Besluit van 11 november 2015 tot wijziging van het Bekostigingsbesluit WPO en het Bekostigingsbesluit WEC in verband met het vaststellen van een percentage voor het deel van het onderwijs in het primair en speciaal onderwijs dat kan worden gegeven in de Engelse, Duitse of Franse taal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 28 april 2015, nr. WJZ(735896)(10395), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 9, lid 13a, van Wet op het primair onderwijs en artikel 18, derde lid, van de Wet op de expertisecentra;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 mei 2015, nr. W05.15.0139/1);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 november 2015, nr. WJZ/839150 (6730), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING BESLUIT BEKOSTIGING WPO

Het Besluit bekostiging WPO wordt als volgt gewijzigd:

Na hoofdstuk IIIb wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk IIIc. Vaststelling percentage onderwijstijd in vreemde taal

Artikel 34.10. Percentage onderwijstijd in de Engelse, Duitse of Franse taal

Het percentage, bedoeld in artikel 9, lid 13a, van de wet, waarin een deel van het onderwijs kan worden gegeven in de Engelse, Duitse of Franse taal is ten hoogste 15% per schooljaar.

ARTIKEL II. WIJZIGING BESLUIT BEKOSTIGING WEC

Het Besluit bekostiging WEC wordt als volgt gewijzigd:

Na Hoofdstuk VIII wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk VIIIa. Vaststelling percentage onderwijstijd in vreemde taal

Artikel 47. Percentage onderwijstijd in de Engelse, Duitse of Franse taal

Het percentage, bedoeld in artikel 18, derde lid, van de wet, waarin een deel van het onderwijs kan worden gegeven in de Engelse, Duitse of Franse taal is ten hoogste 15% per schooljaar.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 11 november 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Uitgegeven de zesentwintigste november 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

De Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van het onderwijs te geven in de Engelse, Duitse of Franse taal (Stb. 2015, 359), regelt dat een deel van de onderwijstijd in het primair onderwijs, inclusief het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in de Engelse, Duitse of Franse taal mag worden aangeboden. Hiermee wordt ruimte geboden aan scholen die hun leerlingen al op vroege leeftijd een vreemde taal willen leren en daarbij de vreemde taal ook als voertaal willen gebruiken. Dit betekent een afwijking van de hoofdregel in voornoemde artikelen van de Wet op het primair onderwijs (hierna: WPO) en de Wet op de expertisecentra (hierna: WEC) dat de voertaal in het onderwijs Nederlands of Fries is. De wet bevat de grondslag om het maximale percentage waarin een deel van de onderwijstijd kan worden gegeven in de Engelse, Duitse of Franse taal, bij algemene maatregel van bestuur (hierna: amvb) vast te stellen. Deze amvb regelt de vaststelling van dit percentage op ten hoogste 15% per schooljaar.

De Onderwijsraad heeft in 2008 geadviseerd om toe te staan dat 10–15% van de onderwijstijd in een vreemde voertaal wordt aangeboden. Dat percentage heeft zij gebaseerd op de hoeveelheid onderwijstijd die gemiddeld besteed wordt aan het leren van een vreemde taal.1 Daarnaast is er een groeiende behoefte in het onderwijsveld om een doeltaal als voertaal te gebruiken. Op basis van het eerder genoemde advies en de behoefte in het veld is er van 2010 tot 2012 een pilot uitgevoerd, waarin scholen maximaal 15% van de lestijd in het Engels, Duits of Frans mochten lesgeven. De resultaten van deze pilot waren positief:

  • de taal wordt op een natuurlijke manier aangeleerd, zonder dat er tijd verloren gaat voor andere vakken;

  • er is geen negatieve effecten op het Nederlands van de leerlingen waargenomen, als 15% van de onderwijstijd wordt gegeven in het Engels, Frans of Duits, en

  • leerlingen, ouders, leraren en schoolleiders waren enthousiast over de pilot.2

Tevens toont onderzoek aan dat hoe meer leraren en leerlingen Engels spreken tijdens de lessen, hoe hoger de testscores zijn op bijna alle vaardigheden.3 Scholen blijven gebonden aan de kerndoelen en referentieniveaus. Scholen dienen het niveau van het Nederlands goed te monitoren en bij te sturen wanneer dat nodig is.

Gezien de resultaten van voorgenoemde pilot, wordt op grond van de Wet van tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van het onderwijs te geven in de Engelse, Duitse of Franse taal (Stb. 2015, 359) en dit besluit aan scholen de mogelijkheid geboden om ten hoogste 15% van de onderwijstijd in het Engels, Duits of Frans aan te bieden.

2. Financiële gevolgen

Het besluit brengt geen budgettaire gevolgen voor de scholen met zich mee, aangezien er geen nieuwe wettelijke verplichtingen in het leven worden geroepen. Of scholen budgettaire gevolgen ondervinden als zij gebruik maken van de mogelijkheid om een deelvoertaal te hanteren, is sterk afhankelijk van onder andere de vaardigheden van de leerkrachten en het materiaal waar de school wel of niet over beschikt.

Hiervoor is onder andere een goede koppeling tussen onderwijskundig beleid en HRM beleid van de school noodzakelijk.

3. Consultatie

Dit besluit is niet ter consultatie voorgelegd aan burgers en maatschappelijke organisaties. Een dergelijke consultatie zou geen toegevoegde waarde hebben. Het percentage van 15% is reeds in de memorie van toelichting genoemd in de Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van het onderwijs te geven in de Engelse, Duitse of Franse taal (Stb. 2015, 359), die tijdens de totstandkoming in april en mei 2014 ter internetconsultatie is gepubliceerd. Er is tijdens deze internetconsultatie een expliciete vraag gesteld over het beoogde percentage. Dit heeft destijds niet tot reacties geleid en is niet gewijzigd in het verdere proces.

4. Administratieve lasten

Het besluit levert geen extra of nieuwe administratieve lasten op voor scholen. Er wordt met dit besluit namelijk geen nieuwe wettelijke verplichting geïntroduceerd. Dit besluit stelt enkel het percentage vast, waarin een deel van het onderwijs in de Engelse, Duitse of Franse taal kan worden gegeven. Het brengt geen verandering in de eerdere constatering in de Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van het onderwijs te geven in de Engelse, Duitse of Franse taal (Stb. 2015, 359), dat er geen extra of nieuwe administratieve lasten voor scholen zullen optreden.

5. Gevolgen uitvoering en toezicht

Dienst Uitvoering Onderwijs ziet geen consequenties van dit besluit voor de uitvoering. De Inspectie van het Onderwijs heeft aangegeven dat er ook geen gevolgen zijn voor het reguliere toezicht. Wanneer de omstandigheden dat vereisen, moeten scholen wel inzichtelijk kunnen maken welk deel van het onderwijs zij in een andere taal aanbieden.

Artikelsgewijs

Artikelen I en II

In de artikelen 9 van de WPO en 18 van de WEC wordt geregeld dat een deel van het onderwijs in het Engels, Duits of Frans kan worden gegeven. Bij algemene maatregel van bestuur wordt het percentage van de onderwijstijd vastgesteld dat per schooljaar in de Engelse, Duitse of Franse taal kan worden gegeven.

In de artikelen I en II, die het Besluit bekostiging WPO respectievelijk het Besluit bekostiging WEC wijzigen, is geregeld dat dit percentage wordt vastgesteld op ten hoogste 15% van de onderwijstijd per schooljaar. In het algemene deel van deze toelichting is aangegeven waarom voor dit percentage is gekozen.

Artikel III

Dit besluit treedt op hetzelfde moment in werking als de Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van het onderwijs te geven in de Engelse, Duitse of Franse taal (Stb. 2015, 359).

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Onderwijsraad, Vreemde talen in het onderwijs, Den Haag: juni 2008.

X Noot
2

1. Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Utrecht, Eindverslag Foreign Languages in Primary School Project. 2012. Onderzoek naar de effecten van vvto Engels op de Nederlandse en Engelse taalvaardigheid van kleuters. 2. Universiteit Utrecht, Ervaringsrapport Proefproject 15% vvto, 2012. Ervaringen van basisscholen die 3 jaar met 15% van het onderwijs in het Engels (of Duits) hebben geëxperimenteerd.

X Noot
3

Cito, Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 4. PPON rapport nr. 52, september 2013.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven