Besluit van 29 november 2017 tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte in verband met indexering van de boetebedragen 2018

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 9 oktober 2017, nr.2137559,

Gelet op artikel 154b, zesde lid, van de Gemeentewet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 oktober 2017, nr. W03.17.0343/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 27 november 2017, nr.2155303,

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De bijlage van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 29 november 2017

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de achtste december 2017

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Bijlage bij de wijziging van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte in verband met indexering van de boetebedragen 2018

Bijlage als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte

A. Voorschrift uit de plaatselijke verordening

Boete in euro’s

A. 1

 

Op door het college aangewezen openbare plaatsen gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek verspreiden dan wel openlijk aanbieden

140

   

A. 2

 

Zonder vergunning op een openbare plaats als dienstverlener optreden of zijn diensten als zodanig aanbieden

190

   

A. 3

 

Als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids ten behoeve van publiek optreden op of aan door de burgemeester aangewezen openbare plaats, waar dit niet is toegestaan

190

   

A. 4

 

De weg of een weggedeelte anders gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, waardoor

 

– aan de weg schade wordt toegebracht of kan worden toegebracht

230

– de bruikbaarheid van de weg wordt belemmerd of kan worden belemmerd

230

– het beheer of onderhoud van de weg wordt belemmerd of kan worden belemmerd

230

   

A. 5

 

Zonder vergunning of anders dan de daarin gestelde voorwaarden de weg of een weggedeelte gebruiken anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan (bijv. terrasverbod, reclameborden)

230

   

A. 6

 

Een winkelwagentje na gebruik onbeheerd op een openbare plaats achterlaten

95

   

A. 7

 

Zich met een winkelwagentje op of aan de weg bevinden op meer dan de toegestane afstand van het bedrijf dat het winkelwagentje ter beschikking heeft gesteld

95

   

A. 8

 

Zonder een vergunning of in afwijking van een vergunning een evenement organiseren

95

   

A. 9

 

Als houder van een openbare inrichting na sluitingstijd

 

– die inrichting voor bezoekers geopend hebben

280

– in die inrichting bezoekers laten verblijven

280

   

A. 10

 

Zich als bezoeker in een openbare inrichting bevinden

 

– na sluitingstijd

95

– gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn

95

   

A. 11

 

Een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is bekrassen of bekladden

140

   

A. 12

 

Op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding dan wel met enigerlei stof enige afbeelding, letter, cijfer of teken aanplakken of op andere wijze aanbrengen

140

   

A. 13

 

Aanplakborden gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame

140

   

A. 14

 

Als houder van een schriftelijke toestemming niet voldoen aan de verplichting om op eerste vordering van een opsporingsambtenaar de schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats/dat gedeelte van een onroerende zaak ter inzage af te geven

95

   

A. 15

 

Op de weg of openbaar water enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur- of verfstof of verfgereedschap vervoeren of bij zich hebben

140

   

A. 16

 

Op een openbare plaats klimmen of zich bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hek, heining, andere afsluiting, verkeersmeubilair of daarvoor niet bestemd straatmeubilair

95

   

A. 17

 

Op een openbare plaats zich zodanig ophouden dat voor andere gebruikers of bewoners van nabij die plaats gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt

140

   

A. 18

 

Zonder redelijk doel zich in een portiek of poort ophouden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of liggen

95

   

A. 19

 

Zonder redelijk doel zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van dat gebouw

95

   

A. 20

 

(In of op) een portaal, telefooncel, wachtlokaal voor openbaar vervoer, parkeergarage, rijwielstalling of een andere voor het publiek toegankelijke ruimte

 

– zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden

140

– verontreinigen

140

– voor een ander doel gebruiken dan waarvoor die ruimte bestemd is

95

   

A. 21

 

Als persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied alcoholhoudende drank nuttigen

95

   

A. 22

 

Als persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben

95

   

A. 23

 

Op (of aan) een openbare plaats een (brom)fiets plaatsen of laten staan tegen een raam, raamkozijn, deur of gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek

 

– in strijd met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiek

45

– waardoor die ingang wordt versperd

45

   

A. 24

 

Een (brom)fiets op een door het college aangewezen plaats onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen laten staan

45

   

A. 25

 

Op uren en/of plaatsen die door het college of de burgemeester zijn aangewezen zich met een fiets of bromfiets bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt

45

   

A. 26

 

Zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip ophouden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een zich daarin bevindende persoon te bespieden

140

   

A. 27

 

Een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker of ander optisch instrument bespieden

140

   

A. 28

 

Als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen op

 

– een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd

95

– een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats

140

– een weg zonder dat de hond is voorzien van een identificatiemerk dat de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennen

95

– een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan de met het toezicht belaste ambtenaar

95

– een door het College aangewezen plaats buiten de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd

95

   

A. 29

 

Als degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft, niet voldoen aan de verplichting ervoor zorg te dragen dat de uitwerpselen van die hond onmiddellijk worden verwijderd van die openbare plaats

140

   

A. 30

 

Als eigenaar of houder van een hond deze laten verblijven of laten lopen op een openbare plaats of op een terrein van een ander

 

– terwijl na aanzegging van de burgemeester of het college deze hond niet kort is aangelijnd

230

– terwijl na aanzegging van de burgemeester of het college deze hond niet kort is aangelijnd en gemuilkorfd

230

– zonder dat deze hond is voorzien van een afleesbare microchip met uniek identificatienummer dat in verband met het gedrag van de hond is verstrekt

230

   

A. 31

 

Als degene die buiten een inrichting de zorg heeft voor een dier, niet voorkomen dat dit dier voor de omgeving (geluid)hinder veroorzaakt

140

   

A. 32

 

Als rechthebbende op herkauwende dieren, eenhoevige dieren of varkens die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden, niet voldoen aan de verplichting om zodanige maatregelen te treffen dat dit vee die weg niet kan bereiken

140

   

A. 33

 

Consumentenvuurwerk gebruiken op een door het college aangewezen plaats waar dit gebruik verboden is

100

   

A. 34

 

Op een openbare plaats consumentenvuurwerk gebruiken terwijl dat gevaar, schade of overlast kan veroorzaken

100

   

A. 35

 

Binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte doen buiten een daarvoor bestemde plaats

140

   

A. 36

 

Buiten een daartoe bestemd kampeerterrein kampeermiddelen plaatsen of geplaatst houden ten behoeve van recreatief nachtverblijf

140

   

A. 37

 

De weg als slaapplaats gebruiken

140

   

A. 38

 

Met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een door het college aangewezen gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan

 

a. voor gezagvoerders/schippers

95

b. voor een ieder

95

   

A. 39

 

Als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden

140

   

A. 40

 

Zich zonder redelijk doel aan een vaartuig in openbaar water vasthouden, daarop klimmen of zich daarop of daarin begeven of bevinden

95

   

A. 41

 

Rijden of zich bevinden met een motorvoertuig/(brom)fiets of een paard binnen een voor publiek toegankelijk natuurgebied, park, plantsoen of voor recreatief gebruik beschikbaar terrein

 

a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen

140

b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen

140

c. voor bromfietsers en snorfietsers

95

d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor

55

e. voor overige weggebruikers

55

   

A. 42

 

Zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op bij de gemeente in onderhoud zijnde parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken

45

   

A. 43

 

Met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook

 

a. voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen

140

b. voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen

140

c. voor bromfietsers en snorfietsers

95

d. voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor

55

e. voor overige weggebruikers

55

   

A. 44

 

Een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied anders dan tot doel van dagrecreatie

140

   

A. 45

 

Een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied door zich als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in een vastgestelde periode te bevinden buiten een aangewezen gebied, waar het verblijf van de hond is toegestaan

95

   

A. 46

 

Op een openbare plaats, al dan niet binnen een door het College aangewezen gebied, softdrugs gebruiken

95

   

A. 47

 

Door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten bewegen, uitnodigen of aanlokken tot het gebruik maken van diensten van een prostituee

 

– buiten de door het college aangewezen wegen of gebieden

230

– buiten de door het college vastgestelde tijden

230

   

A. 48

 

Zonder vergunning een openbare inzameling van geld of goederen houden of daartoe een intekenlijst aanbieden

140

   

A. 49

 

Venten op door het college aangewezen (verboden) openbare plaatsen

140

   

A. 50

 

Venten op door het college aangewezen (verboden) dagen of uren

140

   

A. 51

 

Zonder vergunning op of aan de weg of openbaar water dan wel op een andere voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats een standplaats innemen of hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden

140

B. Voorschrift uit de plaatselijke verordening (milieu)

Boete in euro’s

B. 1

 

Als particulier buiten een inrichting toestellen of geluidsapparaten in werking hebben of handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt

140

   

B. 2

 

In/op een bos, heide, veengrond, duingebied dan wel binnen een afstand van dertig meter daarvan

 

– roken gedurende een door het college aangewezen periode

140

– in de openlucht brandende dan wel smeulende voorwerpen wegwerpen/laten vallen of liggen

280

   

B. 3

 

In de openlucht vuur aanleggen, stoken of hebben

280

C. Voorschrift uit de afvalstoffenverordening, voor zover betrekking hebbend op:

Boete in euro’s

C.1

 

Het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen

140

   

C.2

 

Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

95

   

C.3

 

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen

95

   

C.4

 

Buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, een stof of voorwerp in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu

380

   

C.5

 

Het achterlaten van straatafval in de openbare ruimte

140

   

C.6

 

Het doorzoeken of verspreiden van afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan

140

   

C.7

 

Het achterlaten van zwerfafval bij vervoeren, laden of lossen van afvalstoffen

140

   

C.8

 

Het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen

230

   

C.9

 

Het zich ontdoen van een autowrak, afkomstig uit een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken

380

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Op grond van artikel 154b Gemeentewet zijn gemeenten bevoegd om een bestuurlijke boete op te leggen voor overtreding van plaatselijke voorschriften betreffende gedragingen die kunnen leiden tot overlast in de openbare ruimte. Het bestuursrechtelijk optreden door gemeenten tegen dit soort overlastfeiten is nader uitgewerkt in het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (hierna: Bboor). De bijlage bij het Bboor biedt een lijst van overlastfeiten met bijbehorende vaste boetebedragen, waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Deze boetebedragen worden jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI). Het onderhavige technische wijzigingsbesluit strekt ertoe om de bijlage bij het Bboor opnieuw vast te stellen in verband met de indexering van de tarieven met 1,1%. Dit percentage is gebaseerd op de ontwikkeling van de CPI in de periode van 1 juni 2016 tot 1 juni 2017. Hoewel het Bboor reeds in 2009 in werking is getreden, is een eerste actualisatie van de bijlage bij dit besluit pas in 2016 nodig gebleken nadat enkele gemeenten hun voornemen kenbaar hadden gemaakt om voor dit soort feiten van de strafrechtelijke handhaving (middels de strafbeschikking), over te stappen op bestuursrechtelijke handhaving (middels de bestuurlijke boete) (zie voor een uitgebreide toelichting Stb. 2016, 512). Inmiddels blijkt inderdaad dat in het jaar 2017 een aantal (grote)gemeenten de bestuurlijke boete in plaats van de strafbeschikking zijn gaan gebruiken om op te treden tegen overlastgevende gedragingen in de openbare ruimte. Dit maakt het noodzakelijk om de bijlage bij het Bboor ook voor het jaar 2018 te actualiseren.

De boetebedragen uit de bijlage zijn, zoals gebruikelijk in de systematiek van het Bboor1, afgestemd op de boetebedragen die het Openbaar Ministerie hanteert in strafbeschikkingen voor dezelfde feiten, om te voorkomen dat er rechtsongelijkheid optreedt tussen de bestuursrechtelijke- en strafrechtelijke handhaving van overlastfeiten in de openbare ruimte. Onderhavige wijziging is gebaseerd op de 22e uitgave van de «Tekstenbundel voor misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen», waarin het Openbaar Ministerie jaarlijks landelijk de tarieven vaststelt. De formulering van de overlastfeiten uit de bijlage bij het Besluit Bboor is gebaseerd op bijlage I bij het Besluit OM-afdoening zoals dat luidt op 1 januari 2018 en de 22e uitgave van de OM-Tekstenbundel en sluit nauw aan bij de model- algemene plaatselijke verordening (model- APV) van de Vereniging van Nederlandse gemeenten. In navolging van de wijzigingen in de OM-Tekstenbundel zijn enkele overlastfeiten geschrapt. Deze technische aanpassingen worden in het artikelsgewijze deel van de toelichting toegelicht.

Artikelsgewijs

Artikel I

Deel A: voorschrift uit de plaatselijke verordening

In navolging van de OM-Tekstenbundel is in dit deel een aantal feiten geschrapt, zoals het – kort gezegd – zonder ontheffing van het college varen of laten varen van een vaartuig, en varen zonder dat de ontheffing in het vaartuig aanwezig is (feiten A. 38 en A. 39 oud). Deze bepalingen zijn geschrapt omdat ze niet meer in de model-APV zijn opgenomen en omdat er minimaal gebruik van werd gemaakt. Ook het overtreden van een verblijfsverbod, opgelegd in het kader van straatprostitutie (feit A. 49 oud) is geschrapt uit de OM-Tekstenbundel en dientengevolge ook uit de bijlage bij het Bboor. De reden hiervoor is dat in de praktijk is gebleken dat dit feit al langere tijd wordt gebruikt voor het handhaven van een ándere overtreding, waarvoor het hanteren van een vast boetebedrag juist niet wenselijk wordt geacht. Wellicht ten overvloede zij opgemerkt dat de schrapping van bovengenoemde feiten uit de bijlage geen gevolgen heeft voor de bestuurlijke beboetbaarheid van de betreffende feiten. Een feit is bestuurlijk beboetbaar indien dit voortvloeit uit artikel 154b van de Gemeentewet in samenhang met de artikelen 2 en 3 Bboor. De bijlage bij het Bboor vermeldt enkel de feiten die 1) bestuurlijk beboetbaar zijn op grond van de hier bovengenoemde artikelen en waaraan 2) een vast boetebedrag is toegekend in de OM-Tekstenbundel. Het is dus mogelijk dat een feit bestuurlijk beboetbaar is, maar niet in de bijlage van het Bboor is opgenomen omdat het feit geen vast boetebedrag kent.2

Vanwege de overzichtelijkheid is het verwijderen van uitwerpselen van een hond (feit B.3 oud) in de onderhavige bijlage overgeplaatst naar deel A (feit A. 29). Hierdoor staan alle feiten die betrekking hebben op honden nu bij elkaar. Tot slot zijn de boetebedragen in overeenstemming gebracht met de bedragen uit de OM-Tekstenbundel, 22e uitgave.

Deel B: voorschrift uit de plaatselijke verordening (milieu)

Afgezien van de overplaatsing van feit B. 3 (oud) naar feit A. 29, hebben enkel de boetebedragen in deel B een wijziging ondergaan.

Deel C: voorschrift uit de afvalstoffenverordening

In deel C zijn alleen de boetebedragen aangepast.

Artikel II

Inwerkingtreding is voorzien per 1 januari 2018. Uit het legaliteitsbeginsel, vastgelegd in artikel 5:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, volgt dat de hogere bedragen uit de bijlage enkel gelden voor gedragingen op of na deze datum.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Zie Stb. 2008, 580, p. 12, en Stb. 2016, 512, p. 8.

X Noot
2

Zie voor een nadere toelichting op de systematiek van het Bboor Stb. 2016, 512, p. 9.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven