Besluit van 5 oktober 2018, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een artikel van de Wet dieren alsmede tot het doen vervallen van een artikel van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en het intrekken van het Fokkerijbesluit en de Fokkerijregeling

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 oktober 2018, nr. WJZ/18035938;

Gelet op artikel 12.2 van de Wet dieren en artikel 130a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Artikel 2.6, eerste en derde lid, van de Wet dieren treedt in werking met ingang van 1 november 2018.

Artikel 2

Artikel 76 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren vervalt met ingang van 1 november 2018.

Artikel 3

Het Fokkerijbesluit en de Fokkerijregeling worden ingetrokken met ingang van 1 november 2018.

Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 5 oktober 2018

Willem-Alexander

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Uitgegeven de negentiende oktober 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt drie zaken. Ten eerste wordt het tijdstip vastgesteld waarop artikel 2.6, eerste en derde lid, van de Wet dieren in werking treedt. Artikel 12.2 van die wet bepaalt dat het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen van de wet voor de verschillende artikelen of de onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Artikel 2.6 van de Wet dieren biedt de grondslag om regels vast te stellen over het fokken van dieren. Op basis van artikel 6.4 in combinatie met artikel 2.6, derde lid, van de Wet dieren kan uitvoering worden gegeven aan de nieuwe Europese Fokkerijverordening 2016/10121.

Ten tweede vervalt artikel 76 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Artikel 130a van die wet bepaalt dat de verschillende artikelen van deze wet, of onderdelen daarvan, kunnen komen te vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden bepaald. Regels over fokkerij zullen voortaan op grond van de Wet dieren kunnen worden vastgesteld en niet langer op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

Ten derde worden het Fokkerijbesluit en de Fokkerijregeling ingetrokken. Deze intrekking geschiedt omdat artikel 76 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren vervalt en dit artikel de grondslag vormt voor de genoemde regelgeving. Deze expliciete intrekking volgt uit aanwijzing 6.24 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Voorheen kon worden volstaan met een mededeling in de toelichting bij de intrekkingshandeling dat door het vervallen van de delegatiegrondslag de uitvoeringsregelingen van rechtswege zijn vervallen. Met een expliciete intrekking worden onduidelijkheden voorkomen.

De datum van inwerkingtreding is 1 november 2018. Dit is de datum van inwerkingtreding van de genoemde Europese Fokkerijverordening 2016/1012. Dit is een uitzondering op de vaste verandermomenten, maar het betreft hier één van de toegestane uitzonderingen, namelijk de implementatie van bindende EU-rechtshandelingen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Verordening (EU) 2016/1012 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de zoötechnische en genealogische voorwaarden voor het fokken van, de handel in en de binnenkomst in de Unie van raszuivere fokdieren, hybride fokvarkens en levende producten daarvan en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 652/2014, de Richtlijnen 89/608/EEG en 90/425/EEG van de Raad en tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van dierfokkerij («Fokkerijverordening») (PbEU 2016, L 171)

Naar boven