Besluit van 2 juni 2016, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet versterking telecommunicatiebeleid

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 27 mei 2016, nr. WJZ/16050138;

Gelet op artikel VIX van de wet versterking telecommunicatiebeleid (Stb. 2016, 55);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 3 februari 2016 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de versterking van de positie van abonnees bij netwerkstoringen, het wegnemen van overstapdrempels voor kleinzakelijke abonnees, de verbetering van de continuïteit van uitzendingen vanaf antenne-opstelpunten voor omroep, alsmede ter versterking van de samenhang en het beleid op het terrein van elektronische communicatie (versterking telecommunicatiebeleid) (Stb. 2016, 55) treedt in werking met ingang van 1 juli 2016, met uitzondering van:

  • a. artikel I, onderdeel U, dat in werking treedt met ingang van 1 oktober 2016;

  • b. artikel I, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2017, met uitzondering van de definitie «in de handel brengen» die niet in werking treedt;

  • c. de artikelen I, onderdelen L, M, X en EE, III, V, VI en VIII, die in werking treden met ingang van 1 januari 2017;

  • d. artikel I, onderdeel T, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2017;

  • e. de artikelen II, onderdeel B, en VII die niet in werking treden.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 2 juni 2016

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Uitgegeven de veertiende juni 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen

In dit besluit wordt de inwerkingtreding geregeld van de wet van 3 februari 2016 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de versterking van de positie van abonnees bij netwerkstoringen, het wegnemen van overstapdrempels voor kleinzakelijke abonnees, de verbetering van de continuïteit van uitzendingen vanaf antenne-opstelpunten voor omroep, alsmede ter versterking van de samenhang en het beleid op het terrein van elektronische communicatie (Stb. 2016, 55) (hierna: wet versterking telecommunicatiebeleid). Het overgrote deel van deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2016, maar een aantal onderdelen treedt om verschillende redenen op andere tijdstippen in werking (zie onderdelen a tot en met e).

II Artikelgewijs

Onderdeel a

Dit onderdeel betreft de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel U, van de wet versterking telecommunicatiebeleid (wijziging van artikel 7.2a Telecommunicatiewet) met ingang van 1 oktober 2016. Voor de inwerkingtreding van de wijziging van artikel 7.2a wordt een overgangstermijn van drie maanden gehanteerd opdat alle contracten kunnen worden aangepast (nieuwe en bestaande).

Onderdelen b en c

De artikelen I, onderdelen A, L, M, X en EE, III, V, VI en VIII treden in werking met ingang van 1 januari 2017. Doordat de Wet van 3 februari 2016 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van richtlijn 2014/30/EU en richtlijn 2014/53/EU (hierna: EMC-wet) ook artikel 1.1. van de Telecommunicatiewet wijzigt kan artikel I, onderdeel A, van de wet versterking telecommunicatiebeleid pas in werking treden nadat de EMC-wet in werking is getreden. Ook de met de wijziging van artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet samenhangende andere wijzigingen in de wet versterking telecommunicatiebeleid (artikel I, onderdelen L, M, X en EE, en de artikelen III, V, VI en VIII) treden om die reden op een later tijdstip in werking.

Over artikel I, onderdelen Z (artikel 11a.3), en BB, subonderdelen c en d, wordt opgemerkt dat deze onderdelen ingevolge dit besluit in werking treden met ingang van 1 juli 2016, maar pas op een later tijdstip tot concrete verplichtingen leiden voor aanbieders van antenne-opstelpunten die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nog worden aangewezen.

Onderdeel d

Artikel I, onderdeel T, betreft de invoeging van artikel 7.1a (compensatie bij storing) en treedt in werking met ingang van 1 juli 2017. Een overgangstermijn is hier nodig omdat de aanbieders hun organisatie moeten voorbereiden op het betalen van een compensatie bij storing op grond van artikel 7.1a Telecommunicatiewet. Hierbij moet met name gedacht worden aan aanpassing van de ict-systemen en het opleiden van personeel.

Onderdeel e

De artikelen II, onderdeel B, respectievelijk VII treden niet in werking vanwege de samenloopregelingen in artikel II, van het bij koninklijke boodschap van 23 december 2015 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Telecommunicatiewet ter uitvoering van de netneutraliteitsverordening (Kamerstukken 34 379), respectievelijk artikel VIII van het bij koninklijke boodschap van 17 februari 2016 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Telecommunicatiewet, de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Algemene wet bestuursrecht alsmede daarmee samenhangende wijzigingen van andere wetten in verband met de uitvoering van EU-verordening elektronische identiteiten en vertrouwensdiensten (uitvoering EU-verordening elektronische identiteiten en vertrouwensdiensten) (Kamerstukken 34 413).

Beleid inzake vaste verandermomenten

Op 16 februari 2016 is de wet versterking telecommunicatiewet gepubliceerd. De gefaseerde inwerkingtreding van deze wet neemt een aanvang op 1 juli 2016. Het beleid inzake vaste verandermomenten wordt aldus gevolgd, zowel wat betreft de termijn tussen het moment van de publicatie en het moment van inwerkingtreding van de wet als wat betreft de inwerkingtredingsdatum als zodanig.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven