Besluit van 31 mei 2017, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de onderdelen van de Evaluatiewet WNT (Stb. 2017, 151)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 mei 2017, nr. 2017-0000233161;

Gelet op artikel II van de Wet normering topinkomens (Stb. 2017, 151);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De Evaluatiewet WNT treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt Artikel I, onderdeel A, onder 1, onderdeel C, onder 2, onderdeel F, onderdeel P, onder 4, onderdeel V, onder 3, met betrekking tot het nieuwe vijfde lid, onderdeel Y, onder 1, onder b, onderdeel AB, onder 1, en onderdeel AO, onder 2, in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 3. Aan artikel I, onderdeel A, onder 3, onderdeel P, onder 3, onderdeel Q, onderdeel V, onder 3, met betrekking tot het nieuwe vierde lid, onderdeel W, onderdeel AE en onderdeel AO, onder 3, wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2017.

  • 4. Aan artikel I, onderdeel AP, wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2015.

  • 5. Aan Artikel I, onderdeel D, wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2013.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de bijbehorende toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 31 mei 2017

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de vijftiende juni 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

Krachtens artikel II van de Evaluatiewet WNT (Stb. 2017, 151) kunnen voor de artikelen en onderdelen van die wet verschillende tijdstippen van inwerkingtreding worden vastgesteld. Met het onderhavige besluit is geregeld dat de Evaluatiewet WNT in werking treedt met ingang van 1 juli 2017.

Voor enkele onderdelen is evenwel in een afwijkende inwerkingtredingsdatum voorzien, namelijk 1 januari 2018. Er is gekozen voor deze latere inwerkingtreding, omdat het hier bepalingen betreft die de normering van de Wet normering topinkomens (hierna: WNT) aanscherpen en/of die om boekhoudkundige of uitvoeringstechnische redenen per kalenderjaar dienen te worden ingevoerd. Het gaat hier om de onderdelen die betrekking hebben op de aanscherping van de definitie van topfunctionaris (Artikel I, onderdeel A, onder 1, onderdeel Y, onder 1, onder b, en onderdeel AB, onder 1), de anticumulatiebepaling (Artikel I, onderdeel F), het nieuwe subsidiecriterium ter bepaling of een instelling onder de WNT valt (Artikel I, onderdeel C, onder 2), de toevoeging van het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK) aan de bijlage bij de WNT onder het Ministerie van Veiligheid en Justitie (Artikel I, onderdeel AO, onder 2) en de bepalingen die betrekking hebben op de normering van ontslagvergoedingen voor toezichthouders (artikel I, onderdelen P, onder 4, en V, onder 3, met betrekking tot het nieuwe vijfde lid).

Aan enkele bepalingen wordt terugwerkende kracht verleend tot 1 januari 2017. Het gaat hier om begunstigende bepalingen. Het betreft de bepalingen met betrekking tot verruiming van de uitzonderingen van de normering van ontslagvergoedingen die voortvloeien uit niet algemeen verbindend verklaarde cao’s of andere collectieve regelingen (artikel I, onderdeel A, onder 3, onderdeel P, onder 3 en onderdeel V, onder 3, met betrekking tot het nieuwe vierde lid), Artikel I, onderdelen Q en W, die de afschaffing van het bonusverbod regelen, onderdeel AE dat betrekking heeft op de afschaffing van de jaarrapportage WNT en onderdeel AO dat betrekking heeft op de nieuwe, ruimere normen voor toepasselijkheid van de WNT op instellingen die worden gesubsidieerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Aan Artikel I, onderdeel AP, wordt terugwerkende kracht verleend tot 1 januari 2015 aangezien deze bepaling samenhangt met de op dat tijdstip in werking getreden Wet langdurige zorg.

Tot slot wordt aan Artikel I, onderdeel D, terugwerkende kracht verleend tot 1 januari 2013, het tijdstip van inwerkingtreding van de WNT (toen nog de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector), aangezien deze bepaling de bestendiging betreft van de afspraak uit het Zorgakkoord dat medisch specialisten niet door de WNT worden genormeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven