Besluit van 10 december 2015, houdende wijziging van het Besluit houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet langdurige zorg en het Besluit langdurige zorg

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 december 2015, kenmerk 881209-145082-WJZ;

Gelet op artikel 13.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel 1, tweede lid, van het Besluit van 9 december 2014, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet langdurige zorg en het Besluit langdurige zorg komt te luiden:

  • 2. Artikel 12.1.2, onderdeel D, subonderdelen 1 en 2, treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 10 december 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Uitgegeven de eenentwintigste december 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt dat artikel 3.1.3 van de Wet langdurige zorg niet per 1 januari 2016 in werking treedt. Dat artikel geeft verzekerden met een Wlz-indicatie die niet in een instelling of een kleinschalig wooninitiatief wonen, recht op vergoeding voor aanpassingen van hun woning. Als een Wlz uitvoerder heeft geoordeeld dat aan de verzekerde een VPT of MPT kan worden verleend komt de vraag aan de orde of de woning geschikt is om zorg te verlenen. Indien een cliënt voor een VPT, MPT of PGB kiest, dient hij of zijn vertegenwoordiger er immers voor te zorgen dat de zorg op verantwoorde wijze in zijn woonruimte kan worden verleend. Daartoe is een recht op woningaanpassingen in de Wet langdurige zorg opgenomen. Wlz-uitvoerders hebben echter geen kennis van en infrastructuur voor woningaanpassingen en moeten hiervoor iets nieuws optuigen en deskundigheid in huis halen. Omdat zorgkantoren deze taak in 2015 nog niet konden uitvoeren was in het inwerkingtredingsbesluit van de Wet langdurige zorg en het Besluit langdurige zorg geregeld dat de gemeenten in 2015 dergelijk woningaanpassingen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) zouden verstrekken. Met ingang van 2016 zouden de woningaanpassingen tot de Wlz-aanspraken behoren. Deze taak wordt om uitvoeringstechnische redenen nog niet op 1 januari 2016 overgedragen aan de Wlz-uitvoerders maar voor onbepaalde tijd uitgesteld totdat nader onderzoek is gedaan naar hoe een zorgvuldige overdracht mogelijk is.

In het bij koninklijk besluit van ingediend voorstel van wet houdende wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet wordt voor onbepaalde tijd voorgesteld te regelen dat gemeenten maatwerkvoorzieningen die gericht zijn op een woningaanpassing op grond van de Wmo 2015 niet mogen weigeren aan Wlz-gerechtigden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven