Besluit van 5 februari 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet waardeoverdracht klein pensioen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 februari 2018, nr. 2018-0000011490;

Gelet op artikel V van de Wet waardeoverdracht klein pensioen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen van de Wet waardeoverdracht klein pensioen treden in werking met ingang van 1 maart 2018, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, C, D, E, F, G, H, I, J, Q, en R, artikel II, onderdeel A, B, C, D, E, G, H, I, J, K, R en S, en artikel III, die in werking treden met ingang van 1 januari 2019.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 5 februari 2018

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Uitgegeven de zestiende februari 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet waardeoverdracht klein pensioen.

Deze wet treedt deels, in afwijking van de vaste verandermomenten, in werking met ingang van 1 maart 2018 vanwege de wens in de uitvoering tot zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de onderdelen over collectieve waardeoverdracht en bezwaarrecht bij aanpassing aan de fiscale pensioenrichtleeftijd, internationale waardeoverdracht en pensioenverevening bij scheiding.

De onderdelen in deze wet over waardeoverdracht van kleine pensioenen en verval van heel klein pensioen treden in werking met ingang van 1 januari 2019.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven