Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2010
Hierbij bied ik u het rapport «Factoren bij aanrijdingen met wilde hoefdieren op de Veluwe» van Alterra aan1, zoals toegezegd in mijn brief van 31 maart 2010 aan uw Kamer.
Dit rapport onderzoekt de vraag welke factoren een rol spelen bij aanrijdingen met wilde hoefdieren op de Veluwe. De studie
is onder meer uitgevoerd om meer inzicht te krijgen over het al of niet bestaan van een relatie tussen jachtdruk en aanrijdingen
met wilde hoefdieren, alsmede de verhouding van een dergelijke eventuele relatie ten opzichte van de overige factoren die
een rol spelen bij aanrijdingen met wilde hoefdieren op de Veluwe.
De ruggengraat van de studie wordt gevormd door een brede (data)analyse van het registratiesysteem van de Vereniging Wildbeheereenheid
Veluwe. Naast LNV hebben de provincie Gelderland, de faunabeheereenheid Veluwe, Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten deel uitgemaakt
van de begeleidingscommissie van de studie.
De voornaamste bevindingen van dit rapport zijn dat de aanrijdingen gecorreleerd zijn met de dichtheid van de hoefdieren,
hun seizoen- en dagritmen en de daarmee samenhangende trekbewegingen. Het geslacht en de leeftijd van de dieren kunnen daarbij
een rol spelen. Trekbewegingen in de vorm van voedseltochten worden op de Veluwe onder andere bepaald door het aanbod aan
mast en, in het geval van wilde zwijnen, het voedselaanbod in wegbermen. Ook is het risico van een aanrijding positief gecorreleerd
met de aanwezigheid van bos in de nabijheid van de weg, de breedte van de weg en het verkeersvolume. Er is geen verband tussen
jachtdruk en aanrijdingen met wilde hoefdieren aangetoond waaruit zou blijken dat afschot leidt tot meer aanrijdingen.
De aanbevelingen in hoofdstuk zes zijn primair gericht aan de provincie Gelderland, vanwege verantwoordelijkheid van Gedeputeerde
Staten voor faunabeheer en wegbeheer. Complementair daaraan is het wegbeheer van rijkswegen een verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat.
Daarnaast beveelt het rapport aan om het registratiesysteem dat op de Veluwe wordt gebruikt, uit te rollen over geheel Nederland.
Ook hier is het aan provincies en faunabeheereenheden om deze aanbeveling in hun beleid te betrekken.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg