Besluit van 1 april 2016, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het besluit van 5 maart 2016, houdende wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in verband met de invoering van een aantal wijzigingen die bijdragen aan de interne sturing door provinciale staten en de raad alsmede aan een betere vergelijkbaarheid tussen provincies en tussen gemeenten (Stb. 2016, 101)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 30 maart 2016, nr. 2016-0000186967, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Gelet op artikel III van het besluit van 5 maart 2016, houdende wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in verband met de invoering van een aantal wijzigingen die bijdragen aan de interne sturing door provinciale staten en de raad alsmede aan een betere vergelijkbaarheid tussen provincies en tussen gemeenten (Stb. 2016, 101);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Het besluit van 5 maart 2016, houdende wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in verband met de invoering van een aantal wijzigingen die bijdragen aan de interne sturing door provinciale staten en de raad alsmede aan een betere vergelijkbaarheid tussen provincies en tussen gemeenten (Stb. 2016, 101), treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het besluit houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van dat besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 1 april 2016

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de dertiende april 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven