Besluit van 4 mei 2016 houdende wijziging van het Besluit periodieke registratie Wet BIG tot verruiming van de eerste periode van periodieke registratie voor artsen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 februari 2016, kenmerk 924568-147531-WJZ;

Gelet op artikel 8, eerste en tweede lid van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 maart 2016, no. W13.16.0034/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 april 2016, kenmerk 954943-147531-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 7 van het Besluit periodieke registratie Wet BIG wordt vervangen door:

Artikel 7

  • 1. In afwijking van artikel 2, tweede lid, geldt voor artsen van wie de aangetekende datum, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de wet is gelegen voor 1 januari 2013, dat de periode, bedoeld in artikel 8, eerste lid van de wet, duurt van de aangetekende datum tot 1 januari 2018.

  • 2. Voor artsen voor wie een periode is vastgesteld in het eerste lid, wordt bij de toepassing van artikel 3 uitgegaan van een periode van vijf aansluitende jaren, die aanvangt op:

    • a. de aangetekende datum, of

    • b. 1 januari 2013.

  • 3. Voor de toepassing van artikel 6, tweede lid, wordt de periode, bedoeld in het eerste lid, gelijkgesteld met een periode van vijf jaar.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 4 mei 2016

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Uitgegeven de vierentwintigste mei 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt tot wijziging het Besluit periodieke registratie wet BIG. De wijziging heeft tot doel de eerste periode van periodieke registratie voor artsen te verruimen.

Op 1 januari 2009 is het Besluit periodieke registratie Wet BIG in werking getreden. Het besluit geeft uitvoering aan artikel 8, eerste lid, van de Wet BIG waarin is bepaald dat een registratie in de BIG-registers wordt doorgehaald nadat een bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde periode is verstreken. In het Besluit periodieke registratie Wet BIG is die periode vastgesteld op vijf jaar. Artikel 8, tweede lid, van de Wet BIG stelt regels over de aanvang van de periode.

Artikel 8, tweede lid, van de Wet BIG, kent verschillende tijdstippen waarop de periode van vijf jaar aan kan vangen. Indien een beroepsbeoefenaar zich voor het eerst laat registreren is dat de datum waarop hij een getuigschrift, een verklaring van vakbekwaamheid of een erkenning beroepskwalificaties heeft verkregen.

Voordat die termijn verstrijkt, kan de beroepsbeoefenaar de minister vragen een nieuwe datum vast te stellen, waarmee doorhaling van de inschrijving wordt voorkomen.

De minister kan besluiten tot vaststelling van een nieuwe datum indien de beroepsbeoefenaar in de voorafgaande periode op het gebied van de beoefening van zijn beroep voldoende relevante werkervaring heeft opgedaan, met goed gevolg bepaalde scholing heeft afgerond (als bewijs geldt een Periodiek Registratie Certificaat) of bewijs overlegt waaruit blijkt dat hij is toegelaten tot een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 14 van de Wet BIG.

Het systeem van periodieke registratie is niet voor alle beroepen waarvoor een register bestaat gelijktijdig van start gegaan. Voor de verpleegkundigen, fysiotherapeuten en verloskundigen was dat op 1 januari 2009. Voor de overige beroepen, (artsen, tandartsen, apothekers, gezondheidszorgpsychologen en psychotherapeuten) geldt het systeem sedert 1 januari 2012. Indien die beroepsbeoefenaren reeds op 1 januari 2012 BIG-geregistreerd waren, werd als aanvangsdatum voor de periode van vijf jaar 1 januari 2012 aangetekend. Omdat het merendeel van die groep reeds op 1 januari 2012 geregistreerd was, gold voor de inwerkingtreding van dit besluit voor hen ook dat zonder vaststelling van een nieuwe datum, hun registratie per 1 januari 2017 zal moeten worden doorgehaald. Voor beroepsbeoefenaren die na 1 januari 2012 voor het eerst zijn geregistreerd, zou een andere datum kunnen gelden. Voor het overgrote deel van de beroepsbeoefenaren zal het naar verwachting mogelijk zijn een nieuwe datum vast te stellen op basis van werkervaring.

Voor tandartsen, apothekers, gezondheidszorgpsychologen en psychotherapeuten, die niet over voldoende relevante werkervaring beschikken en die hun registratie willen behouden, zijn er voldoende mogelijkheden om op basis van scholing een nieuwe datum aan te laten tekenen. Voor artsen ligt dat anders. De beroepsgroep van de artsen is omvangrijk en divers van samenstelling, waardoor het lastiger is gebleken om een scholingsprogramma te ontwikkelen en een inschatting te maken van het aantal artsen dat hier gebruik van zou willen maken. Er is inmiddels een pilot uitgevoerd om te onderzoeken welk inhoudelijk model geschikt zou zijn voor scholing van artsen. Dit heeft geresulteerd in een concreet voorstel voor het ontwikkelen van een scholingsprogramma. De volledige invoering hiervan vergt echter nog enige tijd, mede gelet op de relatie met de inhoud van het beoordelingskader waarover op een aantal punten nog overleg met de sector nodig is.

Het scholingsprogramma voor artsen zal rond de zomer van 2016 gereed zijn. Over de voortgang van de ontwikkeling van het scholingsprogramma vinden regelmatig gesprekken plaats tussen VWS en onderwijspartijen. De tijd die dan nog resteert totdat de registraties moeten worden doorgehaald, is te kort om alle artsen die op basis van scholing een nieuwe datum willen laten aantekenen, in staat te stellen die scholing voor 1 januari 2017 af te ronden. Omdat deze artsen niet benadeeld mogen worden door het niet aan hen toe te rekenen gebrek aan scholingsmogelijkheden, is besloten de termijn van vijf jaar zodanig te verruimen, dat daardoor voor iedere arts voor wie nu een datum is aangetekend in 2012, de periode op 1 januari 2018 zal eindigen. Daardoor krijgen artsen voldoende gelegenheid om waar nodig door scholing hun registratie te behouden. Ook voor artsen voor wie in de loop der tijd een datum in 2012 werd aangetekend, geldt dus een verruimde termijn. Zij kunnen immers ook met het scholingsprobleem worden geconfronteerd. Door deze wijziging van het Besluit periodieke registratie Wet BIG wordt voorkomen dat artsen voor 1 januari 2018 worden doorgehaald, zonder dat zij de kans hebben gehad door het volgen van scholing die doorhaling te voorkomen.

De verruiming van de periode tot 1 januari 2018 betekent niet dat de beroepsbeoefenaren de vereiste werkervaring over zes jaar mogen behalen of dat de uren naar evenredigheid zullen worden verhoogd. De beoordeling van de vereiste werkervaring van 2.080 uren zal net als bij de andere beroepsbeoefenaren over vijf aaneengesloten jaren plaatsvinden. Het ligt in de rede dat die beoordeling plaatsvindt op basis van de meest recente werkervaring. Omdat het echter mogelijk is dat artsen daardoor niet aan de vereiste uren komen, is ook de mogelijkheid opengelaten te rekenen over een periode van vijf jaar die aanvangt op de aangetekende datum. Daarmee wordt bewerkstelligd dat voor de werkervaringseis nog steeds kan worden aangesloten bij het systeem van periodieke registratie, zoals dat zou hebben gegolden indien de periode van periodieke registratie niet zou zijn gewijzigd. Een dergelijk systeem is technisch uitvoerbaar.

De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst ondersteunt de verlenging van de registratietermijn tot 1 januari 2018.

Er is voor gekozen om deze amvb zo spoedig mogelijk in werking te laten treden en niet zoals het beleid rond de vaste verandermomenten aangeeft in werking te laten treden op 1 juli 2016. Het is immers van belang dat de beroepsbeoefenaren die hun herregistratie willen baseren op scholing, niet onnodig lang in de onzekerheid blijven over de vraag wanneer hun registratie wordt doorgehaald.

Regeldrukeffecten

Deze maatregel heeft geen regeldrukeffecten voor burgers, bedrijven/instellingen of professionals. De reeds bestaande verplichting tot periodieke registratie wordt voor de eerstkomende herregistratie voor artsen immers met een jaar uitgesteld.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven