, Gemeentewet). Een bestuurlijke boete kan slechts worden opgelegd aan personen die ten tijde van de overtreding 12 jaar of ouder waren. De bestuurlijke boete wordt voor personen die ten tijde van de overtreding nog geen zestien jaar oud waren, gehalveerd (artikel 154b, zevende lid, Gemeentewet). Voor recidive kan geen hogere boete worden opgelegd.2 Omwille van de overzichtelijkheid ligt het in de rede dat iedere gemeente die tegen overlast in de openbare ruimte optreedt met het instrument van de bestuurlijke boete, zelf een volledig overzicht publiceert van de boetebedragen die binnen de gemeente gelden.

Uit het legaliteitsbeginsel, vastgelegd in artikel 5:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, volgt dat de hogere bedragen uit de bijlage alleen gelden voor gedragingen op of na 1 januari 2019.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Zie Stb. 2008, 580, p. 12, en Stb. 2016, 512, p. 8.

X Noot
2

Zie Kamerstukken II 2005/06, 30 101, nr. 6, p. 26 en Kamerstukken I 2007/08, 30 101, C, p. 13.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven