Besluit van 4 december 2015 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet vrijlating lijfrenteopbouw en inkomsten uit arbeid en bevordering vrijwillige voortzetting pensioenopbouw

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 december 2015, nr. 2015-0000289507;

Gelet op artikel VI van de Wet vrijlating lijfrenteopbouw en inkomsten uit arbeid en bevordering vrijwillige voortzetting pensioenopbouw (Stb. 451);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet vrijlating lijfrenteopbouw en inkomsten uit arbeid en bevordering vrijwillige voortzetting pensioenopbouw treedt, onder toepassing van artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum, in werking met ingang van 1 april 2016.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 4 december 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Uitgegeven de elfde december 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet vrijlating lijfrenteopbouw en inkomsten uit arbeid en bevordering van vrijwillige voortzetting pensioenopbouw.

In afwijking van het systeem van de vaste verandermomenten is het tijdstip van inwerkingtreding bepaald op 1 april 2016. Hiermee wordt voldaan aan de bestuurlijke afspraken met gemeenten over de invoeringstermijn die wordt gehanteerd bij nieuwe wetgeving.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven