Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
24 juni 2016, kenmerk 985753-152605-WJZ;
Gelet op XXXIX van de Verzamelwet VWS 2016;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Wassenaar, 29 juni 2016
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn
Uitgegeven de dertiende juli 2016
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur
NOTA VAN TOELICHTING
Artikel I
Dit besluit regelt dat de Verzamelwet VWS 2016 met ingang van 1 augustus 2016 in werking
treedt. Van de vaste verandermomenten voor de inwerkingtreding van wetgeving (1 januari
en 1 juli) wordt afgeweken omdat het hier reparatiewetgeving betreft, die zo spoedig
mogelijk en veelal met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2015 of 1 januari
2016 (zie artikel XXXIX, tweede en derde lid, van de Verzamelwet VWS 2016) van kracht
dient te worden.
In artikel XXIII is met onderdeel C geregeld dat artikel 1:305 van het Burgerlijk
Wetboek (BW) komt te vervallen en vervolgens met onderdeel D dat een tekstueel op
de Jeugdwet aangepaste formulering van artikel 1:305 wordt opgenomen in het BW. Zoals
reeds aangegeven in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat tot de Verzamelwet
VWS 2016 heeft geleid, is de toekomstige inwerkingtreding van het vernieuwde artikel
1:305 BW afhankelijk van de effecten van de invoering van de methodiek voogdij. Als
deze methodiek positief wordt geëvalueerd, is het gewijzigde artikel 1:305 BW niet
nodig en zal dit niet in werking treden. Daarom wordt in dit besluit geregeld dat
artikel XXIII, onderdeel D, vooralsnog niet in werking treedt.
Artikel XXXVIIIB kan nog niet in werking treden omdat daarmee een andere, bredere
wijziging van de Warenwet BES overschreven zou worden.
Artikel II
Artikel I, onderdeel R, onder 2 van de wet van 20 mei 2015 tot wijziging van de Warenwet
in verband met het verhogen van het maximum bedrag van de bestuurlijke boete en enkele
andere wijzigingen waaronder regels inzake het aanprijzen van het aanbrengen van een
tatoeage of piercing en wijziging van de Warenwet BES in verband met het eenduidig
regelen van de bevoegdheden van de toezichthouders en de eilandbesturen (Stb. 2015, 235) wijzigt artikel 30, tweede lid, van de Warenwet. In die wijziging werd geregeld
dat bepaalde documenten voor het opheffen van een buitengebruikstelling van een technisch
voortbrengsel niet aanwezig moeten zijn. Dat is onjuist: die documenten moeten wèl
aanwezig zijn. Een en ander is met artikel XXXVIIIA, onderdeel B, van de Verzamelwet
VWS 2016, dat ingevolge artikel I van voorliggend inwerkingtredingsbesluit met ingang
van 1 augustus 2016 in werking treedt, verbeterd. Nu dat gebeurd is, kan ook artikel
I, onderdeel R, onder 2, van eerstgenoemde wijzigingswet in werking treden.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn