Besluit van 25 augustus 2016 tot wijziging van het Besluit bedragen aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 6 juli 2016, nr. 780816, gedaan mede namens Onze Minister van Financiën;

Gelet op artikel 22 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 juli 2016, No. W03.16.0179/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, Directie Wetgeving en Juridische zaken van 22 augustus 2016, nr. 793307,

uitgebracht mede namens Onze Minister van Financiën;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2 van het Besluit bedragen aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «€ 5.600.000 per gebeurtenis» vervangen door: € 6.070.000 per gebeurtenis.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «€ 1.120.000 per gebeurtenis» vervangen door: € 1.220.000 per gebeurtenis.

3. In het tweede lid wordt «€ 10.000.000 per gebeurtenis» vervangen door: € 10.836.000 per gebeurtenis.

ARTIKEL II

Dit besluit is slechts van toepassing ten aanzien van aansprakelijkheid voortvloeiende uit ongevallen die zich na de inwerkingtreding van dit besluit hebben voorgedaan.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2016, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 25 augustus 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Uitgegeven de negende september 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en op de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PbEU 2009, L 263/11) (hierna: de richtlijn) regelt de minimumbedragen voor de verplichte verzekering van motorrijtuigen. Artikel 9, lid 1, van de richtlijn bepaalt dat de minimumbedragen thans als volgt zijn: € 1.120.000,– per slachtoffer of € 5.600.000,– per ongeval voor lichamelijk letsel (schade aan personen) en € 1.120.000,– per ongeval voor materiële schade (schade aan zaken). Artikel 9, lid 2, van de richtlijn bepaalt dat deze bedragen na 11 juni 2005 elke vijf jaar worden herzien in het licht van het Europese indexcijfer van de consumentenprijzen (hierna: EICP) zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 2494/95 en worden afgerond op een veelvoud van € 10.000,–.

De minimumbedragen zijn voor Nederland opgenomen in het Besluit bedragen aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (hierna: het Besluit bedragen). Bij mededeling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement en de Europese Raad van 10 mei 2016 zijn de minimumbedragen herzien overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de richtlijn. De lidstaten dienen de gewijzigde bedragen uiterlijk 1 januari 2017 te hebben geïmplementeerd in hun nationale wetgeving. Het onderhavige besluit voorziet hierin door de minimumbedragen in het Besluit bedragen aan te passen. Het besluit wordt mede namens mijn ambtgenoot van Financiën aangeboden.

Uit de mededeling van de Europese Commissie volgt dat de huidige minimumbedragen met 8,36% moeten worden verhoogd. Dit betekent de som waarvoor de verzekering van aansprakelijkheid voor een motorrijtuig ten minste moet zijn gesloten op grond van het Besluit bedragen bedraagt: € 6.070.000,– per ongeval voor schade aan personen en € 1.220.000,– per ongeval voor schade aan zaken.

Daarnaast voorziet dit besluit in een aanpassing van het minimumbedrag in artikel 2, lid 2, van het Besluit bedragen. Artikel 2, lid 2, bepaalt dat voor een motorrijtuig dat is ingericht tot het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen, de verzekerde som voor schade aan personen € 10.000.000 per gebeurtenis bedraagt. Dit minimumbedrag wordt eveneens verhoogd met 8,36% tot € 10.836.000 per gebeurtenis. Deze verhoging vloeit niet voort uit de mededeling van de Europese Commissie. De verhoging zorgt ervoor dat slachtoffers in geval van schade veroorzaakt door een auto of bus een gelijkwaardige bescherming behouden.

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017. Deze datum is gekozen omdat de lidstaten de gewijzigde bedragen 1 januari 2017 moeten hebben geïmplementeerd in hun nationale wetgeving. De verzekeraars hebben zo voldoende tijd om hun polissen aan te passen aan de nieuwe minimumbedragen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven