Besluit van 23 december 2015 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 23 december 2015, houdende wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten (Stb. 547)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 december 2015, nr. 2015-0000300583;

Gelet op artikel IX van de Wet van 23 december 2015, houdende wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten (Stb. 547);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De artikelen I, III, V en VII van de Wet van 23 december 2015, houdende wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten (Stb. 547) treden, onder toepassing van artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum, in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 2. De artikelen II, IV, VI en VIII van de Wet van 23 december 2015, houdende wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten (Stb. 547) treden in werking met ingang van 1 januari 2021.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 23 december 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Uitgegeven de dertigste december 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

De wijzigingen voortvloeiend uit de Wet van 23 december 2015, houdende wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten (Stb. 547) hebben op grond van de bestuurlijke afspraken met gemeenten en sociale partners die vertegenwoordigd zijn in de Werkkamer voor het overgrote deel een tijdelijk karakter: ze gaan in op 1 januari 2016 en vervallen op 1 januari 2021. Om die reden treden de artikelen I, III, V en VII in werking op 1 januari 2016 en treden de artikelen II, IV, VI en VIII in werking op 1 januari 2021. Deze laatstgenoemde artikelen zorgen ervoor dat de wijzigingen voortvloeiend uit de artikelen die per 1 januari 2016 in werking treden weer worden teruggedraaid.

Gelet op het belang dat gevolg wordt gegeven aan de in de memorie van toelichting op het wetsvoorstel genoemde bestuurlijke afspraken, gemaakt met gemeenten en sociale partners die vertegenwoordigd zijn in de Werkkamer, is gebruik gemaakt van de mogelijkheid van artikel 12 van de Wet raadgevend referendum (Wrr), zodat de artikelen I, III, V en VII per 1 januari 2016 in werking kunnen treden. In artikel 12 van de Wrr wordt mogelijk gemaakt af te wijken van de regel dat wetten niet eerder in werking kunnen treden dan 8 weken na de mededeling in de Staatscourant dat over die wet een referendum kan worden gehouden, en van de regel dat hetgeen over de inwerkingtreding is geregeld, van rechtswege vervalt indien een inleidend referendumverzoek toegelaten.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven