Wet van 4 juli 2018 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2015, L 337) (Wet uitvoering verordening SFTR)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het noodzakelijk is regels te stellen ter uitvoering van verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2015, L 337);

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien een verordening als bedoeld in artikel 1:24, derde lid, 1:25, derde lid, of 1:25a, tweede lid, niet dwingend regelt of de rechtsgeldigheid van een privaatrechtelijke rechtshandeling welke is verricht in strijd met de regels die zijn gesteld bij of krachtens die verordening uit dien hoofde aantastbaar is, is de rechtsgeldigheid van een dergelijke rechtshandeling niet uit dien hoofde aantastbaar.

B

Aan artikel 1:87 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij algemene maatregel van bestuur kan, voor zover een verordening als bedoeld in artikel 1:24, derde lid, 1:25, derde lid, of 1:25a, tweede lid, daartoe verplicht, voor bij die maatregel aan te geven bepalingen worden bepaald dat een ontzegging als bedoeld in het eerste lid tevens betrekking kan hebben op de bevoegdheid om bij andere ondernemingen dan die, genoemd in het eerste lid, bepaalde functies uit te oefenen.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL III

Deze wet wordt aangehaald als: Wet uitvoering verordening SFTR.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 4 juli 2018

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Uitgegeven de zevenentwintigste juli 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 847

Naar boven