Besluit van 30 januari 2018, houdende regels inzake de etikettering van energiegerelateerde producten (Besluit energie-etikettering energiegerelateerde producten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 15 november 2017, nr. WJZ/17174032, gedaan mede namens Onze Minister voor Medische Zorg;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 tot vaststelling van een kader voor energie-etikettering en tot intrekking van Richtlijn 2010/30/EU (PbEU 2017, L198) en de artikelen 13 en 33 van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de artikelen 8, 13 en 32b van de Warenwet en artikel 9.5.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 december 2017, No.W18.17.0372/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 00 MAAND 2018, nr. WJZ/17208115, uitgebracht mede namens Onze Minister voor Medische Zorg;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

energiegerelateerd product:

energiegerelateerd product als bedoeld in artikel 2, onder 1, van Verordening (EU) nr. 2017/1369;

model:

model als bedoeld in artikel 2, onder 4, van Verordening (EU) nr. 2017/1369;

Verordening (EU) nr. 2017/1369:

Verordening (EU) nr. 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor energie-etikettering en tot intrekking van Richtlijn 2010/30/EU (PbEU 2017, L198).

Artikel 2

  • 1. Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen:

    • a. 3,

    • b. 4, eerste en tweede lid in samenhang met het vijfde lid, en vierde en zesde lid;

    • c. 5,

    • d. 6,

    • e. 9, eerste lid, laatste volzin en vierde lid,

    • f. 11, dertiende lid,

      van Verordening (EU) nr. 2017/1369.

  • 2. Het is verboden in strijd te handelen met de bij ministeriële regeling aan te wijzen artikelen van gedelegeerde verordeningen inzake energie-etikettering van energiegerelateerde producten.

Artikel 3

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter implementatie van Richtlijn nr. 96/60/EG van de Commissie van 19 september 1996 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke was-droogcombinaties betreft (PbEG 1999, L266).

Artikel 4

  • 1. De op basis van artikel 31, eerste lid, van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie aangewezen ambtenaren bepalen op basis van steekproeven of een model van een energiegerelateerd product voldoet aan het bij of krachtens dit besluit bepaalde.

  • 2. Onze Minister is bevoegd in vervolg op het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, maatregelen te nemen als bedoeld in artikel 9, tweede, vijfde en negende lid, en 10, derde en vijfde lid, van Verordening (EU) nr. 2017/1369, waarbij hij handelt in overeenstemming met het bepaalde in artikel 8, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 2017/1369.

Artikel 5

De bijlage bij het Warenbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:

1. In de inhoudsopgave komt onderdeel C-7 te luiden: C-7 Besluit energie-etikettering energiegerelateerde producten;

2. Rubriek C-7 komt te luiden:

C-7 Besluit energie-etikettering energiegerelateerde producten

C-7.1

Art. 2, onderdeel d, ten aanzien van artikel 6, onderdeel e, van Verordening (EU) nr. 2017/1369 van 4 juli 2017 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor energie-etikettering en tot intrekking van Richtlijn 2010/30/EU (PbEU 2017, L198)

€ 525,–

€ 1.050,–

x

Artikel 6

1. Het Besluit etikettering energieverbruik energiegerelateerde producten wordt ingetrokken, alsmede de volgende regelingen:

  • a. Regeling etikettering energiegebruik lampen;

  • b. Regeling etikettering energiegebruik ovens.

2. Na inwerkingtreding van dit besluit berust de Regeling etikettering energiegebruik was-droogcombinaties op artikel 3 van dit besluit.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van artikel 2, eerste lid, onderdeel b, dat in werking treedt op 1 januari 2019.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit energie-etikettering energiegerelateerde producten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 30 januari 2018

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Uitgegeven de zestiende februari 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Inleiding

Recent is een nieuwe Europese verordening inzake energie-etikettering voor energiegerelateerde producten van kracht geworden. Het betreft Verordening (EU) nr. 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 4 juli 2017 tot vaststelling van een kader voor energie-etikettering en tot intrekking van Richtlijn 2010/30/EU (PbEU 2017, L198) (verder: Verordening (EU) nr. 2017/1369). Ze vervangt richtlijn nr. 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 mei 2010 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten (PbEU 2010, L153) (verder: Richtlijn nr. 2010/30/EU). Dit besluit strekt tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 2017/1369 en tot intrekking van de voorschriften die ter implementatie van Richtlijn nr. 2010/30/EU waren gesteld.

2. Verordening (EU) nr. 2017/1369

De bepalingen van Verordening (EU) nr. 2017/1369, komen in grote lijnen overeen met die van Richtlijn nr. 2010/30/EU. Leveranciers (onder meer fabrikanten) van energiegerelateerde producten zijn verplicht bij deze producten etiketten en productinformatiebladen mee te leveren aan handelaren (artikel 3 van Verordening (EU) nr. 2017/1369). Handelaren zijn op hun beurt verplicht de etiketten op de producten aan te brengen, de productinformatiebladen aan klanten ter beschikking te stellen, en dat in geval van internet-verkoop digitaal te doen (artikel 5 van Verordening (EU) nr. 2017/1369). Op deze wijze worden consumenten geïnformeerd over het energieverbruik van producten en kunnen zij een gefundeerde keuze maken ten aanzien van het aanschaffen van energiezuinige producten.

Naast de overeenkomsten tussen de verordening en de richtlijn zijn er echter ook verschillen. De nieuwe Europese wetgevende handeling betreft geen richtlijn maar een verordening, die naar haar aard rechtstreekse werking in de nationale rechtsorde van de lidstaat heeft. De materiële bepalingen van de verordening moeten worden strafbaar gesteld zodat handhaving en sanctionering kan plaatsvinden en er moeten bevoegdheden aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: de minister) worden toegekend die nodig zijn om uitvoering te geven aan hetgeen in de verordening is bepaald ten aanzien van de handhavende maatregelen.

Een nieuw element in Verordening (EU) nr. 2017/1369 ten opzichte van Richtlijn nr. 2010/30/EU betreft de introductie van een Europese databank (artikel 4 van verordening 2017/1369). Leveranciers zijn vanaf 1 januari 2019 verplicht de benodigde gegevens inzake energieverbruik in de Europese databank in te voeren voordat ze een nieuw model van een energiegerelateerd product in de handel brengen. Voor producten die al vóór die datum op de Europese markt aanwezig waren, geldt een overgangsregime; voor deze producten dient de databank uiterlijk 30 juni 2019 te zijn gevuld.

Voorts biedt de verordening een tijdpad voor de aanpassing van de schaalindeling van de energie-etiketten. In Richtlijn nr. 2010/30/EU zijn de energieklassen A+ tot en met A+++ toegevoegd aan de oorspronkelijke A-G schaal. Verordening (EU) nr. 2017/1369 voorziet in de terugkeer naar de A-G schaal. De reden hiervoor is in de eerste plaats dat de meeste producten in de hoogste klassen van het energielabel vallen. Hierdoor is het voor consumenten lastig om een onderscheid te maken tussen modellen van energiegerelateerde producten. In de tweede plaats is gebleken dat de huidige A+, A++ en A+++ schaal minder effectief is in het stimuleren van het aankopen van efficiënte producten dan de oorspronkelijke A-G schaal.

3. Hoofdlijnen besluit

Het onderhavige besluit strekt ertoe de bepalingen die zich richten tot leveranciers en handelaren van Verordening (EU) nr. 2017/1369 en de gedelegeerde handelingen strafbaar te stellen. Voorts biedt het een basis de relevante artikelen van de gedelegeerde verordeningen waarvan overtreding strafbaar is gesteld, bij ministeriële regeling aan te wijzen (zie artikel 2).

Het besluit verschaft de minister de bevoegdheden om maatregelen te nemen die de verordening voorschrijft bij niet-naleving van de bepalingen van de verordening. In de artikelen 9 en 10 van de verordening is vastgelegd welke maatregelen door markttoezichtautoriteiten moeten worden genomen indien leveranciers of handelaren de voorschriften niet naleven. Naast dit besluit is een wetsvoorstel in voorbereiding omdat voor enkele ondergeschikte punten de huidige wetgeving geen basis biedt voor volledige uitvoering van de verordening. In de transponeringstabel is hierop nader ingegaan.

Tot slot wordt het Besluit etikettering energieverbruik energiegerelateerde producten, dat regels bevat ter implementatie van Richtlijn nr. 2010/30/EU, ingetrokken.

4. Toezicht en handhaving

Artikel 13 van de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie (verder: wet) is opgenomen in artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten. Daarmee zijn overtredingen van de bepalingen van het onderhavige besluit – met uitzondering de overtreding van artikel 6, onderdeel e, van Verordening (EU) nr. 2017/1369, dat is strafbaar gesteld op grond van de Warenwet – aan te merken als economische delicten en staat handhaving via de strafrechtelijke weg open. Ten aanzien artikel 6, onderdeel e, van Verordening (EU) nr. 2017/1369, zij opgemerkt dat, aangezien de strafbaarstelling is gebaseerd op de Warenwet, de artikelen 32a en 32b van die wet een grondslag bieden voor het opleggen van een bestuurlijke boete bij overtreding van die bepaling. In lijn met hetgeen ten aanzien van de Warenwet gebruikelijk is, is op de overtreding een bestuurlijke boete gesteld (zie artikel 5). Ten aanzien van de hoogte van de boete is daarbij aangesloten bij de hoogte van de boete, die wordt opgelegd bij andere overtredingen op het gebied van voorlichting aan de consument of bij overtreding van eisen aan vergelijkbare producten.

Naast punitieve sanctionering kunnen tevens reparatoire maatregelen worden genomen. Ingevolge artikel 4 van het onderhavige besluit kan de Minister van Economische Zaken en Klimaat producten waarvan de etiketteringsinschaling niet correct is, uit de handel nemen of terugroepen. De reparatoire maatregelen zijn opgenomen in de artikelen 9 en 10 van Verordening (EU) nr. 2017/1369. Het reparatoire karakter blijkt uit het feit dat de maatregelen ingevolge artikel 21 van verordening (EG) nr. 765/2008 moeten worden ingetrokken als betrokkene alsnog naleeft. Ook de Warenwet biedt de mogelijkheid om in geval van oneerlijke voorlichting aan de consument producten uit de handel te nemen.

Ingevolge artikel 31, eerste lid, van de wet in samenhang met artikel 1 van het Besluit aanwijzing toezichthouders Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie, en artikel 25 van de Warenwet in samenhang met artikel 1 van het Besluit Aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Voedsel en Waren Autoriteit, is de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (verder: NVWA) belast met het toezicht op naleving van het bepaalde bij of krachtens dit besluit.

Ingevolge artikel 4 van het onderhavigebesluit is de minister bevoegd handhavende maatregelen op te leggen indien niet-naleving wordt geconstateerd.

In de praktijk is het toezicht op de naleving van de NVWA tweeledig. Ten eerste controleert de NVWA in winkels en bij internetverkoop, om na te gaan in hoeverre wordt voldaan aan de etiketteringsverplichting. In de tweede plaats voert de NVWA producttesten uit. Dit om vast te kunnen stellen of de etiketten ook de juiste informatie over het energieverbruik van de producten verschaffen. Door het meten van het energieverbruik en het bepalen van de energie-efficiëntieklasse van de producten wordt nagegaan in hoeverre de vermelde gegevens op de etiketten en de productinformatiebladen correct zijn.

De NVWA houdt de marktontwikkelingen bij door het raadplegen van het internet, reclamefolders en andere vormen van reclame en controleert zo of door handelaren en anderen wordt voldaan aan de verplichting om in reclame de energie-efficiëntieklasse van het product te vermelden.

Dit besluit is voorgelegd aan de NVWA. De NVWA acht het handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig. Zij is van mening dat de effectiviteit van de handhaving zou verbeteren als de bestuursrechtelijke boete zou worden geïntroduceerd. Voorts zou ze graag de kosten van producttesten willen kunnen doorberekenen aan de leverancier indien technische afwijkingen worden vastgesteld. Daarbij constateert de NVWA overigens dat deze aanbevelingen buiten het directe bereik van het onderhavige besluit vallen en aan de voortgang ervan niet in de weg zouden moeten staan. De aanbevelingen zullen in overweging worden genomen bij de voorbereiding van het wetsvoorstel waaraan in paragraaf 3 wordt gerefereerd.

5. Lasten voor overheid en regeldruk

5.1 Lasten voor overheid

De intrekking van het Besluit etikettering energieverbruik energiegerelateerde producten en de totstandkoming van het onderhavige besluit hebben geen directe financiële gevolgen voor de overheid. Het onderhavige besluit voorziet niet in nieuwe uitvoeringsverplichtingen. De Europese databank die geïntroduceerd wordt met de verordening wordt gefinancierd uit het bestaande Europese budget voor de uitvoering van beleid betreffende de energie-efficiëntie van producten.

5.2 Regeldruk

De omzetting van Richtlijn nr. 2010/30/EU naar een verordening heeft (incidentele) gevolgen voor de regeldruk voor het bedrijfsleven. De regeldruk is ongeveer 2.242.700 euro. Deze bestaan uit inhoudelijke nalevingskosten. Dit zijn de kosten die het bedrijfsleven moet maken om inhoudelijke verplichtingen te kunnen naleven. Hieronder worden deze kosten verder toegelicht.

Leveranciers (waaronder fabrikanten) zijn onder het in te trekken Besluit etikettering energieverbruik energiegerelateerde producten reeds verplicht om energie-etiketten en productinformatiebladen mee te leveren en technische documentatie beschikbaar te hebben voor de toezichthouder. Ten opzichte van Richtlijn nr. 2010/30/EU voorziet de verordening in de introductie van een Europese productendatabank (artikel 4 van Verordening (EU) nr. 2017/1369). Leveranciers zijn vanaf 1 januari 2019 verplicht productgegevens in de Europese productendatabank in te voeren voordat ze een nieuw model van een energiegerelateerd product in de handel brengen. Voor producten die al op de Europese markt aanwezig waren, geldt dat de gegevens uiterlijk 30 juni 2019 in de productendatabank moeten zijn opgenomen.

De kosten voor het uploaden van de productgegevens in de Europese productendatabank bedragen naar schatting ongeveer 12.33 EUR per nieuw model (uitgaande van de salariskosten van 37 euro per uur en ongeveer 20 minuten werktijd die daaraan kan worden besteed. Behalve het uploaden zelf, wordt hier ook rekening gehouden met de verzameling en verwerking van technische informatie). Op basis van de impact assessment van de Europese Commissie worden de administratieve kosten voor het registreren van producten geraamd op 1.5 miljoen euro voor de gehele Europese industrie. Aangezien de meeste leveranciers van de energiegerelateerde producten die onder de verplichting van energie etikettering vallen zich buiten Nederland bevinden, wordt ervan uitgegaan dat er in Nederland slechts een klein aantal nieuwe modellen van deze producten per jaar wordt geproduceerd. Uitgaande van een schatting van 8.000 modellen per jaar zullen de totale nalevingskosten voor de Nederlandse industrie ongeveer 98.700 euro bedragen voor het uploaden van de informatie in de Europese databank.

Daar staat tegenover dat deze databank ook voordelen biedt. Zo zullen fabrikanten in eerste instantie niet meer door toezichthouders gevraagd worden om technische documentatie aan te leveren. Deze staat immers al in de productendatabank. Ook moeten fabrikanten nu nog energie-etiketten en productinformatiebladen voor websites aanleveren. Met de komst van de databank kunnen deze etiketten en fiches voortaan gedownload worden. Tenslotte is in Verordening (EU) nr. 2017/1369 opgenomen dat in gedelegeerde verordeningen per energiegerelateerd product kan worden bepaald dat een papieren productfiche niet fysiek hoeft te worden meegeleverd als de leverancier de informatie waar zo’n productfiche in voorziet in de productendatabank heeft gezet.

Verordening (EU) nr. 2017/1369 omvat daarnaast de verplichting voor de Europese Commissie om op termijn via nieuw vast te stellen gedelegeerde verordeningen de schaalindeling van de energie-etiketten aan te passen. De aanpassing van de schaal waarbij het A-G-etiket wordt ingevoerd, zorgt binnen de Europese Unie om de vijf tot tien jaar voor een administratieve last van 50 miljoen euro voor de leveranciers en van 10 miljoen euro voor de handelaren. Voor de fabrikanten gaat het gemiddeld om een bedrag van circa 1,786 miljoen euro per EU-lidstaat. Zoals eerder vermeld heeft Nederland slechts weinig fabrikanten in vergelijking met andere landen. Daarom zullen deze kosten naar verwachting lager liggen. Voor de handelaren gaat het gemiddeld om een bedrag van 358.000 euro per EU-lidstaat. De exacte cijfers met betrekking tot het aantal Nederlandse handelaren zijn niet beschikbaar. Daarom kan het exacte bedrag voor Nederland niet worden gegeven.

Aangezien naleving verplicht is, zullen fabrikanten en handelaren deze kosten voor de aanpassing van de schaal en voor de registratie (samen ongeveer 0,02 tot 0,05 euro per product met een etiket) door kunnen berekenen aan de consumenten. De kosten voor de consumenten worden in financiële zin gecompenseerd doordat zij op basis van het A-G etiket tijdens de aanschaf beter kunnen bepalen welke producten efficiënt(er) zijn in het energieverbruik.

De totale regeldruk bedraagt in Nederland naar schatting 2.242.700 euro.

6. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het Staatsblad. Dit is in lijn met de uitgangspunten inzake vaste verandermomenten. De inwerkingtreding van algemene maatregelen van bestuur vindt in beginsel plaats op 1 januari of 1 juli en de publicatie van de regeling twee maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding. Voor uitvoeringsbepalingen van Europese regelgeving mag hiervan worden afgeweken. Gezien het feit dat verordening (EU) nr. 2017/1369 van toepassing is vanaf 1 augustus 2017, is het zaak dit besluit zo spoedig mogelijk in werking te laten treden zodat handhavend kan worden opgetreden indien dat noodzakelijk is.

7. Voorhang

Ter uitvoering van de artikelen 34a van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en 32b van de Warenwet is het ontwerpbesluit op 29 september aan de beide Kamers der Staten-Generaal voorgelegd. Dit heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwerpbesluit.

II. Artikelen

Artikel 2

Artikel 2, eerste lid, behelst de strafbaarstelling van de bepalingen van Verordening (EU) nr. 2017/1369. In het tweede lid wordt het eveneens strafbaar gesteld in strijd te handelen met gedelegeerde verordeningen, waarbij de aanwijzing van de exacte artikelen uit de gedelegeerde verordeningen bij regeling van de minister geschiedt. De strafbaarstelling vindt haar grondslag grotendeels in de wet. Alleen de strafbaarstelling van artikel 6, onderdeel e, van de Verordening (EU) nr. 2017/1369 is gebaseerd op de Warenwet.

In Verordening (EU) nr. 2017/1369 is niet bepaald op welke energiegerelateerde producten de verordening van toepassing is. De exacte reikwijdte van verordening (EU) nr. 2017/1369 krijgt invulling door middel van gedelegeerde verordeningen waarin een productgroep wordt benoemd. Op dit moment gaat het onder meer om de volgende productgroepen: televisies, airconditioners, elektrische lampen, wasmachines, stofzuigers en ruimteverwarmingstoestellen.

In het niveau van de strafbaarstelling wordt de Europese systematiek van de verordening en de gedelegeerde verordeningen gevolgd. De strafbaarstelling van bepalingen van Verordening (EU) nr. 2017/1369 vindt plaats bij dit besluit (artikel 2, eerste lid). De strafbaarstelling van de bepalingen van de gedelegeerde verordeningen krijgt vorm door een combinatie van het tweede lid van artikel 2 en de aanwijzing bij ministeriële regeling van artikelen uit de verschillende gedelegeerde verordening. De reden dat de aanwijzing bij ministeriële regeling plaatsvindt is dat de gedelegeerde verordeningen invulling geven aan hetgeen op hoofdlijnen is weergegeven in Verordening (EU) nr. 2017/1369 en de strafbaarstelling van die gedelegeerde verordeningen geen ruimte laat voor afwegingen van beleidsinhoudelijke aard.

De artikelen uit Verordening (EU) nr. 2017/1369 die zijn strafbaar gesteld hebben op hoofdlijnen de volgende inhoud:

  • Artikel 3 van Verordening (EU) nr. 2017/1369: een leverancier laat energiegerelateerde producten kosteloos vergezeld gaan van energie-etiketten en productinformatiebladen; als de inschaling van energie-etiketten is aangepast, worden gedurende vier maanden zowel het oude als het nieuwe etiket en productinformatieblad verstrekt.

  • Artikel 4 van Verordening (EU) nr. 2017/1369: Vanaf 1 januari 2019 voeren leveranciers gegevens inzake energiegerelateerde producten in in de Europese productendatabank. De benodigde gegevens die relevant zijn voor consumenten en handelaren worden in een openbaar gedeelte van de productendatabank beschikbaar gesteld. Het betreft hoofdzakelijk het energie-etiket en het productinformatieblad zoals omschreven in artikel 2 en 12 (en bijbehorende bijlage) van verordening (EU) nr. 2017/1369. De benodigde gegevens die relevant zijn voor de controle door de NVWA worden in een besloten gedeelte van de databank opgenomen en betreffen hoofdzakelijk technische documentatie.

  • Artikel 5 van Verordening (EU) nr. 2017/1369: handelaren brengen op de energiegerelateerde producten de energie-etiketten aan en stellen de productinformatiebladen beschikbaar. Als de inschaling van energie-etiketten is aangepast, worden gedurende vier maanden zowel het oude als het nieuwe etiket en productinformatieblad verstrekt.

  • Artikel 6 van Verordening (EU) nr. 2017/1369: op reclamemateriaal moet de energie-efficiëntieklasse en de schaal van de op het etiket beschikbare efficiëntieklassen worden vermeld. Etiketten mogen niet worden misbruikt: voor energiegerelateerde producten waarvoor geen etiketteringsplicht geldt of voor niet-energiegerelateerde producten mogen geen etiketten worden nagebootst.

  • Artikel 9, vierde lid, van Verordening (EU) nr. 2017/1369: indien is geconstateerd dat een product niet voldoet, moeten de opgedragen corrigerende of beperkende maatregelen worden genomen.

  • Artikel 11, dertiende lid, van Verordening (EU) nr. 2017/1369: in dit artikel zijn overgangsbepalingen opgenomen voor het geval dat energie-etiketten worden herschaald.

Artikel 3 en 6

De gedelegeerde regelgeving is hoofdzakelijk neergelegd in gedelegeerde verordeningen die directe werking hebben. Er is echter nog één gedelegeerde richtlijn van kracht: Richtlijn nr. 96/60/EG van de Commissie van 19 september 1996 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke was-droogcombinaties betreft (PbEG 1996, L 266). De Regeling etikettering energiegebruik was-droogcombinaties, waarmee deze richtlijn is geïmplementeerd, zal dan ook in stand moeten blijven. Daarom is in artikel 3 een grondslag opgenomen om regels te stellen ter implementatie van de richtlijn en is in artikel 6 bepaald dat de Regeling etikettering energiegebruik was-droogcombinaties, waarmee de betreffende richtlijn is geïmplementeerd, van kracht blijft en wordt geacht te zijn gebaseerd op artikel 3 van dit besluit.

De Regeling etikettering energiegebruik lampen en de Regeling etikettering energiegebruik ovens kunnen vervallen aangezien de Europese voorschriften inzake lampen en ovens inmiddels zijn opgenomen in gedelegeerde verordeningen1 en geen implementatie meer behoeven.

Artikel 4

Artikel 33 van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie biedt een basis voor het geven van een oordeel van een groep energiegerelateerde producten op basis van een steekproef. Het eerste lid van artikel 4 is een uitwerking van dit uitgangspunt. Er is bepaald dat ambtenaren van de NVWA een oordeel mogen vellen over een groep producten indien ze, conform de regels die de gedelegeerde handelingen daartoe stellen, een steekproefsgewijs onderzoek hebben ingesteld. Indien op grond van de steekproef kan worden geconcludeerd dat een product niet voldoet aan de eisen, bijvoorbeeld de energie-inschaling, kunnen ten aanzien van alle producten behorend tot die groep maatregelen worden genomen. In het tweede lid van artikel 4 worden aan de minister de bevoegdheden toegekend die, ingevolge de artikelen 9 en 10 van Verordening (EU) nr. 2017/1369, moeten volgen op een onderzoek van de NVWA.

Artikel 5

In de bijlage van het Warenwetbesluit bestuurlijke boetes worden de hoogtes bepaald van boetes op grond van de Warenwet. Artikel 5 voegt een categorie in met boetes in het kader van het onderhavige besluit.

III. TRANSPONERINGSTABEL

Bepaling EU-regeling: verordening (EU) nr. 2017/1369

Bepaling in uitvoeringsregeling of in bestaande regelgeving; toelichting indien geen uitvoering gegeven of naar zijn aard geen uitvoering behoeft

Omschrijving beleidsruimte

Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van beleidsruimte

Artikel 1

Toepassingsbereik. Behoeft naar zijn aard geen uitvoering.

Geen

 

Artikel 2

Definities. Met het oog op de eenduidige toepassing zijn de begripsbepalingen op grond van artikel 1 van overeenkomstige toepassing verklaard

Geen

 

Artikel 3

Algemene etiketteringsverplichtingen leverancier. Strafbaar gesteld: artikel 2

Geen

 

Artikel 4

Verplichtingen databank. Strafbaar gesteld: artikel 2

Geen

 

Artikel 5

Algemene etiketteringsplicht handelaren. Strafbaar gesteld: artikel 2

Geen

 

Artikel 6

Overige verplichtingen leveranciers en handelaren. Strafbaar gesteld: artikel 2

Geen

 

Artikel 7

Verplichtingen lidstaten.

Vierde lid: verplichting sancties en handhavingsmechanismen op te nemen: artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten, artikelen 4 en 5 besluit, artikel 32b Warenwet en artikel 1 Warenwetbesluit bestuurlijke boeten

Overige leden behoeven geen uitvoering.

Geen

 

Artikel 8

Markttoezicht en controle.

Eerste lid: zie artikel 4

Ter uitvoering van vijfde lid en de aanwijzing van de markttoezichtautoriteit zal een wetswijziging volgen

Overige leden behoeven geen uitvoering.

Geen

 

Artikel 9

Procedure handhaving nationaal

Tweede, vierde, vijfde, negende lid: Bevoegdheid toegekend aan de minister: artikel 4

Vierde lid: verplichting opgelegde maatregelen na te komen. Strafbaar gesteld: artikel 2

Negende lid: verplichting voor lidstaten maatregelen te nemen als maatregel gerechtvaardigd wordt geacht. Dit kan ook op grond van onderzoek uitgevoerd in andere lidstaten. De huidige wet biedt enkel grondslag voor maatregelen op grond van nationaal onderzoek. Ter volledige uitvoering van deze bepaling zal een wetswijziging worden voorbereid.

Overige leden behoeven geen uitvoering.

Geen

 

Artikel 10

Vrijwaringsprocedure Unie

Derde en vijfde lid: bevoegdheid toegekend aan de minister: artikel 4

Derde en vijfde lid: verplichting voor lidstaten maatregelen te nemen als Europese Commissie maatregel heeft genomen. Dit kan ook op grond van onderzoek uitgevoerd in andere lidstaten. De huidige wet biedt enkel grondslag voor maatregelen op grond van nationaal onderzoek. Ter volledige uitvoering van deze bepaling zal een wetswijziging worden voorbereid.

Overige leden behoeven geen uitvoering.

Geen

 

Artikel 11

Schaalaanpassing etiketten

Eerste tot en met twaalfde lid: Behoeft geen uitvoering.

Dertiende lid: overgangsregime aangepaste etiketten. Strafbaar gesteld: Artikel 2

Geen

 

Artikel 12

Productendatabank, behoeft geen uitvoering

Geen

 

Artikel 13

Geharmoniseerde normen, behoeft geen uitvoering

Geen

 

Artikel 14

Overlegforum, behoeft geen uitvoering

Geen

 

Artikel 15

Werkplan, behoeft geen uitvoering

Geen

 

Artikel 16

Gedelegeerde handelingen, behoeft geen uitvoering

Geen

 

Artikel 17

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie, behoeft geen uitvoering

Geen

 

Artikel 18

Comitéprocedure, behoeft geen uitvoering

Geen

 

Artikel 19

Evaluatie en verslaglegging, behoeft geen uitvoering

Geen

 

Artikel 20

Intrekking en overgangsmaatregelen, behoeft geen uitvoering

Geen

 

Artikel 21

Inwerkingtreding en toepassing, behoeft geen uitvoering

Geen

 

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 874/2012 van de Commissie van 12 juli 2012 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van elektrische lampen en verlichtings-armaturen (PbEU 2012, L 258) en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 65/2014 van de Commissie van 1 oktober 2013 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke ovens en afzuigkappen (PbEU 2014, L 29)

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven