Besluit van 24 maart 2017 tot verlenging van de termijn, genoemd in artikel 21, eerste lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 maart 2017, nr. 2017-0000043157,

Gelet op artikel 21, derde lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De in artikel 21, eerste lid, van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen genoemde termijn wordt verlengd tot 1 januari 2018.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 24 maart 2017

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Uitgegeven de vierde april 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

Met ingang van 6 juni 2012 zijn de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 vervangen door het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (hierna: Besluit kwaliteit) en de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 (hierna: Regeling kwaliteit). Daarbij zijn de beleidsregels in beginsel zonder inhoudelijke aanpassing omgezet in wettelijke voorschriften.

Ondernemers hadden op basis van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 de mogelijkheid om aan te tonen dat zij een gelijkwaardig alternatief boden ten opzichte van de in de beleidsregels opgenomen kwaliteitseisen. De mogelijkheid om aan te tonen dat sprake is van een gelijkwaardig alternatief is met de omzetting van de beleidsregels naar algemeen verbindende voorschriften in het Besluit kwaliteit en de daarop gebaseerde Regeling kwaliteit komen te vervallen. In het met ingang van 6 juni 2012 in werking getreden Besluit kwaliteit is voorzien in overgangsrecht. Daarbij is toen in artikel 21 van het Besluit kwaliteit opgenomen dat gastouders, houders van kindercentra, houders van gastouderbureaus, of houders van peuterspeelzalen geacht werden tot 1 januari 2014 te voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen ten aanzien van die onderwerpen waarvan de toezichthouder voor 6 juni 2012 heeft vastgesteld dat er sprake is van een gelijkwaardig alternatief, voor zover er zich geen wijzigingen hebben voorgedaan. De termijn van 1 januari 2014 is vervolgens verlengd tot 1 januari 2015 (Stb. 2013, 403) en later tot 1 juli 2017 (Stb. 2014, 551). De datum 1 juli 2017 is destijds gekozen met het oog op de herijking van de kwaliteitseisen in de wet- en regelgeving in het kader van het project Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (destijds gestart onder de naam Het Nieuwe Toezicht), die oorspronkelijk verwacht was per 1 juli 2017.

Inmiddels is de beoogde datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel innovatie en kwaliteit kinderopvang 1 januari 2018. Het huidige artikel 21, derde lid, van het Besluit kwaliteit voorziet in de mogelijkheid om de overgangstermijn nog eenmalig met een half jaar te verlengen (tot 1 januari 2018). Van deze mogelijkheid wordt nu gebruik gemaakt. Om een soepele overgang naar de herijkte kwaliteitseisen in het kader van het wetsvoorstel innovatie en kwaliteit kinderopvang en de daarbij behorende lagere regelgeving mogelijk te maken en om de bestaande gelijkwaardige alternatieven de mogelijkheid te geven zich aan te passen aan de nieuwe regelgeving is het wenselijk en noodzakelijk om de overgangstermijn eenmalig en voor de laatste keer te verlengen tot 1 januari 2018.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven