Besluit van 26 april 2018, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 14 februari 2018 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES vanwege met name de wettelijke verankering van het samenwerkingscollege en de instandhouding van unieke beroepsopleidingen (samenwerkingscollege en unieke beroepsopleidingen) (Stb. 2018, nr. 50)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 april 2018, nr.WJZ/1350991(6718), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IV van de Wet van 14 februari 2018 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES vanwege met name de wettelijke verankering van het samenwerkingscollege en de instandhouding van unieke beroepsopleidingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikelen I en IIIA van de Wet van 14 februari 2018 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES vanwege met name de wettelijke verankering van het samenwerkingscollege en de instandhouding van unieke beroepsopleidingen treden in werking met ingang van 1 augustus 2018.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 26 april 2018

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de twaalfde juni 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit treedt een wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in werking op het voor onderwijs van belang zijnde vaste verandermoment van 1 augustus 2018. Hierdoor wordt het eenvoudiger voor instellingen om een samenwerkingscollege in te richten voor een of meer beroepsopleidingen of opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Tevens wordt het hierdoor mogelijk voor de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om aan een kleine unieke beroepsopleiding die in haar voortbestaan wordt bedreigd een alleenrecht toe te kennen. Ingevolge artikel IIIA van de wet zal een evaluatie plaatsvinden binnen vierenhalf jaar na inwerkingtreding van deze wet.

De artikelen II en III, die betrekking hebben op Caribisch Nederland, treden nog niet in werking.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven