Besluit van 11 juli 2018, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de introductie van een grondslag voor de verlaging van het wettelijk collegegeld voor groepen van studenten (verlaagd wettelijk collegegeld) (Stb. 2018, 225)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 juli 2018, nr. WJZ/1388254 (8832), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel III van de Wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de introductie van een grondslag voor de verlaging van het wettelijk collegegeld voor groepen van studenten (verlaagd wettelijk collegegeld) (Stb. 2018, 225)

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De Wet van 11 juli 2018 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de introductie van een grondslag voor de verlaging van het wettelijk collegegeld voor groepen van studenten (verlaagd wettelijk collegegeld) (Stb. 2018, 225), treedt in werking met ingang van 1 september 2018.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, treedt artikel I, onderdeel HA, van de genoemde wet in werking met ingang van 2 september 2018.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 11 juli 2018

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de zevenentwintigste juli 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

De Wet verlaagd wettelijk collegegeld treedt in werking op 1 september 2018 en geldt daarmee voor alle studenten die vanaf studiejaar 2018–2019 voor het eerst worden ingeschreven in het bekostigde hoger onderwijs. De onderliggende algemene maatregel van bestuur treedt, gelet op artikel II van dat besluit, op hetzelfde tijdstip in werking.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven