Wet van 10 februari 2017 tot wijziging van de Tracéwet, de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder in verband met de verruiming van de mogelijkheid om fouten in het geluidregister te herstellen en enkele technische verduidelijkingen

Wij Willem-Alexander, bij gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de mogelijkheid te verruimen om fouten in het geluidregister te herstellen en dat enkele artikelen in de Tracéwet, de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder verduidelijking behoeven;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 10 van de Tracéwet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het tracébesluit inzake de aanleg of wijziging van een hoofdweg bevat, voor zover van toepassing, voorts:

    • a. een beschrijving van het aantal te realiseren rijstroken;

    • b. het ingevolge artikel 11.27, eerste lid, van de Wet milieubeheer vastgestelde geluidproductieplafond;

    • c. het ingevolge artikel 11.28, eerste lid, van de Wet milieubeheer gewijzigde geluidproductieplafond;

    • d. de nieuwe en gewijzigde referentiepunten, en

    • e. de hogere waarden als bedoeld in artikel 104a, eerste lid, van de Wet geluidhinder.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Het tracébesluit inzake de aanleg of wijziging van een landelijke spoorweg bevat, voor zover van toepassing, voorts:

    • a. een beschrijving van het aantal te realiseren sporen;

    • b. het ingevolge artikel 11.27, eerste lid, van de Wet milieubeheer vastgestelde geluidproductieplafond;

    • c. het ingevolge artikel 11.28, eerste lid, van de Wet milieubeheer gewijzigde geluidproductieplafond;

    • d. de nieuwe en gewijzigde referentiepunten, en

    • e. de hogere waarden als bedoeld in artikel 104a van de Wet geluidhinder.

ARTIKEL II

De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 11.1 komt de begripsbepaling van woonwagenstandplaats te luiden: standplaats als bedoeld in artikel 1, onder j, van de Wet op de huurtoeslag.

B

In artikel 11.2, derde lid, wordt «bouwvergunning» vervangen door: bouwvergunning of omgevingsvergunning.

C

Artikel 11.22, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «de geldende geluidproductieplafonds» vervangen door: de geluidproductieplafonds zoals deze golden op 31 december van het voorafgaande kalenderjaar.

2. In onderdeel b wordt «het geldende geluidproductieplafond» vervangen door: de geluidproductieplafonds, bedoeld in onderdeel a.

D

Artikel 11.23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «60 dB» vervangen door: 60,0 dB.

2. In het derde lid wordt «artikel 11.28, vierde lid,» vervangen door: de artikelen 11.28, vierde lid, of 11.47, eerste lid.

E

Artikel 11.25 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Voor zover in artikel 11.46, tweede lid, niet anders is bepaald, worden de gegevens in het geluidregister opgenomen op de dag van de bekendmaking van het besluit tot vaststelling of wijziging van een geluidproductieplafond of tot verlening of wijziging van een ontheffing dan wel op de dag waarop mededeling wordt gedaan van een vrijstelling dan wel op de dag waarop de mededeling van de beheerder, bedoeld in artikel 11.36, derde of vijfde lid, is ontvangen.

2. Het derde lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. indien van toepassing:

    • 1°. de mededeling van Onze Minister, bedoeld in artikel 11.36, eerste lid, onderdeel b, en artikel 11.63, derde lid;

    • 2°. een krachtens artikel 11.23, vijfde lid, gepubliceerde vrijstelling;

    • 3°. een krachtens artikel 11.24, eerste lid, verleende ontheffing;

    • 4°. een vermelding dat een vrijstelling geldt krachtens artikel 11.36, derde lid.

3. In het vijfde lid wordt «op grond van artikel 11.63, derde lid,» vervangen door: op grond van artikel 11.36, eerste lid, 11.36, tweede lid, of 11.63, derde lid.

4. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Het geluidregister wordt beheerd door Onze Minister.

5. In het zevende lid wordt «het register» vervangen door: het geluidregister.

6. In het achtste lid wordt «inrichting van het register, alsmede omtrent de wijze waarop het register wordt beheerd» vervangen door: inrichting van het geluidregister, alsmede omtrent de wijze waarop het geluidregister wordt beheerd.

F

Artikel 11.28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «zijn de artikelen 11.29 en 11.30 niet van toepassing» vervangen door: zijn de artikelen 11.29, 11.30, 11.33, tweede lid, eerste volzin, en 11.38 niet van toepassing.

2. In het derde lid wordt na «benut» toegevoegd: , tenzij het een verzoek betreft als bedoeld in het vierde lid of in artikel 11.63, eerste lid.

G

Artikel 11.30 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Onze Minister stelt een geluidproductieplafond op een zodanige waarde vast dat de geluidsbelasting vanwege de weg of spoorweg niet hoger is dan de hoogste van de volgende twee waarden:

    • a. de voorkeurswaarde;

    • b. de geluidsbelasting die de betrokken geluidsgevoelige objecten vanwege de weg of spoorweg ondervinden bij volledige benutting van de geldende geluidproductieplafonds.

2. In het tweede lid wordt «vanwege die weg of spoorweg ondervinden bij volledige benutting van het geldende geluidproductieplafond» vervangen door: vanwege de weg of spoorweg ondervinden bij volledige benutting van de geldende geluidproductieplafonds.

H

In artikel 11.33, vijfde lid, wordt «als bedoeld in het derde lid, onder b» vervangen door: als bedoeld in het vierde lid, onder b.

I

In artikel 11.35 wordt «met toepassing van artikel 11.29» vervangen door: met toepassing van artikel 11.28, vierde lid, of artikel 11.29.

J

Artikel 11.36 komt te luiden:

Artikel 11.36

  • 1. De werking van een besluit tot vaststelling of wijziging van een geluidproductieplafond, waarin overeenkomstig artikel 11.35 maatregelen zijn aangegeven, wordt in afwijking van artikel 20.3 opgeschort tot de dag, volgend op die waarop:

    • a. ingeval de beheerder een verzoek tot vaststelling of wijziging heeft gedaan, de beheerder aan Onze Minister heeft medegedeeld dat de werkzaamheden aan de weg of spoorweg, ter uitvoering van het besluit, zijn begonnen, of

    • b. ingeval een gemeente een verzoek als bedoeld in artikel 11.28, vierde lid, heeft gedaan, Onze Minister heeft medegedeeld dat de maatregelen ten genoegen van Onze Minister zijn getroffen. Deze mededeling geschiedt op dezelfde wijze als waarop van het besluit kennis is gegeven.

  • 2. De werking van een besluit tot vaststelling of wijziging van een geluidproductieplafond dat is opgenomen in een tracébesluit wordt in afwijking van artikel 20.3 opgeschort tot de dag, volgend op die waarop de beheerder aan Onze Minister heeft medegedeeld dat met de werkzaamheden aan de weg of spoorweg voor de uitvoering van het tracébesluit is begonnen.

  • 3. Artikel 11.20 is niet van toepassing op de geluidproductieplafonds op referentiepunten gelegen binnen het gebied dat is aangegeven in een besluit tot vaststelling of wijziging van een geluidproductieplafond op verzoek van de beheerder, waarin overeenkomstig artikel 11.35 maatregelen zijn aangegeven, dan wel in een tracébesluit, met ingang van het kalenderjaar waarin de beheerder aan Onze Minister heeft medegedeeld dat met de werkzaamheden aan de weg of spoorweg ter uitvoering van het besluit is begonnen. Onze Minister kan regels stellen over de wijze waarop dit gebied wordt bepaald.

  • 4. Het derde lid is van toepassing tot en met het kalenderjaar waarin de beheerder aan Onze Minister heeft medegedeeld dat de werkzaamheden aan de weg of spoorweg, of een deel van de weg of spoorweg, zijn afgerond.

  • 5. De beheerder doet voor het einde van het kalenderjaar waarin de werkzaamheden aan de weg of spoorweg zijn afgerond, hiervan mededeling aan Onze Minister. Onverminderd de eerste volzin, kan de beheerder ook een mededeling doen als de werkzaamheden aan een deel van de weg of spoorweg zijn afgerond. Die mededeling heeft het gevolg, bedoeld in het vierde lid, voor de geluidproductieplafonds op de referentiepunten gelegen in het deel van het in het derde lid bedoelde gebied dat in de melding is aangegeven. De laatste volzin van het derde lid is van overeenkomstige toepassing.

K

Aan artikel 11.38 wordt een lid toegevoegd, luidende;

  • 5. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in bij die maatregel te bepalen gevallen geluidwerende maatregelen niet worden getroffen.

L

In artikel 11.39, eerste lid, vervalt «, op verzoek van de beheerder,».

M

Artikel 11.40 komt te luiden:

Artikel 11.40

De artikelen 11.30 en 11.38 zijn niet van toepassing op:

  • a. een geluidsgevoelig object ten aanzien waarvan met toepassing van de Interimwet stad-en-milieubenadering een hogere geluidsbelasting is toegestaan dan de wettelijke maximumwaarde ingevolge de Wet geluidhinder, en

  • b. een geluidsgevoelig object ten aanzien waarvan met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° of 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning is verleend waarbij voor de duur van ten hoogste tien jaar is afgeweken van het bestemmingsplan.

N

Aan het slot van artikel 11.42, eerste lid, wordt de volgende zin toegevoegd: Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het tweede tot en met het vijfde lid in bij die maatregel te bepalen gevallen niet van toepassing zijn.

O

Het opschrift van afdeling 11.3.4 komt te luiden:

AFDELING 11.3.4 GELUIDPRODUCTIEPLAFONDS VOOR OP 1 JULI 2012 BESTAANDE OF GEPROJECTEERDE WEGEN EN SPOORWEGEN

P

Het opschrift van paragraaf 11.3.4.2 komt te luiden:

§ 11.3.4.2 Bijzondere bepalingen met betrekking tot het wijzigen van geluidproductieplafonds die tot stand zijn gekomen met toepassing van artikel 11.45

Q

Artikel 11.47 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De artikelen 11.29, 11.30, 11.32, 11.33, tweede lid, eerste volzin, en 11.38 blijven buiten toepassing indien een geluidproductieplafond wordt gewijzigd omdat:

    • a. onjuiste brongegevens of onjuiste overige, voor de berekening van geluidproductieplafonds gebruikte, gegevens met betrekking tot de weg of spoorweg zijn opgenomen in het geluidregister, bedoeld in artikel 11.25;

    • b. het geluidproductieplafond niet overeenkomt met de in het geluidregister, bedoeld in artikel 11.25, opgenomen brongegevens of overige, voor de berekening van geluidproductieplafonds gebruikte, gegevens met betrekking tot de weg of spoorweg.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Onze Minister kan een termijn stellen waarbinnen de beheerder de in het tweede lid bedoelde maatregelen treft.

R

Artikel 11.48 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «een geluidproductieplafond» toegevoegd: als bedoeld in artikel 11.45, eerste lid,.

2. In het tweede lid wordt na «een geluidproductieplafond» toegevoegd: als bedoeld in artikel 11.45, eerste lid,.

S

Artikel 11.57 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Saneringsobjecten zijn geluidsgevoelige objecten die vallen onder een of meer van de volgende categorieën:

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Onder saneringsobjecten als bedoeld in het eerste lid worden niet verstaan:

    • a. geluidsgevoelige objecten ten aanzien waarvan met toepassing van de Interimwet stad-en-milieubenadering een hogere geluidsbelasting is toegestaan dan de wettelijke maximumwaarde ingevolge de Wet geluidhinder, en

    • b. geluidsgevoelige objecten ten aanzien waarvan met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° of 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning is verleend waarbij voor de duur van ten hoogste tien jaar is afgeweken van het bestemmingsplan.

T

In artikel 11.59, eerste en tweede lid, wordt «met toepassing van artikel 11.29» vervangen door: met overeenkomstige toepassing van artikel 11.29.

U

In artikel 11.62, tweede lid, wordt «Artikel 11.43, tweede en derde lid, zijn» vervangen door: Artikel 11.43, tweede lid, is.

V

Aan artikel 11.64 wordt een lid toegevoegd, luidende;

  • 6. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in bij die maatregel te bepalen gevallen geluidwerende maatregelen niet worden getroffen.

W

Artikel 11.65 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het tweede en derde lid zijn van toepassing op saneringsobjecten waarop de geluidsbelasting, vanwege de weg of spoorweg, de maximale waarde overschrijdt, bij volledige benutting van:

    • a. het geluidproductieplafond, zoals dat met toepassing van artikel 11.63 is gewijzigd, of

    • b. het geluidproductieplafond, indien in het saneringsplan geen maatregelen zijn opgenomen om de geluidsbelasting van het saneringsobject te beperken.

2. In het tweede lid wordt «wijziging van het geluidproductieplafond» vervangen door: vaststelling van het saneringsplan.

X

In artikel 11.66 wordt «Onze Minister zenden» vervangen door: Onze Minister zendt uiterlijk.

ARTIKEL III

De Wet geluidhinder wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt de begripsomschrijving van «Onze Minister» te luiden: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.

B

Aan artikel 1b wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. De artikelen 89, 90, tweede tot en met vijfde lid, 100, 100a en 100b, alsmede artikel 104a voor zover sprake is van reconstructie als bedoeld in dat artikel, zijn niet van toepassing op een woning ten aanzien waarvan met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° of 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning is verleend waarbij voor de duur van ten hoogste tien jaar is afgeweken van het bestemmingsplan.

C

Artikel 104a, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt «, en» vervangen door een puntkomma.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door «, en» worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • f. in artikel 112 in plaats van «treffen burgemeester en wethouders» gelezen «treft Onze Minister»;

  • g. in artikel 114a, tweede lid, onderdeel c, in plaats van «burgemeester en wethouders aan de rechthebbende mededeling doen» gelezen «Onze Minister aan de rechthebbende mededeling doet».

ARTIKEL IV

  • 1. Artikel 11.36, derde, vierde en vijfde lid, van de Wet milieubeheer zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van besluiten waarin geen gebied is aangegeven als bedoeld in artikel 11.36, derde lid, van de Wet milieubeheer en die zijn vastgesteld voor de inwerkingtreding van deze wet.

  • 2. In de in artikel 11.36, derde lid, van de Wet milieubeheer bedoelde mededeling geeft de beheerder aan op welke geluidproductieplafonds artikel 11.20 van de Wet milieubeheer niet van toepassing is.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 10 februari 2017

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Uitgegeven de drieëntwintigste februari 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 525

Naar boven