Besluit van 23 mei 2016, houdende wijziging van de Vergoedingenregeling raad voor rechtsbijstand in verband met aanpassing van de maandelijkse vergoeding aan de voorzitter en overige leden van de raad van advies

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 17 mei 2016, Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden, nr. 753944;

Gelet op artikel 4 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De Vergoedingenregeling raad voor rechtsbijstand wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

De voorzitter van de raad van advies ontvangt voor zijn werkzaamheden en onkosten een vaste maandelijkse vergoeding welke is gebaseerd op een arbeidsduurfactor van 0,079, berekend over het maximum van schaal 18 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

B

De eerste volzin van artikel 3 komt te luiden:

De overige leden van de raad van advies ontvangen per vergadering van de raad van advies een vergoeding van 3% van het maximum van schaal 17 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum van plaatsing in het Staatsblad en werkt terug tot en met 1 juli 2015.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 23 mei 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Uitgegeven de tiende juni 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van artikel 6 van de Wet op de Rechtsbijstand is er een raad van advies, die toezicht houdt op de algemene gang van zaken binnen de raad voor rechtsbijstand en die de minister daarover adviseert. Op basis van de Vergoedingenregeling raad voor rechtsbijstand ontvangen de leden daarvan een vergoeding voor hun werkzaamheden.

De nominale bedragen voor deze vergoedingen zijn sinds 2002 niet meer gewijzigd, met uitzondering van een verlaging in 2011 van de vergoeding voor de voorzitter van de raad van advies, omdat het tijdbeslag van deze functie in de tussentijd was verminderd.

In dit Besluit worden de vergoedingen in lijn gebracht met de hoogte van de bedragen zoals die vandaag de dag elders bij de rijksoverheid worden toegekend aan leden van adviescolleges en commissies. Dit besluit werkt terug tot en met 1 juli 2015, hetgeen geen bezwaar vormt, omdat dit besluit de facto een gunstiger regeling inhoudt.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven