Besluit van 1 december 2016 houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I, onderdelen B en C, en III van de Wet van 18 juli 2009 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 334) en vaststelling van het tijdstip, bedoeld in de artikelen 18a en 21b van de Leerplichtwet 1969

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 november 2016, nr. WJZ/1099449 (10604), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VI van de Wet van 18 juli 2009 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 334) en de artikelen 18a en 21b van de Leerplichtwet 1969;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De artikelen I, onderdelen B en C, en III van de Wet van 18 juli 2009 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 334) treden in werking met ingang van 1 januari 2017.

  • 2. Het tijdstip, bedoeld in de artikelen 18a en 21b van de Leerplichtwet 1969, wordt vastgesteld op 1 januari 2017.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 1 december 2016

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Uitgegeven de twaalfde december 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Met de Wet van 18 juli 2009 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 334) (hierna: Wet verzuimmelding) is het volgende geregeld. Ten behoeve van het regelen van de uniforme meldprocedure relatief verzuim is met ingang van 1 augustus 2009 in artikel 21a van de Leerplichtwet 1969 een aparte bepaling gecreëerd voor de kennisgeving van relatief verzuim door scholen aan de minister (lees: DUO), en voor verstrekking van de verzuiminformatie door de minister aan de gemeenten. Met artikel 21b is in de Leerplichtwet 1969 een overgangsbepaling vastgesteld voor het primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. Dit artikel regelt dat tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip artikel 21 van de Leerplichtwet 1969 van toepassing blijft voor het primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. Hetzelfde geldt voor de kennisgeving van de in- en afschrijvingen primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. Dit is geregeld in de artikelen 18 en 18a van de Leerplichtwet 1969 (artikel III van de Wet verzuimmelding). Dat betekent dat de melding van verzuim en de kennisgeving van de in- en afschrijvingen voor het primair onderwijs en het (voortgezet)speciaal onderwijs tot op heden gebeurt aan gemeenten en niet aan de minister. Verder wordt met voornoemde wet de meldingsplicht ter zake van het (relatief) verzuim verplaatst naar onder andere artikel 47b van de Wet op de expertisecentra. Dit nieuwe artikel bevat voor het rmc-verzuim de uniforme meldprocedure via de minister. Stopt een leerling met school en heeft hij geen startkwalificatie, dan krijgt tot op heden de gemeente hiervan een melding. Ook als een leerling spijbelt, krijgt de gemeente een melding. De gemeente begeleidt hen dan terug naar school. Bij leerlingen tot 18 jaar doet de leerplichtambtenaar dat. Bij jongeren van 18 tot 23 jaar het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC). Het nieuwe artikel 47b van de Wet op de expertisecentra treedt hiermee in werking.

In het Besluit van 18 juli 2009 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I, onderdelen A en D tot en met F, II, IV, V en VA van de Wet tot wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 335) is in de nota van toelichting vervolgens aangegeven dat de inwerkingtredingsdatum van 1 augustus 2009 in beginsel niet geldt voor het primair onderwijs (po) en het (voortgezet) speciaal onderwijs, ((v)so). Voor deze sectoren zal inwerkingtreding pas plaatsvinden nadat de registratie in het basisregister onderwijs van de betrokken leerlingen is voltooid. Om deze latere inwerkingtreding te kunnen bewerkstelligen, zijn in de Leerplichtwet 1969 twee overgangsbepalingen opgenomen, de artikelen 18a en 21b. Deze overgangsbepalingen zorgden ervoor dat de artikelen 18 en 21 van de Leerplichtwet 1969 (gegevensstroom over verzuim rechtstreeks van school/instelling naar gemeente) vooralsnog van toepassing bleven voor het primair onderwijs en (voortgezet)speciaal onderwijs tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Verder is inwerkingtreding van artikel III van de Wet verzuimmelding uitgesteld tot de eerdergenoemde registratie in het basisregister onderwijs in het primair onderwijs en (voortgezet)speciaal onderwijs is voltooid. Het tijdstip waarop de overgangsbepalingen in de Leerplichtwet 1969 buiten werking worden gesteld is hetzelfde als dat waarop artikel III van voornoemde wet tot wijziging van de Wet op expertisecentra in werking treedt. Daarnaast was destijds besloten artikel I, onderdeel B, vooralsnog niet in werking te laten treden. Door deze bepaling vervalt de verplichting voor scholen en instellingen van het bekostigd onderwijs om gegevens over in- en afschrijvingen van leerlingen en deelnemers aan de gemeente te verstrekken.

Omdat, anders dan verwacht, niet alle gemeenten per 1 augustus 2009 in staat bleken deze gegevens via de minister te ontvangen, is het schrappen van de genoemde verplichting uitgesteld tot het moment waarop dit wel het geval zal zijn. Wanneer artikel I, onderdeel B, in werking treedt, treedt ook de daarop betrekking hebbende overgangsbepaling van artikel I, onderdeel C, in werking.

In dit besluit wordt geregeld dat het tijdstip, bedoeld in de artikelen 18a en 21b van de Leerplichtwet 1969 wordt gesteld op 1 januari 2017. Met de voltooiing van de registratie in het basisregister onderwijs in het primair onderwijs en (voortgezet)speciaal onderwijs loopt de gegevensstroom over verzuim vanaf die datum rechtstreeks van school/instelling naar de minister in plaats van naar de gemeente. Hierdoor kan tevens artikel III van de Wet van 18 juli 2009 tot wijziging van de Leerplichtwet 1969, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer het vereenvoudigen van de procedure voor verzuimmelding (Stb. 2009, 334) in werking treden. Dit artikel wijzigt de artikelen 1, 47a, 47b (nieuw), 162b, eerste lid, en 164e, van de Wet op de expertisecentra. In een reparatiewet zullen de wetstechnische gebreken die hierdoor ontstaan nog worden gerepareerd. Zo zal in ieder geval in artikel 47b van de Wet op de expertisecentra «Informatie Beheer Groep» worden vervangen door minister. Tot die tijd moet voor Informatie Beheer Groep DUO worden gelezen. Ten slotte zijn met ingang van 1 augustus 2016 alle gemeenten in staat om de gegevens over in- en afschrijvingen van leerlingen en deelnemers via de minister te ontvangen. Met de inwerkingtreding van voornoemde artikelen wordt het verzuim van niet leer- of kwalificatieplichtige vso-leerlingen boven de 16 jaar op dezelfde manier gemeld door scholen als verzuim van alle andere vso-leerlingen. Dat betekent voor de scholen dat er geen systeemaanpassing gedaan hoeft te worden en de scholen kunnen voor al hun leerlingen dezelfde werkwijze qua melden hanteren.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven