Besluit van 26 november 2016 tot wijziging van het Besluit luchtvaartuigen 2008 in verband met wijziging in de geldigheidsduur van nationale onderhoudserkenningen en enkele technische aanpassingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 17 oktober 2016, nr. IenM/BSK-2016/213277, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Gelet op verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie van 3 augustus 2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (PbEU L 224), verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PbEU L 362) en artikel 3.26, eerste lid, van de Wet luchtvaart;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 november 2016, nr. No.W14.16.0347/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 22 november 2016, nr. IenM/BSK-2016/273091, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit luchtvaartuigen 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De definitie van verordening (EG) nr. 2042/2003 vervalt.

2. In de alfabetische rangschikking wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: verordening (EU) nr. 1321/2014: verordening van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PbEU L 362); .

3. De zinsnede «verordening (EG) nr. 1702/2003» wordt telkens vervangen door: verordening (EU) nr. 748/2012.

4. De zinsnede «verordening (EG) nr. 2042/2003» wordt telkens vervangen door: verordening (EU) nr. 1321/2014.

B

In de artikelen 2, 12 en 17 wordt «verordening (EG) nr. 2042/2003» telkens vervangen door: verordening (EU) nr. 1321/2014.

C

Artikel 18, vierde lid, vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 december 2016. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 14 december 2016, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, en werkt het terug tot en met 15 december 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 26 november 2016

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Uitgegeven de twaalfde december 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Het onderhavige besluit strekt tot wijziging van het Besluit luchtvaartuigen 2008 (hierna: het besluit) in verband met de wijziging van de geldigheidsduur van nationale erkenningen voor werkzaamheden die verband houden met de luchtwaardigheid en de geluidsproductie van luchtvaartuigen of onderdelen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt enkele verwijzingen in het besluit te actualiseren. De Minister van Infrastructuur en Milieu is op grond van artikel 11.15 van de Wet luchtvaart bevoegd om onder andere met betrekking tot verordening (EG) nr. 216/2008, de zogenaamde basisverordening, handhavend op te treden. Ook de handhaving van de uitvoeringsverordeningen die onder de basisverordening vallen, is zodoende gewaarborgd.

In de artikelsgewijze toelichting worden de aanpassingen nader toegelicht.

Administratieve lasten en nalevingskosten

Het onderhavige besluit brengt geen verhoging van de administratieve lasten met zich mee. De administratieve lasten gaan juist omlaag, omdat bedrijven geen tweejaarlijkse verlengingsaanvraag meer hoeven in te dienen. De arbeidskosten voor de verlenging bedragen € 520,– (8 uur keer € 65,–) en het tarief voor het verlengen van de erkenning bedraagt € 269,–. De totale besparing voor elk bedrijf bedraagt om de twee jaar dus € 789,–. Aangezien de erkenningen voortaan voor een onbepaalde tijd zullen worden afgegeven, hoeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) maar één keer een aanvraag te beoordelen, waarbij ook bedrijven enkel een éénmalig bedrag ad € 789,– hoeven te betalen. Ook na het verlenen van een erkenning voor een onbepaalde tijd wordt er middels een op risico gebaseerd periodiek toezichtregime getoetst aan de eisen voor een nationale erkenning. Zodoende wordt gewaarborgd dat bedrijven, ook na het verkrijgen van een erkenning voor onbepaalde tijd, voldoen aan de eisen. De keuze voor de omzetting van erkenningen voor bepaalde tijd naar erkenningen voor onbepaalde tijd is gebaseerd op nationaal beleid. Teneinde de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen is er namelijk voor gekozen deze erkenning, in lijn met het beleid op EU-niveau, voor onbepaalde tijd af te geven.

Uitvoering en handhaving

De ILT houdt toezicht op de naleving van onder meer (veiligheids)wetten en regels voor de luchtvaart en handhaaft deze. In dat verband is dit besluit aan de Inspecteur Generaal (hierna: IG) van de ILT voorgelegd ter toetsing op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van de bepalingen van het besluit. De IG heeft geconcludeerd dat het besluit uitvoerbaar en handhaafbaar is.

Internetconsultatie

Aangezien het onderhavige besluit geen ingrijpende gevolgen heeft voor de luchtvaartsector is internetconsultatie niet nodig.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en B

Aangezien verordening (EG) nr. 2042/2003 vervangen is door verordening (EU) nr. 1321/2014, vervalt in artikel 1 van het Besluit luchtvaartuigen 2008 de definitie van verordening (EG) nr. 2042/2003. In de alfabetische rangschikking wordt een onderdeel ingevoegd: verordening (EU) nr. 1321/2014. De zinsnede met betrekking tot de ingetrokken verordening wordt vervangen door de nieuwe verordening. Daarnaast wordt de verwijzing in artikel 1 naar EG-verordening nr. 1702/2003 vervangen door een verwijzing naar verordening (EU) nr. 748/2012, omdat de eerstgenoemde verordening inmiddels is vervangen door de laatstgenoemde verordening.

Verder worden de verwijzingen naar verordening (EG) nr. 2042/2003 in de rest van het Besluit luchtvaartuigen 2008, vervangen door verordening (EU) nr. 1321/2014.

Onderdeel C

De nationale erkenningen voor werkzaamheden die verband houden met de luchtwaardigheid en de geluidsproductie van luchtvaartuigen of onderdelen daarvan waren voor 2014 bijgeschreven op de Europese erkenning van de bedrijven. Dit is veranderd na een bevinding van het Europese agentschap voor de luchtvaartveiligheid, EASA, omdat deze werkzaamheden hoewel vergelijkbaar buiten de Europese regelgeving vallen. Om deze bevinding op te lossen is een nationale erkenning in aanvulling van de Europese erkenning afgegeven. Vanwege de geldigheidstermijn van twee jaar zijn onbedoeld additionele administratieve lasten geïntroduceerd.

De aanpassing van artikel 18 van het besluit leidt er toe dat erkenning analoog aan de Europese bedrijfserkenningen wordt verleend voor onbepaalde tijd. Ingevolge artikel 3.26, eerste lid, van de Wet luchtvaart, zijn deze erkenningen met de inwerkingtreding van dit besluit geldig voor onbepaalde tijd.

Overigens beschikken bijna alle bedrijven waarvoor een nationale erkenning is afgegeven reeds over een Europese erkenning voor werkzaamheden aan luchtvaartuigen die vallen onder de werking van de basisverordening (EASA-luchtvaartuigen). Deze Europese erkenning is ingevolge verordeningen (EU) nr. 748/2012 en (EU) nr. 1321/2014 geldig voor onbepaalde tijd. Het toezicht op de beperkte additionele eisen voor de nationale erkenning wordt in het risicogebaseerd periodiek toezichtregime voor de Europese erkenning meegenomen.

Artikel II

In het onderhavige besluit wordt gebruik gemaakt van een uitzonderingsmogelijkheid ten aanzien van de vaste verandermomenten. Zo treedt het besluit in werking op 15 december 2016. Op die datum loopt de geldigheidsduur van de «oude» erkenningen af. Gelet hierop is inwerkingtreding van dit besluit op zo kort mogelijke termijn gewenst.

Indien deze datum niet wordt gehaald, treedt het besluit in werking na de dag van uitgifte van het Staatsblad waarin het is gepubliceerd en werkt het terug tot en met 15 december 2016. Tot de datum van inwerkingtreding wordt bij de verlening van erkenningen op de wijziging geanticipeerd. De besluiten op grond waarvan in die periode erkenningen voor onbepaalde tijd worden verleend, hebben vervolgens terugwerkende kracht tot en met 15 december 2016.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven