30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2011

In navolging van de brief van 26 augustus 2010 (TK 2009–2010, 32 123-XVI, nr. 162) aan uw Kamer van mijn ambtsvoorganger, minister Klink, stuur ik u de eerste gevalideerde draagvlakmeting Olympische Spelen 2028.1 De belofte om een periodiek draagvlakonderzoek te laten opzetten en uitvoeren kom ik bij deze na. Deze belofte is gedaan om duidelijkheid te scheppen in de wildgroei aan draagvlakonderzoeken in Nederland.

VWS is met verschillende onderzoeksorganisaties (SCP, TNO, Mulier Instituut) en beleidspartners (NOC*NSF, Olympisch Vuur) in overleg getreden om een gestandaardiseerde vragenlijst te maken. Hierbij zijn vragen die het Internationaal Olympisch Commité (IOC) gebruikt om het draagvlak bij landen en kandidaat-steden te peilen, als uitgangspunt gebruikt. Voor het IOC is voldoende draagvlak een belangrijke graadmeter voor toekenning van de Olympische Spelen aan een land. Een officiële norm is er niet, maar in de praktijk wordt een grens van 70% aangehouden.

Na uitvoering van het onderzoek door het W.J.H. Mulier Instituut kan ik u melden dat het draagvlak voor het organiseren van de Olympische en Paralympische Spelen in Nederland momenteel rond de 40% ligt; 35% weet het nog niet en 25% is tegen.

In het bijgaande rapport vindt u de gedetailleerde uitkomsten, die ik beschouw als nulmeting. Ik ben voornemens om het draagvlak jaarlijks te laten meten om de ontwikkeling van het draagvlakcijfer te blijven monitoren. Daarnaast stel ik de vragenlijst beschikbaar voor derden die een eigen meting willen doen, bijvoorbeeld gemeenten.

De belangrijkste uitkomsten heb ik 7 maart jongstleden gedeeld met de Council Olympisch Plan 2028. Zij bevestigen het belang van het onderzoek en ondersteunen mijn voornemen om deze draagvlakmeting jaarlijks te herhalen.

Ik vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd. Bij volgende draagvlakmetingen zal ik uw Kamer wederom informeren.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven