Besluit van 23 augustus 2016, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 18 mei 2016 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met de mogelijkheid voor verhuurder en huurder een energieprestatievergoeding overeen te komen (Stb. 2016, 199)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst, mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie, van 20 augustus 2016, nr. 2016-0000411583, BZK/CZW/W&R;

Gelet op artikel III van de wet van 18 mei 2016 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met de mogelijkheid voor verhuurder en huurder een energieprestatievergoeding overeen te komen (Stb. 2016, 199);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 18 mei 2016 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met de mogelijkheid voor verhuurder en huurder een energieprestatievergoeding overeen te komen (Stb. 2016, 199) treedt in werking met ingang van 1 september 2016.

Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 23 augustus 2016

Willem-Alexander

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Uitgegeven de eenendertigste augustus 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Het realiseren van zeer energiezuinige woningen is een van de beleidsdoelstellingen in het op 13 september 2013 gesloten Energieakkoord. Dit wetsvoorstel stimuleert marktpartijen daarin te investeren. In het Energieakkoord is afgesproken voor eind 2020 111.000 nul-op-de-meter woningen te realiseren. In 2015 zijn er circa 500 nul-op-de-meter woningen als pilot gebouwd. Dat laat zien dat er nog een grote slag gemaakt moet worden. Het is wenselijk de wet en het besluit die een energieprestatievergoeding mogelijk maken zo spoedig mogelijk in te voeren. Ook een aantal marktpartijen heeft aangegeven te hechten aan een spoedige inwerkingtreding. Daarmee ontstaat duidelijkheid voor verhuurders bij het nemen van investeringsbeslissingen en rechtszekerheid voor de huurder over de redelijkheid van de energieprestatievergoeding. Om die reden is besloten af te wijken van het tijdstip van vaste verandermomenten en de wetgeving op 1 september 2016 in werking te laten treden.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven