Besluit van 6 december 2016, houdende wijziging van het Besluit Wfsv in verband met het betalen van de beheerskosten van de SVB uit het Fonds langdurige zorg

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 18 oktober 2016, kenmerk 1029599-156121-WJZ;

Gelet op artikel 91, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen en artikel 2, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 november 2016, no.W13.16.0340/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 december 2016, kenmerk 1060770-156121-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Wfsv wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.3. wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «alle Wlz-uitvoerders» ingevoegd: en de SVB.

2. In het tweede lid wordt «de beheerskosten die op grond van artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz» vervangen door «de beheerskosten die de op grond van artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz» en wordt «en de beheerskosten die zij ontvangen voor hun overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken» vervangen door: , de beheerskosten die zij ontvangen voor hun overige bij of krachtens de Wlz geregelde taken en de beheerskosten die de SVB ontvangt voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 3.3.3, zevende lid, van de Wlz.

B

Artikel 4.4. wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan de titel wordt toegevoegd: en SVB.

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het Zorginstituut verdeelt de middelen, bedoeld in artikel 4.3, jaarlijks over de Wlz-uitvoerders en de SVB, leidende tot een beheerskostenbudget per Wlz-uitvoerder en een beheerskostenbudget voor de SVB.

3. In het tweede lid wordt na «van het beheerskostenbudget» ingevoegd: over de Wlz-uitvoerders.

4. Het zevende lid komt te luiden:

  • 7. Het Zorginstituut keert jaarlijks uit het Flz aan de Wlz-uitvoerders en de SVB de voor hen op grond van het eerste lid vastgestelde beheerskostenbudgetten uit.

C

In artikel 4.8., eerste lid, wordt na «welk percentage rente door de Wlz-uitvoerder» ingevoegd «, de SVB» en wordt na «bedragen waarop de Wlz-uitvoerder» ingevoegd: of de SVB.

ARTIKEL II

Artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 2, van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG komt te luiden:

  • 2. het Zorginstituut op grond van artikel 10.1.3, 10.1.4, 11.1.5 of 11.5.1 van de Wet langdurige zorg;.

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2016, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2017.

  • 2. Artikel II treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 6 oktober 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 6 december 2016

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Uitgegeven de veertiende december 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Vanaf 1 januari 2015 verzorgt de Sociale verzekeringsbank (SVB) de betalingen vanuit het persoonsgebonden budget (pgb) voor zover dit budget wordt toegekend op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). Op basis van artikel 90, tweede lid, onderdeel f, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) moeten de kosten die de SVB maakt voor het beheer van het pgb worden gefinancierd vanuit het Fonds langdurige zorg (Flz). Op basis van artikel 91, eerste lid, eerste zin, van de Wfsv doet het Zorginstituut jaarlijks uitkeringen uit het Flz ter dekking van de noodzakelijke uitgaven, gedaan voor de uitvoering van de in de Wlz geregelde verzekering, volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels. De onderhavige wijziging van het Besluit Wfsv strekt ertoe een aantal bepalingen uit het Besluit Wfsv van toepassing te verklaren op de SVB. Het gaat daarbij om het geven van een aanwijzing door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan het Zorginstituut over het macrobudget beheerskosten Wlz en de verdeling van het beheerskostenbudget door het Zorginstituut over niet alleen de Wlz-uitvoerders maar ook de SVB.

Financiële consequenties en administratieve lasten

Deze wijziging heeft geen financiële consequenties dan wel administratieve lasten tot gevolg, omdat deze wijziging enkel ziet op het juridisch verankeren van hetgeen reeds in de Wet financiering sociale verzekeringen is voorzien.

Fraudetoets

Er is een fraudetoets uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er geen risico is op fraude bij de uitvoering van deze regeling.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

In dit onderdeel wordt artikel 4.3. van het Besluit Wfsv gewijzigd. Met deze wijziging wordt geregeld dat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het Zorginstituut jaarlijks een aanwijzing geeft voor de in dat jaar ten laste van het Flz komende beheerskostenbudget voor de Wlz-uitvoerders én de SVB. Bij die aanwijzing wordt onderscheid gemaakt tussen de beheerskosten die aan de zorgkantoren worden uitgekeerd voor de verstrekking van pgb's en de administratie, de overige beheerskosten van de Wlz-uitvoerders en de beheerskosten van de SVB.

Artikel I, onderdeel B

In het eerste lid van artikel 4.4. van het Besluit Wfsv wordt geregeld dat het beheerskostenbudget door het Zorginstituut jaarlijks wordt verdeeld over de Wlz-uitvoerders en de SVB en daarbij een beheerskostenbudget wordt vastgesteld voor de SVB.

In het zevende lid van artikel 4.4. van het Besluit Wfsv wordt geregeld dat het Zorginstituut ook aan de SVB jaarlijks uit het Flz het vastgestelde beheerskostenbudget uitkeert.

Artikel I, onderdeel C

In artikel 4.8. van het Besluit Wfsv wordt geregeld dat het Zorginstituut bepaalt hoe het beheerskostenbudget aan de SVB wordt betaald. Het Zorginstituut brengt een rente in rekening indien achteraf blijkt dat het aan voorschotten verstrekte bedrag hoger is dan datgene waar de SVB over het kalenderjaar recht op heeft.

Artikel II

De verwijzing naar artikel 11.5.1 van de Wlz in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 2, van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG is per abuis met ingang van 6 oktober 2016 komen te vervallen. Om die reden wordt met terugwerkende kracht tot en met 6 oktober 2016 deze verwijzing weer opgenomen artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 2, van dat besluit.

Artikel III

Artikel I van dit besluit treedt op 1 januari 2017 in werking zodat ook voor de bevoorschotting van het Zorginstituut aan de SVB gedurende het kalenderjaar een grondslag is en over die bevoorschotting verantwoording kan worden afgelegd.

Artikel II van dit besluit treedt de dag na publicatie in werking. Deze wijziging krijgt terugwerkende kracht tot en met 6 oktober 2016, omdat de verwijzing naar artikel 11.5.1 van de Wlz in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 2, van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG per abuis op die datum is vervallen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven