Wet van 12 oktober 2018 tot wijziging van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1258/2013, Verordening (EU) nr. 1259/2013, Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1011 en Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1013

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van:

  • Verordening (EU) nr. 1258/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004 inzake drugsprecursoren (PbEU 2013, L 330);

  • Verordening (EU) nr. 1259/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (PbEU 2013, L 330);

  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1011 van de Commissie van 24 april 2015 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie (PbEG 2015, L 162);

  • Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1013 van de Commissie van 25 juni 2015 tot vaststelling van voorschriften met betrekking tot Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren (PbEG 2015, L 162);

noodzakelijk is de Wet voorkoming misbruik chemicaliën te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet voorkoming misbruik chemicaliën wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 worden komen de onderdelen d en e te luiden:

d. Uitvoeringsverordening:

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1013 van de Commissie van 25 juni 2015 tot vaststelling van voorschriften met betrekking tot Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren (PbEU 2015, L 162);

e. Gedelegeerde Verordening:

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1011 van de Commissie van 24 april 2015 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie (PbEU 2015, L 162).

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. de artikelen 3, tweede, derde, zesde lid en lid 6 bis, en 8, eerste en tweede lid, van Verordening nr. 273/2004 en de artikelen 6, eerste lid, 7, eerste lid, 8, eerste lid, 9, 12, eerste lid, en 20 van Verordening nr. 111/2005;

2. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. artikel 3, achtste lid, van de Gedelegeerde Verordening;

3. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. de artikelen 3, eerste lid, 4, eerste, tweede en derde lid, 5, eerste tot en met zesde lid, en 7, eerste alinea, van Verordening nr. 273/2004, de artikelen 3, 4, 5, 14, tweede lid, en 22 van Verordening nr. 111/2005 en de artikelen 3, eerste en negende lid, 5, eerste lid, eerste alinea, van de Gedelegeerde Verordening, de artikelen 6, eerste alinea, 7, eerste lid, en 11, achtste, negende en tiende lid van de Uitvoeringsverordening.

C

Na artikel 2 wordt ingevoegd:

Artikel 2a

Artikel 2 kan bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd in verband met aanpassingen van verwijzingen naar bindende EU-rechtshandelingen of onderdelen daarvan, voor zover de aanpassingen niet inhoudelijk van aard zijn.

D

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1. Het besluit op een aanvraag van een vergunning of een registratie, een speciale vergunning of een speciale registratie, als bedoeld in Verordening nr. 273/2004 en Verordening nr. 111/2005, dan wel het besluit tot schorsing of intrekking van een vergunning of registratie, een speciale vergunning of een speciale registratie, wordt genomen door Onze Minister.

  • 2. Voor zover Verordening nr. 273/2004, Verordening nr. 111/2005, Uitvoeringsverordening of de Gedelegeerde Verordening uitdrukkelijk een grondslag geeft voor het stellen van voorschriften door de lidstaten kunnen bij regeling van Onze Minister uitvoeringsregels van ondergeschikte aard worden gesteld.

2. In het derde lid, eerste volzin, wordt na «vergunning» ingevoegd: of een registratie.

3. In het derde lid, tweede volzin, wordt na «vergunningen» ingevoegd: , registraties.

E

Artikel 4, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. Na «geregistreerde stoffen» wordt ingevoegd: als bedoeld in Verordening nr. 273/2004 en Verordening nr. 111/2005.

2. De zinsnede «het grondgebied van de Gemeenschap» wordt vervangen door: het douanegebied van de Unie.

F

Na artikel 4 wordt ingevoegd:

Artikel 5

  • 1. De bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren zijn belast met:

    • a. het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet;

    • b. het verrichten van taken die worden gevorderd door Verordening nr. 273/2004, Verordening nr. 111/2005, de Gedelegeerde Verordening en de Uitvoeringsverordening.

  • 2. Indien de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, ambtenaren betreft, ressorterende onder een ander ministerie dan dat van Onze Minister, wordt het desbetreffende besluit genomen in overeenstemming met Onze Minister die het mede aangaat.

G

Artikel 13 vervalt.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 12 oktober 2018

Willem-Alexander

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Uitgegeven de eenendertigste oktober 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 848

Naar boven