Besluit van 13 september 2018, houdende wijziging van het Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener voor het instellen van een tijdelijk register voor de bachelor medisch hulpverlener alsmede een wijziging van Registratiebesluit BIG

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Medische Zorg van 11 juli 2018, kenmerk 1380775-179240-WJZ;

Gelet op artikelen 5, tweede en vierde lid, 11, 36b, eerste lid, 42, vijfde lid, en 94 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 augustus 2018, no. W13.18.0201/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Medische Zorg van 11 september 2018, kenmerk 1415913-179240-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Door Onze Minister wordt een tijdelijk register ingesteld en beheerd waarin degene die aan de daarvoor gestelde voorwaarden voldoet op zijn aanvraag wordt ingeschreven als bachelor medisch hulpverlener voor de duur van dit besluit.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het eerste en tweede lid tot het tweede lid en derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1. Het recht tot het voeren van de titel bachelor medisch hulpverlener is voorbehouden aan degene die is ingeschreven in het tijdelijk register, bedoeld in artikel 2, derde lid.

2. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

  • 2. Om in het tijdelijk register, bedoeld in artikel 2, derde lid, als bachelor medisch hulpverlener te kunnen worden ingeschreven, is vereist dat betrokkene in het bezit is van:

    • a. een getuigschrift waaruit blijkt dat betrokkene het afsluitende examen van een opleiding voor bachelor medisch hulpverlener met goed gevolg heeft afgelegd, welke opleiding is opgenomen in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs en die voldoet aan de artikelen 4 en 5, of

    • b. een door Onze Minister afgegeven verklaring van vakbekwaamheid:

      • i. waaruit blijkt dat betrokkene een examen heeft afgelegd van een opleiding, die is gericht op de uitoefening van het beroep van bachelor medisch hulpverlener en aan de betrokkene daarvan een getuigschrift is uitgereikt dat niet is afgegeven binnen een staat aangesloten bij de overeenkomst van Oporto van 2 mei 1992 betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132) of Zwitserland, en

      • ii. waarin Onze Minister verklaart dat de door de betrokkene verworven vakbekwaamheid voor de toepassing van deze wet geacht kan worden gelijkwaardig te zijn aan de vakbekwaamheid welke uit de artikelen 4 en 5 kan worden afgeleid, of

    • c. een door Onze Minister afgegeven erkenning van beroepskwalificaties als bachelor medisch hulpverlener in de zin van de Algemene Wet Erkenning EU-beroepskwalificaties.

3. In het derde lid (nieuw) wordt «eerste lid» telkens vervangen door «tweede lid».

C

In de aanhef van artikel 4 wordt «artikel 3, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 3, tweede lid, onderdeel a».

D

In artikel 8 wordt «artikel 3, eerste lid, onderdeel b» telkens vervangen door «artikel 3, tweede lid, onderdeel b».

E

Na artikel 8 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

  • 1. De artikelen 2, met uitzondering van artikel 2, eerste lid, onder d, 4, 5, 6, 7 en 8 Registratiebesluit BIG zijn van toepassing met dien verstande dat:

    • a. onder de bescheiden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, Registratiebesluit BIG wordt verstaan de bescheiden, bedoeld in artikel 3, tweede lid;

    • b. onder een getuigschrift als bedoeld artikel 2, vierde lid, Registratiebesluit BIG wordt verstaan de bescheiden, bedoeld in artikel 3, tweede lid;

    • c. dat voor de toepassing van artikel 2, negende lid, onder c, geregistreerde bachelor medisch hulpverleners gelijk worden gesteld aan fysiotherapeuten, verloskundigen en physician assistants;

    • d. onder de verklaring, bedoeld in artikel 2, negende lid, onder e, Registratiebesluit BIG wordt verstaan een verklaring als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b.

  • 2. Indien inschrijving in het register, bedoeld in artikel 2, derde lid, plaatsvindt op grond van een verklaring als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, wordt voor de toepassing van artikel 7 Registratiebesluit BIG die verklaring gelijkgesteld met een verklaring als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onder b, van de wet.

Artikel 8b

  • 1. Onze Minister kan voor 1 januari 2019 reeds besluiten op aanvragen tot inschrijving in het tijdelijk register voor bachelor medisch hulpverleners. Onze Minister besluit daarbij op grond van de eisen zoals geformuleerd in artikel 3, in samenhang met artikelen 4 en 5, zoals die artikelen komen te luiden op 1 januari 2019. Indien Onze Minister in dat geval besluit tot inschrijving, wordt de inschrijving van kracht met ingang van 1 januari 2019.

  • 2. Indien het besluit tot inschrijving op een aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt genomen op een tijdstip na 1 januari 2019, vindt de inschrijving in afwijking van het eerste lid plaats op het tijdstip van het nemen van het besluit.

ARTIKEL II

In artikel 2, negende lid, onderdeel c, van het Registratiebesluit BIG wordt «en verloskundigen» vervangen door «, verloskundigen of physician assistants».

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2019, met uitzondering van artikelen I, onderdeel E, en II, die in werking treden met ingang van 1 oktober 2018.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 13 september 2018

Willem-Alexander

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Uitgegeven de vijfentwintigste september 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Op grond van artikel 36a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: Wet BIG) is het mogelijk om bij algemene maatregel van bestuur (hierna: amvb) beroepsbeoefenaren bij wijze van experiment aan te wijzen als bevoegd tot het verrichten van bepaalde voorbehouden handelingen. Dit zijn de zogeheten experimenteerberoepen. Op grond van artikel 36b is het mogelijk een tijdelijk register in te stellen ten aanzien van deze experimenteerberoepen voor de duur van het experiment. Hiervoor gelden dezelfde bepalingen als voor de registers ingesteld op grond van artikel 3 Wet BIG, met uitzondering van enkele bepalingen over onder andere herregistratie. Het onderhavige besluit stelt een dergelijk tijdelijk register in voor de bachelor medisch hulpverlener, een experimenteerberoep op grond van het Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener.

Door het instellen van een tijdelijk register voor de beoefenaars van tijdelijke beroepen als bedoeld in artikel 36a van de Wet BIG ontstaat voor die beoefenaars tijdelijk een vergelijkbaar wettelijk regime als voor de andere beroepsbeoefenaars waarvoor een register is ingesteld op grond van de Wet BIG. De bescherming van de beroepstitel is voortaan gekoppeld aan inschrijving. Door instelling van het tijdelijk register kunnen voortaan ook alle mogelijke tuchtmaatregelen worden opgelegd aan de bachelor medisch hulpverlener en kunnen die maatregelen openbaar worden gemaakt. Dergelijke maatregelen omvatten onder meer schorsing en doorhaling van de inschrijving in het register, waardoor de beroepsbeoefenaar zijn beroep (tijdelijk) niet mag uitoefenen. Hierdoor kan bij ernstige misstanden adequaat worden opgetreden.

Daarnaast biedt het register het voordeel dat burgers voortaan in het register kunnen nagaan of een zorgverlener die zich bachelor medisch hulpverlener noemt, dat ook daadwerkelijk is. Het instellen van een tijdelijk register voor de bachelor medisch hulpverlener biedt dus betere bescherming voor patiënten.

Indien na afloop van het experiment een wetswijziging in werking treedt waardoor de bachelor medisch hulpverlener wordt opgenomen in artikel 3 van de Wet BIG, krijgt het tijdelijk register een definitief karakter. De eventueel opgelegde tuchtmaatregelen en de met de inschrijving in het tijdelijk register samenhangende rechtsgevolgen blijven hierdoor in stand. Daarbij kan gedacht worden aan op grond van artikel 9 van de Wet BIG in het register geplaatste aantekeningen. Indien het experiment niet wordt omgezet in een permanente situatie, houdt het tijdelijk register op te bestaan.

Taaleis physician assistant

Aangezien de physician assistant is opgenomen in artikel 3 van de Wet BIG, dienen physician assistants zich in het voor hen bestemde register in te schrijven. Het Registratiebesluit BIG stelt voorwaarden aan die inschrijving. Een van die voorwaarden is dat bij indiening van een aanvraag tot inschrijving een bewijs van voldoende beheersing van de Nederlandse taal moet worden overgelegd (artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van het Registratiebesluit BIG).

Met de onderhavige wijziging van het Registratiebesluit BIG wordt bepaald dat een physician assistant als bewijs van voldoende beheersing van de Nederlandse taal een certificaat voor een examen Nederlandse taal op het niveau B2 van het Gemeenschappelijk Europees Opleidingskader kan overleggen indien hij geen diploma’s van primair plus secundair onderwijs van een Nederlandstalige onderwijsinstelling of een diploma van een voltooide Nederlandstalige opleiding tot physician assistant kan overleggen. Omdat het opleidingsniveau van de physician assistant vergelijkbaar is met dat van fysiotherapeuten en verloskundigen, is bepaald dat voor de physician assistant het hetzelfde taalniveau (B2) is vereist als voor die beroepen.

Deze wijziging is per abuis niet meegenomen met het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied physician assistant. Dat wordt op deze manier hersteld.

Financiële lasten en regeldruk

Bachelor medisch hulpverlener

Met onderbrenging van de bachelor medisch hulpverlener in een tijdelijk register op grond van de Wet BIG, zullen de bachelor medisch hulpverleners zitting nemen in de tuchtcolleges en in de Commissie buitenslands gediplomeerden volksgezondheid. De kosten die dit voor de overheid met zich mee brengt is circa € 16.000 per jaar en eenmalig € 80.000. Deze kosten worden gefinancierd uit de begroting VWS en uit de registratietarieven CIBG.

Omschrijving

Kosten

Gedekt uit

– Eenmalig inrichten van nieuw register en personele kosten bij het CIBG

Circa € 80.000

Gefinancierd uit begroting VWS

– Registratie tijdelijk BIG-register

Gefinancierd uit registratietarieven CIBG

Commissie buitenlands gediplomeerden volksgezondheid

Circa € 10.000 per jaar

Gefinancierd uit begroting VWS

Tuchtcolleges

Circa € 6.000 per jaar1

Gefinancierd uit begroting VWS

Totaal

Circa € 16.000 per jaar

 
X Noot
1

Circa 135 bachelor medisch hulpverleners zijn werkzaam in Nederland. In 2015 is schatting van de kosten gebaseerd op de gemiddelde kosten per tuchtzaak (circa € 2.000) en een schatting van het aantal tuchtklachten circa 3.

De registratie in het tijdelijk register zal een bachelor medisch hulpverlener eenmalig € 85 kosten. Dat betekent dat er voor de huidige groep van 135 bachelor medisch hulpverleners (135 * € 85 =) € 11.475 aan eenmalige kosten zijn voor de registratie. Naast de financiële lasten zorgt de registratieplicht ook voor regeldruk. Zo kost het de bachelor medisch hulpverlener ook tijd om zich in te schrijven. Dit wordt geschat op 30 minuten per inschrijving. Uitgaande van een uurtarief van € 48, betekent dit aan eenmalige administratieve lasten een bedrag van (135 bachelor medisch hulpverleners * 0,5 * 48 =) € 3.240 voor de bachelor medisch hulpverlener.

Jaarlijks studeren ongeveer 75 bachelor medisch hulpverleners af. Voor de bachelor medisch hulpverleners die zich na afstuderen zullen gaan registreren zijn de structurele financiële lasten jaarlijks (75 * € 85 =) € 6.375. De regeldruk voor de bachelor medisch hulpverleners komt dan neer op een bedrag van (75 * 0,5 * 48=) € 1.800 per jaar. In totaal leidt dit besluit tot een eenmalige toename van regeldruk van 3.240 euro en structurele toename van 1.800 euro per jaar.

Physician assistant

De physician assistants die de voldoende beheersing van de Nederlandse taal moeten aantonen middels een certificaat voor een examen Nederlandse taal op het niveau B2 dienen een taaltoets af te leggen. De taaltoets is voor eigen rekening. De kosten van de toets bedragen circa € 180.

Voor het afleggen van de toets is geen vooropleiding vereist. De kosten van een vrijwillig te volgen opleiding ter voorbereiding op het bewijs van taalvaardigheid voor de physician assistant zijn in alle prijsklassen beschikbaar en kunnen op diverse plaatsen gevolgd worden. Met een vooropleiding meegerekend, dient men voor het behalen van het bewijs van taalvaardigheid minimaal drie maanden uit te trekken.

In de afgelopen vijf jaar zijn er geen physician assistants in Nederland werkzaam geweest waarbij een dergelijke toets nodig zou zijn. Een schatting van het aantal inschrijvingen van deze groep in de komende jaren is daarmee lastig te geven, maar zal waarschijnlijk niet meer dan één per jaar zijn.

Toetsen

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft aangegeven zich in de bovenstaande beschrijving en berekening van de regeldrukeffecten te kunnen vinden.

De fraudetoets is uitgevoerd. Het risico op fraude met echtheid van getuigschrift is klein en er staan voldoende beheersmiddelen en sancties tegenover.

Het CIBG heeft een uitvoeringstoets uitgevoerd. Het CIBG voorziet geen knelpunten in de uitvoering. De registratieprocedure wijkt niet af van die van andere beroepen en is in de praktijk werkbaar gebleken.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Door middel van het nieuwe derde lid van artikel 2 wordt het tijdelijk register voor de bachelor medisch hulpverlener ingesteld. Degenen die voldoen aan de eisen die de Wet BIG en het Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener kunnen daarin op aanvraag worden ingeschreven.

De bachelor medisch hulpverleners worden ingeschreven voor de duur van het experiment waarbij de bachelor medisch hulpverlener bepaalde voorbehouden handelingen mag verrichten. Mocht de het beroep van bachelor medisch hulpverlener na afloop van het experiment worden opgenomen in artikel 3, dan gaat het tijdelijk register op het tijdstip dat de wet, bedoeld in artikel 36a, achtste lid, onder a, van de Wet BIG in werking treedt, over in het wettelijk ingestelde register. Op grond van artikel 36b, vijfde lid, hoeven degenen die nog geen vijf jaar zijn ingeschreven in het tijdelijke register zich pas vijf jaar na inschrijving in het tijdelijk register te herregistreren in het nieuwe register.

Onderdeel B

In onderdeel B wordt artikel 3 van het Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener aangepast. Met het nieuwe eerste lid wordt het recht tot het voeren van de titel bachelor medisch hulpverlener gekoppeld aan inschrijving in het tijdelijk register, in plaats van aan bepaalde kwalificaties. In samenhang met artikel 2, eerste lid, van het Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener heeft dit tot gevolg dat voortaan alleen degenen die in het tijdelijk register voor bachelor medisch hulpverlener zijn ingeschreven de handelingen mogen uitvoeren die zijn voorbehouden aan de bachelor medisch hulpverlener op grond van artikel 7 van het besluit. Daarmee is ook bewerkstelligd dat tuchtmaatregelen zoals doorhaling van de inschrijving in het register het beoogde effect hebben.

De vereisten uit het oude artikel 3, eerste lid, komen overigens geheel terug in het tweede lid (nieuw). Deze vereisten zijn dus nog steeds van essentieel belang om bachelor medisch hulpverlener te kunnen worden. Vanwege de aanpassing van de aanhef van artikel 3, tweede lid (nieuw), is het efficiënter de overige onderdelen opnieuw te formuleren dan deze te wijzigen. In het tweede lid (nieuw) zijn eisen gesteld waaraan een beroepsbeoefenaar moet voldoen om in het tijdelijk register voor bachelor medische hulpverleners te kunnen worden ingeschreven. Die eisen komen overeen met de opleidingseisen die nu reeds gelden. Daarin vindt dus geen verandering plaats.

Onderdelen C en D

Deze onderdelen bevatten technische wijzigingen in verband met de «verschuiving» van de tekst uit artikel 3, eerste lid (oud), naar het tweede lid.

Onderdeel E
Artikel 8a

De bepalingen van het Registratiebesluit BIG zijn niet één op één toepasbaar op onderhavig besluit. Daarom is ervoor gekozen de relevante artikelen van het Registratiebesluit BIG van toepassing te verklaren op het tijdelijk register voor de bachelor medisch hulpverleners. Daardoor wordt bijvoorbeeld de taaleis ten aanzien van de bachelor medisch hulpverleners op dezelfde wijze toegepast als ten aanzien van andere beroepsbeoefenaren. Omdat het opleidingsniveau van de bachelor medisch hulpverleners vergelijkbaar is met dat van fysiotherapeuten, verloskundigen en physician assistants, is bepaald dat voor de bachelor medisch hulpverleners het hetzelfde taalniveau is vereist als voor die beroepen. In het kader van een registratie op grond van artikel 36b van de wet zijn andere bescheiden noodzakelijk dan voor een registratie van een beroep in het kader van in artikel 3 van de wet. Bij het van toepassing verklaren van de relevante artikelen van het Registratiebesluit BIG is daarmee rekening gehouden.

Artikel 8b

Op het moment dat het voor de bachelor medisch hulpverlener verplicht is zich in te schrijven in het register, verliest eenieder die niet als bachelor medisch hulpverlener staat ingeschreven de bevoegdheid de voor de bachelor medisch hulpverlener voorbehouden handelingen zelfstandig uit te voeren en de bijbehorende titel te voeren.

Om te voorkomen dat bachelor medisch hulpverleners hun bevoegdheden verliezen nog voor zij zich hebben kunnen laten inschrijven in het tijdelijk register, is in het belang van een goede uitvoering van de Wet BIG bepaald dat Onze Minister reeds voor het instellen van het tijdelijk register voor de bachelor medisch hulpverlener kan besluiten op aanvragen tot inschrijving. Artikel 8b maakt dit, tezamen met artikel 8a, mogelijk. Deze artikelen treden daarom eerder in werking dan de rest van dit besluit. Op het moment dat de rest van dit besluit in werking treedt zullen de inschrijvingen van kracht worden.

Omdat artikel 8b, eerste lid, van dit besluit in werking treedt vóórdat het register op grond van artikel 2, derde lid, wordt ingesteld, is artikel 94 van de Wet BIG de grondslag van dit artikel. Artikel 94 van de Wet BIG biedt de mogelijkheid bij amvb nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de Wet BIG. Uit het bovenstaande volgt dat het voor een goed verloop van de inschrijvingen noodzakelijk is dat de Minister voor Medische Zorg reeds voor de inwerkingtreding van artikel 8b kan besluiten op aanvragen van de bachelor medisch hulpverleners.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven