Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2017, 94 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2017, 94 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 november 2016, 2016-0000753478;
Gelet op de artikelen D 4, D 5, D 7, eerste lid, D 9, K 9, L 12, M 7, vierde lid, M 7a, M 9, tweede lid, van de Kieswet en artikel 22 van de Wet raadgevend referendum;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 januari 2017, nr. W04.16.0399/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 maart 2017, 2017-0000054222;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Kiesbesluit wordt als volgt gewijzigd:
A
Hoofdstuk D komt te luiden:
Burgemeester en wethouders ontlenen aan de basisregistratie personen de gegevens die nodig zijn voor de vaststelling van de kiesgerechtigdheid van de personen die als ingezetene hierin zijn ingeschreven.
1. Ten aanzien van personen die hun werkelijke woonplaats in de gemeente hebben, niet zijnde personen als bedoeld in artikel D 1, en die als kiesgerechtigd in de gemeentelijke administratie worden opgenomen, registreren burgemeester en wethouders de volgende gegevens:
a. de geslachtsnaam;
b. de voornamen of voorletters;
c. de geboortedatum;
d. het adres;
e. de nationaliteit.
2. Burgemeester en wethouders schrappen de registratie van de kiesgerechtigdheid van de in het eerste lid bedoelde personen indien aan hen omstandigheden bekend worden op grond waarvan de desbetreffende persoon niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd.
Op verzoek van burgemeester en wethouders verstrekt het dagelijks bestuur informatie over de grenzen van het gebied van het waterschap.
Een registratie als bedoeld in artikel D 2 van de Kieswet bevat de volgende gegevens en bescheiden:
a. de geslachtsnaam, de voornamen of voorletters, de geboortedatum, het geslacht, het woonadres, de nationaliteit en, indien van toepassing, het burgerservicenummer, het correspondentieadres, het e-mailadres en het telefoonnummer;
b. een kopie van een geldig Nederlands paspoort, een kopie van een geldige Nederlandse identiteitskaart, een kopie van een geldige identiteitskaart van Bonaire, Sint Eustatius of Saba of een kopie van een geldige identiteitskaart van Aruba, Curaçao of Sint Maarten waarop de Nederlandse nationaliteit staat vermeld;
c. de verklaring dat de persoon of zijn Nederlandse echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel en kinderen, voor zover dezen met hem een gemeenschappelijke huishouding voeren, in Nederlandse openbare dienst werkzaam is in Aruba, Curaçao of Sint Maarten.
1. Een aanvraag als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet wordt ingediend bij burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage, het hoofd van de consulaire post waaronder de woonplaats van aanvrager ressorteert of, als het een persoon betreft die in Aruba, Curaçao of Sint Maarten woont, bij de vertegenwoordiger van Nederland in deze landen. Het hoofd van de consulaire post of de vertegenwoordiger zendt de aanvraag zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.
2. In afwijking van het eerste lid dient een persoon als bedoeld in artikel B 1, tweede lid, onder b, van de Kieswet die niet gedurende ten minste tien jaren zijn werkelijke woonplaats in Nederland heeft gehad, de aanvraag in bij Onze Minister onder wiens verantwoordelijkheid de betrokken functionaris zijn werkzaamheden verricht. Onze Minister zendt de aanvraag zo spoedig mogelijk door naar burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.
3. Formulieren als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet zijn kosteloos verkrijgbaar bij de organen waarbij de aanvragen worden ingediend, en bij elke gemeente.
4. Indiening van aanvragen langs elektronische weg kan uitsluitend bij burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.
1. Het orgaan waarbij een aanvraag tot registratie als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet is ingediend, gaat na of aan dat orgaan met betrekking tot de aanvrager gegevens bekend zijn en, zo dit het geval is, of deze overeenstemmen met de in de aanvraag vermelde gegevens. Bij doorzending van de aanvraag deelt het orgaan zijn bevindingen mee en houdt van deze verzending aantekening.
2. Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage gaan na of er met betrekking tot de aanvrager gegevens bekend zijn in het persoonskaartenarchief of het schakelregister, bedoeld in artikel 4.5 van de Wet basisregistratie personen, onderscheidenlijk in de basisregistratie personen, en, zo dit het geval is, of deze overeenstemmen met de in de aanvraag tot registratie vermelde gegevens.
Indien aan het orgaan waarbij een aanvraag tot registratie als bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet kan worden ingediend, omstandigheden bekend worden, op grond waarvan een persoon die ingevolge artikel D 2 van de Kieswet als kiezer is geregistreerd, niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd, wordt daarvan terstond mededeling gedaan aan burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage.
Indien aan een persoon een mededeling is gedaan dat hij niet als kiezer is geregistreerd als bedoeld in artikel D 5 van de Kieswet, worden hem uiterlijk op de zevende dag na ontvangst van zijn verzoek de redenen daarvan meegedeeld.
B
Na hoofdstuk J worden twee hoofdstukken ingevoegd, luidende:
Een formulier als bedoeld in artikel K 6 van de Kieswet is kosteloos verkrijgbaar bij elke gemeente.
Een verzoek als bedoeld in artikel K 7 van de Kieswet bevat de volgende gegevens en bescheiden:
a. de geslachtsnaam, de voornamen of voorletters, de geboortedatum, het woonadres, de nationaliteit en, indien van toepassing, het burgerservicenummer, het correspondentieadres, het e-mailadres en het telefoonnummer;
b. een kopie van een geldig Nederlands paspoort, een kopie van een geldige Nederlandse identiteitskaart, een kopie van een geldige identiteitskaart van Bonaire, Sint Eustatius of Saba of een kopie van een geldige identiteitskaart van Aruba, Curaçao of Sint Maarten waarop de Nederlandse nationaliteit staat vermeld;
c. de verklaring dat de persoon of zijn Nederlandse echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel en kinderen, voor zover dezen met hem een gemeenschappelijke huishouding voeren, in Nederlandse openbare dienst werkzaam is in Aruba, Curaçao of Sint Maarten.
Een formulier als bedoeld in artikel L 8 van de Kieswet is kosteloos verkrijgbaar bij elke gemeente.
Een verzoek als bedoeld in artikel L 9 van de Kieswet bevat de volgende gegevens en bescheiden:
a. de geslachtsnaam, de voornamen of voorletters, de geboortedatum, het woonadres, de nationaliteit en, indien van toepassing, het burgerservicenummer, het correspondentieadres, het e-mailadres, het telefoonnummer. Van de gemachtigde: de geslachtsnaam, de voornamen of voorletters, de geboortedatum, het woonadres, en, indien van toepassing, het burgerservicenummer, het correspondentieadres, het e-mailadres en het telefoonnummer;
b. een kopie van een geldig Nederlands paspoort, een kopie van een geldige Nederlandse identiteitskaart, een kopie van een geldige identiteitskaart van Bonaire, Sint Eustatius of Saba of een kopie van een geldige identiteitskaart van Aruba, Curaçao of Sint Maarten waarop de Nederlandse nationaliteit staat vermeld;
c. de verklaring dat de persoon of zijn Nederlandse echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel en kinderen, voor zover dezen met hem een gemeenschappelijke huishouding voeren, in Nederlandse openbare dienst werkzaam is in Aruba, Curaçao of Sint Maarten.
C
1. De artikelen M 1 tot en met M 8 worden vernummerd tot M 6 tot en met M 13.
2. Er worden vijf artikelen ingevoegd, luidende:
Een formulier als bedoeld in artikel M 3 van de Kieswet is kosteloos verkrijgbaar bij elke gemeente.
Een verzoek als bedoeld in artikel M 3 van de Kieswet bevat een adres buiten Nederland waar de persoon de stukken, bedoeld in artikel M 6 van de Kieswet, wenst te ontvangen.
1. De vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten zendt de personen die in Aruba, Curaçao of Sint Maarten wonen, de stukken, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, van de Kieswet.
2. De vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten draagt er zorg voor dat de stembiljetten alsmede de formulieren voor de processen-verbaal voor de briefstembureaus in Aruba, Curaçao, respectievelijk Sint Maarten tijdig in gereedheid worden gebracht.
De burgemeester van ’s-Gravenhage zet op de retourenveloppe, bedoeld in artikel M 6 van de Kieswet, het adres van:
a. het briefstembureau, indien dat is ingesteld op grond van artikel M 13, eerste, tweede en vierde lid van de Kieswet;
b. de vertegenwoordiger van Aruba, Curaçao of Sint Maarten, indien een briefstembureau is ingesteld op grond van artikel M 13, derde lid, van de Kieswet;
c. de burgemeester van ’s-Gravenhage, in de overige gevallen.
De stembescheiden, bedoeld in artikel M 7 van de Kieswet, bevatten een kopie van een geldig Nederlands paspoort, een kopie van een geldige Nederlandse identiteitskaart, een kopie van een geldige identiteitskaart van Bonaire, Sint Eustatius of Saba of een kopie van een geldige identiteitskaart van Aruba, Curaçao of Sint Maarten waarop de Nederlandse nationaliteit staat vermeld.
D
1. In artikel M 7 (nieuw) wordt «M 3 tot en met M 7» vervangen door: M 8 tot en met M 12.
2. In artikel M 12 (nieuw), eerste lid, vervalt «ingevolge artikel M 6, eerste lid,».
3. In artikel M 13 (nieuw), aanhef, wordt «De artikelen M 2 tot en met M 7» vervangen door: De artikelen M 7 tot en met M 12.
E
Na artikel M 13 (nieuw) wordt een artikel ingevoegd, luidende:
F
In artikel N 12 wordt «artikel M 6» vervangen door: artikel M 11.
Het Besluit raadgevend referendum wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 komt te luiden:
B
Artikel 3 vervalt.
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet tot wijziging van de Kieswet in verband met het vereenvoudigen van de procedure voor registratie als kiezer voor Nederlanders die in het buitenland wonen (permanente kiezersregistratie niet-ingezetenen) (Stb. 2017, 93) in werking treedt.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot
Wassenaar, 14 maart 2017
Willem-Alexander
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Uitgegeven de zeventiende maart 2017
De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok
Het kabinet heeft in het regeerakkoord aangekondigd de procedures, die gelden voor Nederlandse kiezers die in het buitenland wonen, te vereenvoudigen. Hiertoe is de Kieswet gewijzigd (Stb. 2017, 93) (hierna: de wijziging van de Kieswet). Deze wetswijziging strekt ertoe de wettelijke voorgeschreven registratie bij elke verkiezing te vervangen door een eenmalige verplichting tot registreren. Personen die de Nederlandse nationaliteit bezitten, op de dag van stemming achttien jaar of ouder zijn, hun werkelijke woonplaats buiten Nederland hebben en niet uit het kiesrecht zijn ontzet, kunnen, op verzoek, permanent geregistreerd worden. De in het kiezersregister opgenomen personen krijgen voor elke verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, van de leden van het Europees Parlement en bij elk landelijk referendum op grond van de Wet raadgevend referendum (hierna: landelijk raadgevend referendum) stembescheiden toegestuurd om aan de betreffende verkiezing(en) deel te kunnen nemen.
Naast een permanente registratie van niet-ingezetenen regelt de wet tot wijziging van de Kieswet dat personen die in Nederland wonen maar vanwege hun tijdelijk verblijf in het buitenland per brief mogen stemmen, hun verzoek daartoe indienen bij de burgemeester van ’s-Gravenhage en niet langer bij de burgemeester van de gemeente waar zij staan ingeschreven.
Voor de achtergronden van de introductie van een permanente kiezersregistratie voor niet-ingezetenen en daaruit voortvloeiende wijzigingen in de procedure van registratie, wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de wijziging van de Kieswet (Kamerstukken II 2015/16, 34 384, nr. 3).
De invoering van voorgenoemd register brengt enkele wijzigingen aan in de Kieswet. Een aantal van deze wijzigingen noopt tot aanpassing van het Kiesbesluit en het Besluit raadgevend referendum. De belangrijkste wijzigingen in de Kieswet die leiden tot aanpassing van het Kiesbesluit en het Besluit raadgevend referendum zijn hierna beschreven.
De procedure met betrekking tot het indienen van een registratieverzoek (aanvraag) komt voor een groot deel overeen met de huidige praktijk en heeft betrekking op dezelfde groep niet-ingezetenen als in het huidige regime van terugkerende registratie. De aanvraag om een registratie geschiedt middels een ingevuld en met een fysieke handtekening ondertekend formulier. Eenmaal in het register opgenomen, stemt de geregistreerde persoon in beginsel met een briefstembewijs per post. Indien hij voor een bepaalde verkiezing of landelijk raadgevend referendum bij volmacht of met een kiezerspas wenst te stemmen, dan kan hij hiertoe een aanvraag indienen bij de burgemeester van de gemeente ’s-Gravenhage.
In deze algemene maatregel van bestuur worden nadere regels vastgelegd over de verstrekking van het registratieformulier, de gegevens en bescheiden waarnaar in dit formulier mag worden gevraagd, de wijze van indiening van het registratieverzoek en het stemmen bij volmacht of met een kiezerspas.
Op het verzoek tot permanente registratie wordt, zoals thans het geval is bij het systeem van terugkerende registratie, uiterlijk op de zevende dag na ontvangst door het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage beslist. Deze termijn was voorheen in de wet geregeld en wordt nu in deze algemene maatregel van bestuur vastgelegd. Voor een motivering van deze overheveling van de Kieswet naar het Kiesbesluit wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de wijziging van de Kieswet.
Indien een persoon door het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage niet als kiezer wordt geregistreerd, terwijl hij hiervoor een aanvraag heeft ingediend, worden hem in beginsel uiterlijk op de zevende dag na ontvangst de redenen daarvan meegedeeld. Evenals de termijn waarbinnen op het verzoek tot (wijziging van de) registratie moet worden beslist, wordt de termijn waarbinnen de persoon de redengeving voor het ontbreken van een registratie ontvangt, in het Kiesbesluit vastgelegd.
Voor het doorgeven van wijzigingen met betrekking tot de registratie, maakt de kiezer gebruik van een ingevuld en met een fysieke handtekening ondertekend formulier. In deze algemene maatregel van bestuur worden nadere regels vastgelegd over de verstrekking van het wijzigingsformulier, de gegevens en bescheiden waarnaar in dit formulier mag worden gevraagd evenals de wijze van indiening.
Voor zover er voor de gemeenten en de burger (extra) administratieve en financiële lasten zijn verbonden aan de invoering van een permanente registratie, volgen deze uit de wet tot wijziging van de Kieswet. Voor een overzicht van de financiële gevolgen en administratieve lasten van de invoering van een permanent kiezersregister voor niet-ingezetenen wordt verwezen naar (paragraaf 5 van) de memorie van toelichting bij de wijziging van de Kieswet. De in het Kiesbesluit opgenomen wijzigingen zijn hoofdzakelijk technisch en redactioneel van aard, volgend op de wijzigingswet.
Het ontwerpbesluit is ter consultatie voorgelegd aan de gemeente ’s-Gravenhage, de Kiesraad, de VNG en de NVVB, die zonder uitzondering positief hebben geadviseerd. Van de gemeente ’s-Gravenhage is bij brief van 27 oktober 2016 een advies ontvangen. De NVVB, de VNG en de Kiesraad hebben gereageerd bij brief van 7 november 2016, 10 november 2016 respectievelijk 15 november 2016.
De NVVB acht de voorgestelde wijzigingen een logisch gevolg van de wijziging van de Kieswet en vraagt specifieke aandacht voor het advies van de gemeente ’s-Gravenhage, gezien haar bijzondere rol in het proces rondom kiezers in het buitenland. Evenals de NVVB maakt de VNG in haar advies geen inhoudelijke opmerkingen maar volstaat zij met instemming met de voorgestelde wijzigingen.
De door de gemeente ’s-Gravenhage gemaakte opmerkingen hebben onder meer betrekking op aanvullingen van de gegevens en bescheiden waarnaar in het registratieformulier (artikel D 2 van het Kiesbesluit) en het aanvraagformulier voor het stemmen bij volmacht of met een kiezerspas (artikelen K 2 en L 2 van het Kiesbesluit) gevraagd mag worden. Voorts voorziet het advies in een aanvulling van de gegevens die nodig zijn om te kunnen controleren dat alleen gerechtigde personen een briefstem kunnen uitbrengen (artikel M 14 van het Kiesbesluit). Deze voorgestelde wijzigingen van de gemeente ’s-Gravenhage zijn in de tekst van het besluit en de nota van toelichting verwerkt.
De Kiesraad stemt in met de voorgestelde wijzigingen van het Kiesbesluit maar plaatst enkele opmerkingen. Sommige opmerkingen hebben geleid tot wijziging van het besluit en de toelichting. Hierna worden de belangrijkste punten besproken.
Met betrekking tot de gegevens en bescheiden die een registratie in de zin van artikel D 2 of verzoek in de zin van artikel K 2 en L 2 van het Kiesbesluit dient te bevatten, vraagt de Kiesraad zich af of identificatie van een persoon niet al op afdoende wijze kan geschieden zonder registratie van het burgerservicenummer (BSN). Dit gelet op het karakter van het BSN als bijzonder persoonsgegeven. Ook vraagt de Kiesraad zich af wat de gevolgen zijn als een aanvrager wel over een BSN beschikt, maar dat niet invult.
Op grond van de betreffende artikelen in het Kiesbesluit dient een niet-ingezetene die over een BSN beschikt, dit nummer in het aanvraagformulier te vermelden. Is de aanvraag onvolledig, dan is het bestuursorgaan (het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage) op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht uiteindelijk bevoegd de aanvraag niet in behandeling te nemen. Het laatstgenoemde artikel verplicht het bestuursorgaan wel om de aanvrager eerst op het verzuim te wijzen voordat tot een dergelijke beslissing wordt overgegaan. Het bestuursorgaan kan ook de voorkeur geven aan het volgen van de gewone procedure, waarbij een onvolledige aanvraag zal leiden tot een afwijzing van de aanvraag.
Verschaffing van het BSN – dat een uniek nummer aan een persoon geeft – acht de regering noodzakelijk om de gemeente ’s-Gravenhage zekerheid te geven over de persoon die in het kiezersregister wenst te worden opgenomen. Alleen aanvragende kiesgerechtigde personen die buiten Nederland wonen, kunnen namelijk worden opgenomen in het kiezersregister en, eenmaal opgenomen, stembescheiden voor een verkiezing of landelijk raadgevend referendum ontvangen. Het belang doet zich nog meer gelden voor de Nederlandse kiezer die in het buitenland woont, omdat deze kiezer op een voor hem geschikt gemaakte, laagdrempelige manier mag stemmen, namelijk per brief, en hij zijn stembiljet elektronisch of per gewone post ontvangt.
Wanneer een persoon over een BSN beschikt wordt dat persoonsgegeven dan ook ten behoeve van registratie gevraagd. Ook in de systematiek van een steeds terugkerende registratie werd de kiezer gevraagd zijn BSN in te vullen op het wettelijk voorgeschreven registratieformulier.1 In het onderhavige besluit wordt onderscheid gemaakt tussen persoonsgegevens die moeten worden vermeld en schriftelijke stukken – «bescheiden» – die moeten worden toegevoegd. Het onderscheid volgt uit de wijziging van de Kieswet die een permanente kiezersregistratie voor Nederlanders die in het buitenland wonen, mogelijk maakt (artikel D 4).
In een langere periode van advisering is door de Kiesraad gewezen op de toegevoegde waarde die het gebruik van het BSN in het verkiezingsproces heeft om de kiesgerechtigdheid (van kandidaten en kiezers) vast te stellen.2 Door het BSN, voor wie het heeft, verplicht onderdeel te laten zijn van de registratieaanvraag wordt van overheidswege duidelijkheid gegeven over de status van dat gegeven. De kopie van het paspoort of de identiteitskaart, waarin meer persoonsgegevens zijn opgenomen, geldt onder meer ter controle van de eigen opgave.
Verder adviseert de Kiesraad om in de nota van toelichting nader aan te geven waarom met betrekking tot de geldigheid van de te overleggen identificatiedocumenten niet is gekozen voor de geldende regeling bij identificatie van kiezers in het stembureau, te weten identificatie met een ten hoogste vijf jaar verlopen identificatiedocument.
De regering is van oordeel dat de identificatie van kiezers in het stembureau een ander doel dient dan de identificatie van kiezers ten behoeve van de permanente registratie. Het laatste strekt ertoe om op het moment van beslissing op een aanvraag vast te stellen of een persoon over de Nederlandse nationaliteit beschikt, als voorwaarde voor een permanente registratie; het document moet dan ook geldig zijn op het moment dat op de aanvraag wordt beslist. De nota van toelichting is op dit punt uitgebreid.
De Kiesraad is er verder voorstander van dat de elektronische weg wordt opengesteld voor de indiening van alle aanvragen tot permanente registratie, ongeacht bij wie deze moeten worden ingediend. Daarom adviseert hij om aanvraagformulieren ten behoeve van de permanente registratie ook beschikbaar te stellen op de websites van de vertegenwoordigingen van Nederland in het buitenland.
Evenals de Kiesraad is de regering er voorstander van dat de elektronische weg wordt opengesteld voor de indiening van alle verzoeken (tot wijziging van de) permanente registratie. Derhalve is erin voorzien dat de hiervoor benodigde formulieren ook als elektronische formulieren beschikbaar zullen worden gesteld via de website van de gemeente ’s-Gravenhage. Gelet op de overzichtelijke handelingen die hiervoor benodigd zijn, gaat de regering ervan uit dat niet ook de elektronische weg opengesteld hoeft te worden voor indiening bij het hoofd van de consulaire post dan wel de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten.
Gelet op hetgeen in artikel M 2 is geregeld, dat in het verzoek om per brief te stemmen een adres buiten Nederland moet worden vermeld, vraagt de Kiesraad zich af wat de gevolgen (moeten) zijn van het vermelden van een adres in Nederland in plaats van een adres buiten Nederland.
Een verzoek om per brief te stemmen bevat een opgave van een adres buiten Nederland. Zou de mogelijkheid worden geboden om ook een adres in Nederland op te geven, dan maakt dat – zoals de Kiesraad in zijn advies ook opmerkt – in feite het stemmen per brief door alle in Nederland woonachtige personen de facto mogelijk. Dat vindt de regering onwenselijk en daarin beoogt het Kiesbesluit, in aansluiting op de wijziging van de Kieswet, dan ook niet te voorzien. Een kiezer die niet in staat is om overeenkomstig artikel M 3 van de Kieswet juncto artikel M 2 van het Kiesbesluit per brief te stemmen, kan een andere kiezer machtigen om voor hem te stemmen. Ook om mogelijk misbruik te voorkomen, heeft de regering ervoor gekozen om deze van de Kieswet overgehevelde bepaling te handhaven.
De door de Kiesraad bij het ontwerpbesluit gemaakte opmerking over de formulering van artikel D 2, onder b, is in de tekst van het besluit en de nota van toelichting verwerkt. Tevens zijn van de redactionele opmerkingen die opmerkingen in het besluit verwerkt waar dat tot verduidelijking leidde, te weten in artikel D 6 en M 4.
Deze artikelen blijven ongewijzigd in het nieuwe hoofdstuk D en worden hier dan ook niet nader toegelicht.
Een persoon die in het permanente kiezersregister wil worden opgenomen, dient zich eenmalig te registreren. Een permanente registratie werkt, evenals het huidige systeem van terugkerende registratie, op basis van een aanvraag van degene die geregistreerd wil worden. Dit onderdeel voorziet in de gegevens en bescheiden waarnaar in het registratieformulier gevraagd mag worden. Het betreft dezelfde gegevens en bescheiden die de kiezer volgens het huidige systeem van terugkerende registratie verstrekt.
Ten aanzien van de te overleggen identificatiedocumenten waaruit de Nederlandse nationaliteit blijkt geldt dat deze documenten geldig moeten zijn op het moment van de beslissing op de aanvraag.
Een niet-ingezetene die over een BSN beschikt, wordt geacht dit nummer in het aanvraagformulier te vermelden. Verschaffing van het BSN – dat een uniek nummer aan een persoon geeft – is noodzakelijk om de gemeente ’s-Gravenhage zekerheid te geven over de persoon die in het kiezersregister wenst te worden opgenomen. Alleen aanvragende kiesgerechtigde personen die buiten Nederland wonen, kunnen namelijk worden opgenomen in het kiezersregister en, eenmaal opgenomen, briefstembescheiden voor een verkiezing of landelijk raadgevend referendum ontvangen.
Dit artikel legt vast bij welk orgaan een aanvraag tot (wijziging van) de registratie moet worden ingediend. Daarnaast regelt het de verstrekking van het registratieformulier, dat kosteloos en tevens als elektronisch formulier beschikbaar zal worden gesteld via de website van de gemeente ’s-Gravenhage.
Het ondertekende verzoek tot registratie kan zowel per post als per e-mail worden ingediend bij de gemeente ’s-Gravenhage. Nu de elektronische weg is opengesteld voor het rechtstreeks indienen van een verzoek bij de gemeente ’s-Gravenhage hoeft niet ook de elektronische weg opengesteld te worden voor indiening bij het hoofd van de consulaire post dan wel de vertegenwoordiger.
Behalve bij de gemeente ’s-Gravenhage kan een verzoek ook per post worden ingediend bij het hoofd van de consulaire post waaronder de woonplaats van een aanvrager ressorteert of, als het een persoon betreft die in Aruba, Curaçao of Sint Maarten woont, bij de vertegenwoordiger van Nederland in deze landen. Het hoofd van de consulaire post dan wel de vertegenwoordiger zendt het verzoek zo spoedig mogelijk door naar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage. De Nederlander op Aruba, Curaçao of Sint Maarten die in Nederlandse openbare dienst werkt en zijn Nederlandse echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel en kinderen moeten hun verzoek indienen bij de minister onder wiens verantwoordelijkheid de betrokken functionaris zijn werkzaamheden verricht. Dit is noodzakelijk omdat deze personen voor registratie in het permanente kiezersregister een verklaring van de betreffende minister nodig hebben dat zij in Nederlandse dienst zijn. De betrokken minister zendt het verzoek door naar het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage. Deze werkwijze correspondeert met de huidige praktijk.
Naast terminologische aanpassingen bevatten deze artikelen een kleine wijziging die voortvloeit uit de introductie van een permanente registratie. In het huidige systeem registreert het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage de personen die buiten het Koninkrijk woonachtig zijn en doet de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dat voor de personen die woonachtig zijn in Aruba, Curaçao of Sint Maarten. In het nieuwe systeem wordt de registratie van niet-ingezetenen belegd bij één orgaan, het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage, waardoor de verwijzing naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overbodig is geworden en derhalve is geschrapt.
Een persoon die in het permanente kiezersregister is opgenomen, kan middels een verzoek aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage informeren of hij al dan niet als kiezer is geregistreerd. Een mededeling hieromtrent doet het college uiterlijk op de zevende dag na ontvangst van het verzoek. Met deze termijn wordt aangesloten bij de voorgestelde termijn waarbinnen het college dient te beslissen op een aanvraag tot (wijziging van de) registratie.
Dit artikel bepaalt binnen welke termijn het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage dient te beslissen op een aanvraag tot (wijziging van de) registratie.
Een persoon die in het permanente kiezersregister is opgenomen, kan wijzigingen in zijn gegevens doorgeven. Wijzigingen die volgen uit de basisregistratie personen worden door het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage ambtshalve verwerkt in de het permanente register. Dit artikel bepaalt binnen welke termijn ambtshalve wijzigingen in de gegevens van een geregistreerde persoon aan hem worden bekendgemaakt.
De hoofdstukken K en L worden aangepast aan de nieuwe systematiek waarbij niet-ingezetenen met een permanente registratie niet meer hoeven te verzoeken om te mogen stemmen per brief, maar in beginsel briefstembescheiden ontvangen. Indien een geregistreerde persoon voor een bepaalde verkiezing of landelijk raadgevend referendum bij volmacht of met een kiezerspas wenst te stemmen, dan kan hij hiertoe een schriftelijk of elektronisch verzoek (aanvraag) indienen bij de burgemeester van ’s-Gravenhage. Deze onderdelen regelen de verstrekking van de hiervoor benodigde formulieren, waarvan de aanvraag om een kiezerspas tevens een kopie van een bewijs van Nederlanderschap dient te bevatten. Daarnaast voorzien deze onderdelen in de gegevens en bescheiden waarnaar in het aanvraagformulier gevraagd mag worden. Ten aanzien van de te overleggen identificatiedocumenten waaruit de Nederlandse nationaliteit blijkt geldt dat deze documenten geldig moeten zijn op het moment van de beslissing op het verzoek (aanvraag).
Op een verzoek tot het stemmen bij volmacht of met een kiezerspas beslist de burgemeester van ’s-Gravenhage zo spoedig mogelijk. Indien een verzoek niet in verdere behandeling wordt genomen of wordt afgewezen, maakt de burgemeester de beslissing met opgave van redenen schriftelijk aan de verzoeker (aanvrager) bekend. Deze werkwijze stemt overeen met de huidige praktijk van het stemmen bij volmacht of met een kiezerspas.
Deze artikelen regelen de verstrekking van het formulier voor het stemmen per brief voor de Nederlandse ingezetene die tijdelijk in het buitenland verblijft. Op het formulier vult de kiezer een adres buiten Nederland in waar hij de stembescheiden wenst te ontvangen.
Deze bepaling regelt dat personen die ingezetenen zijn van Aruba, Curaçao en Sint Maarten hun stembescheiden overeenkomstig de gangbare praktijk zullen ontvangen van de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en niet van de burgemeester van ’s-Gravenhage. Tevens voorziet dit artikel erin dat de vertegenwoordiger de stembiljetten en de formulieren voor de processen-verbaal voor de stembureaus in Aruba, Curaçao en Sint Maarten tijdig in gereedheid brengt.
Dit artikel is deels overgeheveld van de Kieswet naar het Kiesbesluit en sluit voor het overige aan bij de systematiek van de permanente registratie. Alleen de burgemeester van ’s-Gravenhage verzorgt de adressen op de retourenveloppen. Regels over het adres op de retourenveloppe voor retournering van de briefstembescheiden zijn door de formele wetgever aangewezen tot de meer gedetailleerde regels van administratieve aard en worden derhalve in deze algemene maatregel van bestuur vastgelegd.
Deze bepaling wijst het identiteitsdocument aan waarvan een geregistreerde persoon een kopie bij zijn stembescheiden dient te voegen.
Artikel M 9, zesde lid, van de Kieswet, bepaalt dat op de briefstembureaus de ingewilligde verzoekschriften tot het stemmen per brief liggen. De nieuwe formulering van M 9, zesde lid, van de Kieswet gaat uit van de aanwezigheid een lijst of bestand van personen die per brief mogen stemmen. Dit is het Register Geldige Briefstembewijzen (hierna: RGB). Op deze lijst staan de personen die bij de gemeente ’s-Gravenhage geregistreerd zijn overeenkomstig a) de permanente registratie (minus de personen met een gehonoreerd verzoek tot het stemmen bij volmacht of tot het stemmen met een kiezerspas) en b) de ingewilligde verzoeken tot briefstemmen door ingezetenen. Dit artikel bepaalt uit welke gegevens deze lijst van personen dient te bestaan, om te kunnen controleren dat alleen gerechtigde personen een briefstem zullen uitbrengen. De kiezer krijgt een briefstembewijs met een uniek nummer, dat in het RGB wordt opgenomen. Aangezien het RGB naar alle briefstembureaus wordt gestuurd, is het ongewenst daarin privacygevoelige gegevens op te nemen. Derhalve is alleen dit briefstembewijsnummer erin opgenomen.
Kiesgerechtigden voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer zijn ook kiesgerechtigd voor een referendum op grond van de Wet raadgevend referendum (vgl. artikel 18 van deze wet). Zij kunnen een inleidend verzoek indienen tot het houden van een referendum of een ondersteuningsverklaring indienen ten behoeve van een referendum. Aanpassing van de Kieswet ten behoeve van de invoering van een permanente registratie noopt ook tot aanpassing van het Besluit raadgevend referendum. Hoofdstuk 2 van het Kiesbesluit inzake de registratie van kiesgerechtigdheid van Nederlanders die in buiten Nederland wonen, wordt op onderdelen, voor wat betreft de artikelen D 4 tot en met D 10 van het Kiesbesluit, van toepassing verklaard op het Besluit raadgevend referendum.
Dit artikel vervalt nu de bepalingen waarnaar wordt verwezen in het Kiesbesluit, Kieswet en Wet raadgevend referendum (grotendeels) zijn gewijzigd of vervallen.
In dit onderdeel wordt voorzien in de inwerkingtreding van het besluit. Het besluit treedt gelijktijdig in werking met de wet die ten grondslag ligt aan het besluit.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Overigens geldt ook voor de in Nederland wonende kiezer dat zijn kiesgerechtigdheid wordt vastgesteld via de basisregistratie personen, waarin het BSN is opgenomen.
Onder meer het advies van 21 januari 2011 over passief kiesrecht, advies van 17 december 2012 over wijziging van de modellen behorende bij de Kieswet en het Kiesbesluit, advies van 24 juli 2014 n.a.v. gemeenteraadsverkiezingen en verkiezing Europees parlement 2014, wetstechnische opmerkingen (https://www.kiesraad.nl/adviezen-en-publicaties).
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbij behorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2017-94.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.