Besluit van 28 januari 2015 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 27 januari 2015, FM/2015/105 M, directie Financiële Markten;

Gelet op artikel III van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin die wet wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel F dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2016.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 28 januari 2015

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Uitgegeven de zesde februari 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen. Deze wet treedt met uitzondering van artikel I, onderdeel F, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin die wet wordt geplaatst.

Het bonusplafond van in beginsel 20% (artikel 1:121 van de Wet op het financieel toezicht) treedt daarmee op dat moment in werking. Daarbij is voorzien in overgangsrecht (artikel 1:123 van de Wet op het financieel toezicht), waardoor op contracten die zijn gesloten voorafgaande aan 1 januari 2015 in 2015 nog niet het bonusplafond van 20% van toepassing is.

Door banken en bepaalde beleggingsondernemingen moet ingevolge de richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2103 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176) en de implementatie daarvan in 2015 het bonusplafond uit die richtlijn worden toegepast met betrekking tot hun zogenaamde identified staff die reeds in dienst was voorafgaande aan het moment van inwerkingtreding van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen. In 2015 wordt daarom naast het bonusplafond van artikel 1:121 van de Wet op het financieel toezicht ook het bonusplafond van artikel 3:17a van de Wet op het financieel toezicht in stand gehouden (de bonusplafonds van 100% of 200% die de implementatie zijn van de richtlijn kapitaalvereisten). Voor alle andere personen die vanaf 1 januari 2015 in dienst treden geldt het laagste bonusplafond: het bonusplafond van artikel 1:121 van de Wet op het financieel toezicht. Per 1 januari 2016 vervalt artikel 3:17a van de Wet op het financieel toezicht, aangezien het overgangsrecht voor bestaande contracten bij het bonusplafond dan is afgelopen.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven