Besluit van 4 mei 2016, houdende wijziging van het Besluit gegevensverwerving CBS in verband met verwerving van landbouw- en pensioengegevens, gegevensverwerving bij groepsmaatschappijen en enkele technische aanpassingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 21 maart 2016, nr. WJZ /16041034;

Gelet op artikel 33, tweede en derde lid, van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 april 2016, nr. W15.16.0064/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 25 april 2016, nr. WJZ / 16060117;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit gegevensverwerving CBS wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

a. Onderdeel e vervalt;

b. Onderdeel f wordt geletterd e;

c. In onderdeel e wordt «Vektis BV» vervangen door: Vektis CV.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Krachtens artikel 33, derde lid, van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek worden aangewezen ondernemingen, vrije beroepsbeoefenaren, instellingen en rechtspersonen die activiteiten ontplooien op het terrein van:

  • a. de landbouw, bosbouw en visserij;

  • b. de winning van delfstoffen;

  • c. de industrie;

  • d. de productie, levering, handel en opslag van elektriciteit, gas, warmte en water alsmede het netbeheer ten aanzien van de daarbij gebruikte netwerken;

  • e. het afval- en afvalwaterbeheer en sanering;

  • f. de bouwnijverheid;

  • g. de groot- en detailhandel en reparatie van auto’s;

  • h. vervoer en opslag;

  • i. de horeca;

  • j. informatie en communicatie;

  • k. de financiële dienstverlening;

  • l. verhuur van en handel in onroerende zaken en verhuur van roerende zaken;

  • m. de advisering, het onderzoek en de overige specialistische zakelijke dienstverlening;

  • n. het openbaar bestuur en de verplichte sociale verzekeringen;

  • o. het onderwijs;

  • p. de gezondheids- en welzijnszorg en de maatschappelijke dienstverlening;

  • q. de cultuur, de sport en de recreatie;

  • r. overige dienstverlening.

C

In artikel 9 wordt «vervoer, opslag en communicatie» vervangen door: vervoer en opslag.

D

Na artikel 11c wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11d

Buiten de in artikel 3 bedoelde gegevens kunnen bij de in artikel 2 aangewezen ondernemingen, vrije beroepsbeoefenaren, instellingen en rechtspersonen die activiteiten ontplooien op het terrein van landbouw, gegevens worden opgevraagd die nodig zijn ter uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen inzake statistieken op het terrein van landbouw.

E

Na artikel 11d wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11e

  • 1. Bij een pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet kunnen gegevens over pensioenaanspraken en pensioenrechten als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet zoals deze door de pensioenuitvoerder op grond van artikel 51, eerste lid, van de Pensioenwet verstrekt worden door middel van het pensioenregister, worden opgevraagd.

  • 2. Bij een pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling kunnen gegevens over pensioenaanspraken en pensioenrechten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling zoals deze door de pensioenuitvoerder op grond van artikel 62, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling verstrekt worden door middel van het pensioenregister, worden opgevraagd.

F

Na artikel 11e wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 4a. Groepsmaatschappijen

Artikel 11f

Ten aanzien van groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek kunnen de gegevens, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 11a en 11d, al dan niet geconsolideerd worden opgevraagd bij de rechtspersoon of vennootschap die, alleen of samen met een andere groepsmaatschappij, aan het hoofd staat van de groep.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 4 mei 2016

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Uitgegeven de drieëntwintigste mei 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

In het Besluit gegevensverwerving CBS zijn de ondernemingen, vrije beroepsbeoefenaren, instellingen en (semi-publiekrechtelijke) rechtspersonen aangewezen die op verzoek van de directeur-generaal van de statistiek (hierna: het CBS) gegevens dienen te verstrekken. In dat besluit worden ook de (categorieën van) gegevens aangewezen die door het CBS kunnen worden opgevraagd voor de productie van statistieken.

Met dit wijzigingsbesluit wordt het Besluit gegevensverwerving CBS geactualiseerd door vijf aanpassingen aan te brengen. Als eerste wordt de lijst rechtspersonen in artikel 1 van het Besluit gegevensverwerving CBS geactualiseerd. De tweede wijziging betreft een actualisatie van de standaard bedrijfsindeling. Met de derde wijziging kunnen groepsmaatschappijen verplicht worden om één opgave aan het CBS te leveren in plaats van gegevenslevering door ieder afzonderlijk onderdeel van de groep. Met de vierde wijziging krijgt het CBS de mogelijkheid om verplichtende uitvragen aan agrariërs op te leggen, ingegeven om de Europees verplichte landbouwstatistieken samen te stellen. Tot slot krijgt het CBS beschikking over een kopie van het gegevensformat van het Pensioenregister, waardoor een jaarlijkse uitvraag onder pensioenuitvoerders vervalt. Hierna worden alle vijf de aanpassingen toegelicht.

2. Rechtspersonen

Op grond van artikel 33, tweede lid, van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek is het CBS bevoegd om gebruik te maken van de gegevens uit registraties die worden bijgehouden door bepaalde semi-publiekrechtelijke rechtspersonen. Het gaat daarbij om rechtspersonen met een wettelijke taak of rechtspersonen waarvan de financiering plaatsvindt met rijksmiddelen of wettelijke heffingen, die in artikel 1 van het Besluit gegevensverwerving CBS zijn aangewezen. Artikel I, onderdeel A, van dit besluit voorziet in verschillende aanpassingen van artikel 1 van het Besluit gegevensverwerving CBS.

Ten eerste is de Stichting Prismant niet langer in artikel 1 van het Besluit gegevensverwerving CBS opgenomen, omdat zij door faillissement niet meer bestaat. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beheert het DBC Informatiesysteem (DIS). Het CBS gebruikt de DIS-gegevens voor het samenstellen van zorgstatistieken. De NZa is een zelfstandig bestuursorgaan dus op grond van artikel 33, eerste lid, van de CBS-wet is het CBS reeds bevoegd om ten behoeve van statistische doeleinden gebruik te maken van deze gegevens.

Ten slotte wordt «Vektis BV» gewijzigd in «Vektis CV», omdat de rechtsvorm is gewijzigd.

3. Standaard Bedrijfsindeling

Op grond van artikel 33, derde lid, van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek is het CBS, voor zover de registraties van publiekrechtelijke diensten en instellingen en aangewezen semi-publiekrechtelijke rechtspersonen niet de benodigde gegevens opleveren, bevoegd om gegevens op te vragen bij bepaalde categorieën van ondernemingen, vrije beroepsbeoefenaren, instellingen en rechtspersonen. In artikel 2 van het Besluit gegevensverwerving CBS worden die categorieën aangewezen, waarbij het concreet gaat om instellingen en vrije beroepsbeoefenaren die activiteiten ontplooien op bepaalde terreinen. Voor dat laatste wordt aangesloten bij de internationaal vastgestelde Standaard Bedrijfsindeling (hierna: SBI). Omdat er in 2008 een nieuwe SBI is vastgesteld, worden met artikel I, onderdelen B en C, van dit besluit de omschrijvingen in het Besluit gegevensverwerving CBS geactualiseerd ten opzichte van de oude SBI-indeling uit 1993.

In enkele gevallen wordt een terminologie gehanteerd die enigszins verschilt van de SBI-indeling. Reden hiervoor is dat er vaak onduidelijkheid ontstond bij de bedrijven die gegevens leveren, of zij wel of niet tot een bepaalde categorie behoorden. Daarom zijn de bedrijfscategorieën zo geformuleerd, dat ze duidelijk en begrijpelijk zijn voor de bedrijven en tegelijkertijd zo dicht mogelijk aansluiten bij de SBI-indeling. Het gaat hierbij alleen om een verduidelijking van de terminologie en niet om een inhoudelijke afwijking van de SBI.

4. Landbouw

Met artikel I, onderdeel D, van dit besluit wordt een nieuw artikel aan het Besluit gegevensverwerving CBS toegevoegd (artikel 11d). Hiermee krijgt het CBS de bevoegdheid om verplichtende uitvragen aan agrariërs op te leggen, ingegeven om de Europees verplichte landbouwstatistieken samen te stellen. Deze bevoegdheid is nodig, omdat de ervaring van de afgelopen jaren leert dat een vrijwillige uitvraag van deze gegevens onder agrariërs tot steeds minder respons leidt. Hierdoor wordt de vereiste kwaliteit en betrouwbaarheid van de cijfers niet meer gehaald.

De bevoegdheid beperkt zich tot het opvragen van gegevens die nodig zijn ter uitvoering van bindende rechtshandelingen van de Europese Unie inzake landbouwstatistieken. Dit betreft met name Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PbEU 2007, L 189), Verordening (EG) nr. 762/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over aquacultuur en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 788/96 van de Raad (PbEU 2008, L 218), Verordening (EG) nr. 1165/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende vee- en vleesstatistieken en houdende intrekking van Richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG van de Raad (PbEU 2008, L 321), Verordening (EG) nr. 543/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende gewasstatistieken en houdende intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 van de Raad (PbEU 2009, L 167), Verordening (EG) nr. 1185/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende statistieken over pesticiden (PbEU 2009, L 324) en Verordening (EU) nr. 1337/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende Europese statistieken van meerjarige teelten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 357/79 van de Raad en Richtlijn 2001/109/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2011, L 347).

Het CBS stelt statistieken samen over de productie van vee, vlees en gewassen. Het gaat hierbij om gegevens over onder meer de oogst van akkerbouw- en tuinbouwgewassen, aantallen gehouden dieren en gebruikte hoeveelheden bestrijdingsmiddelen. Het CBS is op grond van Europese statistische verordeningen verplicht om deze landbouwgegevens te leveren aan Eurostat, het statistische bureau van de Europese Unie.

De landbouwstatistieken zijn van belang, omdat deze zowel op nationaal als op Europees niveau inzicht geven in de stand van zaken van de landbouw en de ontwikkelingen daarin en worden gebruikt voor beleidsdoeleinden.

Voor de landbouwstatistieken maakt het CBS zoveel mogelijk gebruik van de jaarlijkse landbouwtelling (artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet). Deze integrale telling van de landbouwbedrijven wordt echter jaarlijks in het voorjaar gehouden, zodat aanvullende enquêtering nodig is als de informatie dan nog niet bekend kan zijn, zoals bij de oogstramingen in het najaar. Ook moet informatie soms op meerdere momenten in het jaar worden verkregen, zoals bij het meten van de omvang van de veestapel het geval is.

5. Pensioengegevens

Artikel I, onderdeel E, van dit besluit (artikel 11e van het Besluit gegevensverwerving CBS) maakt het mogelijk voor het CBS om te bepalen dat de uitvoerders van pensioenregelingen het CBS een kopie geven van de beschikbare gestandaardiseerde pensioengegevens. Hiermee wordt volledig aangesloten bij de gestandaardiseerde dataset, zoals iedere pensioenuitvoerder klaar moet zetten voor het Pensioenregister. Het CBS zal in het vervolg de vrijwillige uitvraag bij de uitvoerders van pensioenregelingen achterwege laten.

Door het verkrijgen van beschikbare gestandaardiseerde pensioengegevens zal het CBS over kwantitatief meer pensioendata beschikken. Oftewel, het betreft data van meer mensen. Dit geeft betere statistieken, aangezien bijschatting niet meer nodig zal zijn en de onzekerheidsmarge kleiner wordt bij een grotere dataset. Echter, het type opgevraagde gegevens zal niet veranderen. Er zullen in sommige gevallen zelfs minder soorten gegevens (variabelen) opgevraagd hoeven te worden. Enkele voorbeelden van variabelen die niet meer specifiek verstrekt hoeven te worden, zijn de pensioengrondslag, jaarpremie ouderdomspensioen en het aantal echtscheidingen.

Overigens geschiedt het gebruik van deze pensioengegevens overeenkomstig de artikelen 37 en 38 van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek. Hiermee wordt de bescherming van persoonsgegevens gewaarborgd.

6. Groepsmaatschappijen

Ingevolge artikel I, onderdeel F, van dit besluit (artikel 11f van het Besluit gegevensverwerving CBS) kan het CBS een ondernemingengroep verplichten om één opgave van de groep aan het CBS te verstrekken in plaats van gegevenslevering door ieder afzonderlijk onderdeel van de groep. Dit heeft voordelen voor zowel groepsmaatschappijen als het CBS. Als regel zal hiervoor het hoofd van de onderneming (veelal de hoofdvennootschap) worden aangeschreven. Ten aanzien van onderneminggroepen worden ook zeggenschapsrelaties van minder dan 100% meegenomen.

7. Regeldrukeffecten

De maatregelen uit dit besluit hebben beperkte gevolgen voor de administratieve lasten. Tezamen zorgen ze naar verwachting voor een reductie van de administratieve lasten met ongeveer € 370.000. Hieronder wordt per maatregel aangegeven wat de gevolgen zijn voor de administratieve lasten.

Landbouw

De administratieve lasten van de agrarische uitvraag telden voorheen niet mee met de officiële lastendruk, omdat het een vrijwillige uitvraag betrof. Als gevolg van de wetswijziging wordt het aanleveren van agrarische gegevens verplicht, waardoor deze reeds bestaande administratieve lasten leiden tot een boekhoudkundige stijging in de officiële lastendruk van € 41.560. Daarnaast is er een de facto stijging van de administratieve lastendruk als gevolg van de responsverhoging. Geschat wordt dat de responsverhoging gepaard gaat met een stijging van de lastendruk van € 8.312. Dit is exclusief het onderzoek naar bestrijdingsmiddelen dat eens in de vijf jaar wordt gedaan. De extra respons die het CBS voor dit onderzoek nodig heeft, zal leiden tot een verwachte stijging van de administratieve lastendruk van € 66.600 (1.800 uren). Per jaar geeft dit onderzoek een lastendruk van € 13.320. In totaal zal de officiële lastendruk voor de landbouwstatistieken stijgen met € 63.192. Het CBS heeft overigens de wettelijke plicht om daar waar mogelijk andere registraties te benutten en zo het gebruik van enquêtes te minimaliseren.

Groepsmaatschappijen

Binnen een ondernemingengroep neemt het aantal vragenlijsten af, doordat de groep als geheel bevraagd wordt, in plaats van ieder onderdeel afzonderlijk. Het uitvragen op groepsniveau sluit ook beter aan op de fiscale eenheden waar de Belastingdienst gebruik van maakt. Mogelijke extra eenmalige kosten voor ondernemingen om over te gaan op één groepsuitvraag zullen wegvallen tegen de verwachte besparingen door het eenduidiger uitvragen en het terugdringen van het aantal uitvragen. Naar verwachting leidt deze verplichting tot gezamenlijk aanleveren tot een lastendrukvermindering van ca. € 440.000.

Verder biedt het beter aansluiten van de werkwijze op externe bronnen, zoals van de Belastingdienst, op de wat langere termijn additionele mogelijkheden om het aantal uit te vragen gegevens en de administratieve lasten verder terug te dringen. Het CBS zet zich hier sterk voor in.

Pensioengegevens

Door in het vervolg aan te sluiten op de uitvraag voor het Pensioenregister, komt de huidige uitvraag bij de uitvoerders van pensioenregelingen te vervallen. Aangezien het verstrekken van de gevraagde gegevens vrijwillig was, resulteert deze aanpassing niet in een officiële daling van de administratieve lastendruk. Wel levert het een belangrijke vermindering van de gepercipieerde lastendruk op, omdat de uitvoerders van pensioenregelingen geen vragenlijsten meer hoeven in te vullen. Circa 50 fondsen deden mee aan de uitvraag. Met deze wijziging is dan ook een structurele gepercipieerde lastendrukvermindering van € 11.100 gemoeid.

Als gevolg van deze wijziging kan het CBS bepalen dat pensioenfondsen een kopie van het gegevensformat van het Pensioenregister aanleveren aan het CBS. Deze digitale aanlevering zal niet meer zijn dan een spreekwoordelijke «druk op de knop». Geschat wordt dat dit leidt tot een jaarlijks terugkerende administratieve lastenverzwaring van € 5.550 voor de hele sector.

Tot slot zullen de softwareleveranciers van de pensioenfondsen deze functionaliteit eenmalig in hun software moeten inbouwen. De kosten zijn beperkt, omdat de aanlevering van data aansluit bij de data die pensioenfondsen reeds moeten klaarzetten in het kader van het Pensioenregister (wat een opvraagfaciliteit is en geen dataregister). Schatting is dat dit neerkomt op een eenmalige investering van € 16.650 voor de hele sector.

8. Consultatie wetsvoorstel

Het wetsvoorstel is op 26 maart 2015 voor brede consultatie op internet geplaatst (www.internetconsultatie.nl). Er is een consultatiereactie ontvangen van de Pensioenfederatie.

Ten eerste onderschrijft de Pensioenfederatie het belang van verbeterde pensioenaansprakenstatistieken, gezien de toegenomen maatschappelijke en politieke aandacht voor pensioenzaken. De pensioenfederatie zal naar verwachting zelf ook gebruik maken van de verbeterde statistiekproductie van het CBS als gevolg van dit besluit. Daarnaast heeft de Pensioenfederatie waardering voor het feit dat de gegevensset beperkt blijft tot maximaal die gegevens die een pensioenfonds jaarlijks reeds voor het Pensioenregister beschikbaar moet stellen. De afbakening van de gegevens is hiermee zodanig gekozen, dat de administratieve lasten voor de pensioenfondsen beperkt blijven. Tot slot wijst de pensioenfederatie erop dat door de wijziging van artikel 38 van de Pensioenwet (inwerkingtreding per 1 januari 2016) er een verschil ontstaat in de gegevens die onderdeel uitmaken van het uniform pensioen overzicht (UPO), waar aanvankelijk naar werd verwezen, en die van het Pensioenregister. Voor het CBS is van belang om over gegevens te beschikken van het te bereiken pensioen. Dit zal voortaan geen verplicht onderdeel meer uitmaken van het UPO, maar wel van de gegevens voor het Pensioenregister. De oorspronkelijke verwijzingen naar het UPO (via artikel 38) in het besluit en de nota van toelichting zijn daarom gewijzigd in een verwijzing naar de gegevens voor het Pensioenregister.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven